EEN ‘OMZIENER’- ZIJN: DE DIENST VAN BARMHARTIGHEID

“Voor God de Vader is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, EN je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven” (Jak. 1:27, NBV).

“Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: OMZIEN naar wezen en weduwen in hun druk EN zichzelf onbesmet van de wereld bewaren” (Jak. 1:27, NBG-vert.).

Omzien naar de ander is barmhartigheid bewijzen

Het is dichtbij in de gemeente naar opzieners (=oudsten) en zieners  (=profeten, 1 Sam. 9:9) te kijken, maar Jakobus haalt hier een principe aan dat van wezenlijk belang is voor de eenheid in de gemeente. ‘OMZIEN NAAR’ is het kenmerk van zuivere godsdienst! In de gemeente zoekt God naar ‘omzieners’, mensen die barmhartigheid bewijzen. Dat doe je niet even in een ommezientje! Dat is een levenshouding en een levensaanpak, om te beoefenen.

“God is de vader der wezen en de rechter der weduwen” (Ps. 68:6). Heb ik oog voor wezen en weduwen in hun druk? En voor andere soorten alleengaanden in de gemeente? Of ben ik zelf te druk? Dan kan ik mij de druk van anderen niet aantrekken vanwege het ‘geen tijd’-syndroom?

De zwakken

Het gaat hier om barmhartigheid, bewogenheid en ontferming. Niet om waardering te krijgen van mensen of door hen gezien te worden, maar voor God de Vader, dat is: levend voor Zijn aangezicht een oog hebben voor het zwakke en een hart hebben voor hen die een hard bestaan hebben. Tegen de ‘zwakste schakels’ in het lichaam van Christus (1 Kor. 12:22-24) zeggen we niet ‘tot ziens’, maar we zien ze als hoogstnoodzakelijk en bekleden ze met meer eer. Waarom? “Opdat er GEEN VERDEELDHEID in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen” (1 Kor. 12:25). Hier ligt een opgave, om de eenheid van het lichaam te bouwen en samen te delen in elkaars vreugde en verdriet. Hier geldt: “komt op voor de zwakken, heb geduld met allen” (1 Thess. 5:14b).

Het lichaam van Christus

“Gij nu zijt het lichaam van Christus en IEDER VOOR ZIJN DEEL leden” (1 Kor. 12:26-27). In veel gemeenschappen is als in het land der blinden ‘één oog’ koning en kun je je afvragen waar het ‘lichaam’ blijft. Dat lichaam komt dan niet of onvoldoende tot functioneren en dat is nu precies wat het hoofd, Christus, wil. Namelijk, dat Hij kan werken in en gebruik kan maken van alle leden van het lichaam die zich voor Hem ter beschikking hebben gesteld, om Hem te gehoorzamen en met elkaar mee te leven.

Helpen in nood

Er is een lied dat zegt van God: “Daar is een Helper, groot van kracht, steeds bereid”. Als ik deel heb gekregen aan de goddelijke natuur (2 Petr. 1:4), dan gaat het erom: ben ik steeds bereid een helper in nood te zijn, heel praktisch? Ook als in de eindtijd de liefde van de meesten zal verkillen (Matth. 24:12). Liefde uit zich niet alleen met het woord, of met de tong, maar met de daad en in waarheid (1 Joh. 3:18).

Zorg voor elkaar

Wezen zijn geheel en weduwen gedeeltelijk afhankelijk van ons ‘OMZIENER’-zijn zonder ‘schouderklopjes’ terug te (hoeven) ontvangen. Hier moeten we oppassen voor het “geen tijd”- virus, de geest van onverschilligheid en de laat-maar-waaien houding! Bij de Farizeeën en Schriftgeleerden was er zelfs van uitbuiting sprake: “want gij eet de huizen der weduwen op, terwijl gij voor de schijn lange gebeden uitspreekt” (Matth. 23:14).

In de eerste gemeenten werd de dienst aan de weduwen, die aanvankelijk werden verwaarloosd, wat gemor (=verdeeldheid) gaf, opgepakt bij de dagelijkse verzorging door mannen aan te stellen in de taak om te tafels te bedienen (Hand.  6:1-6). Het is te gemakkelijk om te zeggen, dat er tegenwoordig goede sociale voorzieningen zijn, omdat wij er nog steeds verantwoordelijk voor zijn de categorie “alleenstaanden” (in de ruimste zin van het woord!) aandacht te geven en aan hen te denken.

Een warm hart voor allerlei soorten mensen

De groep die zonder (directe) helper is (Job. 29:12), kan uitgebreid worden met bijv. armen, verdrukten, alleengaanden, bejaarden, gescheidenen, ongehuwde moeders, emotioneel beschadigden, gehandicapten, homoseksuelen (die vaak een eenzame strijd voeren!), verslaafden, asielzoekers, zwervers, dak- en thuislozen, enzovoort.

Wij kennen vaak een belangrijk bijbelvers van Paulus niet: “Alleen moesten wij de armen blijven gedenken, en ik heb mij dan ook beijverd dat vooral te doen” (Gal. 2:10). Uiteraard gaat het bij de groepen die we noemden ook over mensen buiten de gemeente, die op je pad komen en waar jij – in plaats van de grote boog aan de overzijde erom heen van priester en leviet in de gelijkenis – ‘OMZIENER’ kan zijn in betrokken nabijheid.

De walmende vlaspit aanwakkeren

Zo ging Jezus, onze Meester, om met hoeren, tollenaars en melaatsen. Het geknakte riet verbrak Hij niet en de walmende vlaspit doofde Hij niet uit (Matth. 12:20)! Hij was overal uit op leven en herstel! Laten wij dat ook zijn met ten opzichte van bijvoorbeeld mensen in psychische nood. Het is mooi werk bij mensen met een ‘kwijnende geest’ van depressiviteit (Jes. 61:3) het flakkerende ‘waakvlammetje’, dat bijna uitgaat te helpen aanblazen! Hoeveel kun je tegenwoordig niet contacten en blijven bemoedigen door middel van een kaartje, de telefoon, what’s app en e-mail? Dat zijn fantastische mogelijkheden!

Wie men moet nodigen aan de maaltijd

Jezus zeide ook tot die Hem genodigd had: “Wanneer gij een middag- of avondmaaltijd aanricht, roep dan NIET uw vrienden of uw broeders of uw verwanten of uw rijke buren; die zouden immers op hun beurt u ook kunnen uitnodigen en gij zoudt terugbetaling ontvangen. Maar wanneer gij een gastmaal aanricht, nodig dan bedelaars, misvormden, lammen en blinden. En gij zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen” (Luk. 14:12-14).

Dit opmerkelijke gedeelte is ongetwijfeld op individueel vlak door christenen en door christelijke gemeenten doorgaans te weinig toegepast. Een uitzondering hierop is zonder meer het Leger des Heils met de woorden en daden van soup, soap and salvation (soep, zeep en verlossing). In dit opzicht: petje af voor hen!

De gave van barmhartigheid in praktijk brengen

‘Omzieners’ weten wat het is om de barmhartigheid van God te delen, al zullen zij ook alert mogen zijn op hun lichaamsgrenzen en niet alle problemen op hun eigen hals halen. Doorgaans kunnen wij als individu maar één ding tegelijk, maar samen kunnen we met elkaar veel ten goede betekenen! Het kost tijd en aandacht en het vraagt om gastvrijheid plus een begaan zijn met de nood van de enkeling. Daarbij geldt: “wie barmhartigheid bewijst in blijmoedigheid” (Rom.12:8).

Laten wij niet vragen: wat heb ik er zelf aan? Of: is iemand sympathiek, van mijn slag, of: ligt iemand mij? God zoekt beminnelijke mensen, die deze enorme dienst van barmhartigheid, om de niet-geliefden lief te hebben, uit te voeren. Velen zijn eenzaam en alleen. Als christen is het nooit onze roeping om te komen met het ‘eigen schuld, dikke bult’ -verhaal. Dat boort alleen maar mensen nog verder de grond in…

Luisteren en zien staan: goed doen en waar mogelijk tevoorschijn roepen!

Het is waar, dat wat een mens zaait, zal hij ook oogsten (Gal. 6:7b), maar waar wij iemand ‘in de dorens’, die opgekomen zijn in zijn leven, wat onvermijdelijk lijden met zich mee brengt, kunnen vertroosten, laten wij er dan ZIJN, al is het slechts om te luisteren. Als wij in barmhartigheid sommigen ‘uit het vuur’ kunnen rukken, laten we dan paraat blijken! (Jud. 22-23). Dan mogen we en zullen we als christen op de ‘kruispunten der wegen’ staan en toeschietelijk zijn, om te redden wat er te redden valt in iemands leven. “Laten wij niet moede worden GOED TE DOEN, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen. Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, DOEN WAT GOED IS VOOR ALLEN, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten” (Gal. 6:9-10).

Laten wij mensen uit de duisternis tevoorschijn roepen (Jes. 49:9), ook al hebben de machten van satan huisgehouden in iemands leven. Dat is IN DER DAAD (Jak. 1:22-25) rasecht christendom uit één stuk! Zoals een broeder eens zei: “leef voor anderen, leef voor anderen en nog eens voor anderen! En dan kun je je afvragen: wie zorgt er dan voor mij? Dat is de Heer”!

“Wees barmhartig GELIJK uw hemelse Vader barmhartig is” (Luk. 6:36). Onzuivere godsdienst is dit nalaten en verzuimen. Zonder zuivere godsdienst bestaat de realiteit van eenheid gewoonweg niet. De ware dienst voor God de Vader in het dienstbaar zijn aan mensen, maakt EEN van hart en ziel! Laten wij ongedeeld hierin zijn tot zegen van anderen!

Jildert de Boer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *