WEES EEN DISCIPEL VAN JEZUS MET JE HELE HART
Inleiding
Wij kennen uit de Bijbel kostbare en zeer grote beloften (2 Petr. 1:3). Het is onvoorstelbaar dat God ons uit Zijn volheid genade op genade wil geven (Joh. 1:16). Jezus zegt dat Hij gekomen is om ons leven en overvloed te geven (Joh. 10:10b). Ik noem een aantal dingen die de Heer aan ons beloofd als wij kinderen van God geworden zijn door Jezus Christus aan te nemen (Joh. 1:12) als onze Redder en Heiland:
- Hij wil ons verlossing en zondevergeving schenken
- Hij geeft ons het eeuwige leven. Dat duurt eeuwig en het is goddelijk kwaliteitsleven
- Hij maakt ons van zondaars rechtvaardigen
- Hij doopt ons in en Hij vervult ons met Zijn heilige Geest
- Hij belooft ons deel te krijgen aan de goddelijke natuur
- Hij heeft ons bestemd tot de gelijkvormigheid aan Jezus’ beeld
En zo zou ik nog een tijdje door kunnen gaan.
Als we Gods beloften in Christus kennen wat meer zeggen over de voorwaarden die gelden als we niet alleen door genade een kind van God zijn geworden, maar verder willen en ook echt discipelen van Jezus willen zijn, een discipel zijn met je hele hart! Spreken over voorwaarden die vaak beginnen met het woordje ‘indien’ zijn niet altijd populair. Het is wel nodig en voorwaarden zijn er niet alleen in het oude verbond, maar ook in het nieuwe verbond dat gesloten is in het bloed van Jezus. Want er wordt gesproken over discipelschap, over gehoorzaamheid, over zelf dagelijks je kruis opnemen en over werken die uit je geloof voortkomen.
Discipelschap
“En vele menigten trokken met Hem mee, en terwijl Hij Zich omkeerde zei Hij tegen hen: Als iemand tot Mij komt en niet haat (breekt met, NBV) zijn eigen vader en moeder en vrouw, en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn” (Luk. 14:26-27).
Velen willen wel Jezus’ discipel zijn, maar kunnen het niet zijn, omdat zij niet hun familiebanden en hun eigen leven willen loslaten. Eigen leven: eigen wil, eigen plannen, eigen ambities, zijn egocentrisme.
Vers 28: “Want wie van u een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?”
Anders krijg je een toren van Pisa, een scheve toren of hij valt helemaal om.
Vers 29-30 “Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien.”
Daarom is het van belang van te voren na te gaan wat het volgen van Jezus je gaat kosten.
De prijs van discipelschap
Vers 33:“Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn.”
Mijn bezit Heer, is voor U! Kun je delen? De vraag is of wij overal innerlijk los van alles zijn en het gemakkelijk beschikbaar kunnen stellen waar nodig? Zijn wij daartoe bereid?
Wij hebben overvloed hier en ik zeg niet dat je alles moet weggeven, maar de vraag is of het kunt missen als iemand het nodig heeft. Ben ik in alles vrij van het aardse? Of zit ik nog aan spullen vast?
Daarvoor is een radicaal begin nodig, om niet alleen maar met Jezus een beetje op weg te zijn, zoals die menigten, maar om een discipel te worden. Een discipel betaalt de prijs en wil alles opgeven. Aan discipelschap hangt een prijskaartje en daarom moet je eerst de kosten berekenen. Een discipel breekt met zijn/haar familie en met het eigen zelf-leven of het ego-leven. Dat moeten we goed verstaan en het niet opvatten zoals sekten dat doen: alle contact en banden met de familie doorsnijden, je mag ze niet meer bezoeken, ze niet meer bellen, kortom: je hakt alle contact door.
Jezus meer liefhebben dan wat dan ook
Wat wordt er dan wel bedoeld? Als er iets of iemand is, een ding of een persoon, of in je eigen leven dat je tegenhoudt op je weg met Jezus, dan is dit vers aan de orde voor jou en mij. Dan moet je breken en haten zegt de Bijbel. Haten betekent hier: op de tweede plaats stellen. Ik wil Jezus namelijk MEER liefhebben dan mijn vader en moeder, ik heb Hem MEER lief dan mijn natuurlijke broer of zus of andere familie. Bijvoorbeeld: Je wilt je laten dopen. Als je familie je dan wil tegenhouden, om Jezus helemaal te volgen en Hem te gehoorzamen in de doop, dan is het goed om daar in Jezus’ naam doorheen te breken wat je familiebanden betreft. Dan ben je een doorbreker. Zo volg je Hem. Op die manier leef je niet langer voor jezelf, maar voor Hem die voor mij gestorven is en opgewekt (2 Kor. 5:15). Je getuigenis is dan: “Ik ben met Christus gekruisigd en toch leef ik, (dat is) niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2:20a, NBG-vert.).
Een aanhanger of een volgeling
Er is een groot verschil tussen aanhangers en volgelingen. Jezus is met name geïnteresseerd in volgelingen. Die menigte bestond uit aanhangers, want ze liepen met Hem mee. Het is mogelijk lang met Jezus mee te lopen zonder hem echt te volgen (Luk. 14:25). Jezus ging niet met twaalf aanhangers of bijwagens het land rond. Zulke aanhangers zie je in de transportwereld. Jezus verlangt ernaar discipelen te hebben, geen aanhangers die alleen een goed mens in Hem zien zonder bereid te zijn te breken met alle ongerechtigheid in hun leven (2 Tim. 2:19).
Wat betekent het een discipel te zijn?
Bij een discipel gaat het om een echte volgeling van Jezus. Letterlijk betekent het woord discipel: leerling. Als wij leerlingen zijn, dan is Jezus onze Leraar. Dan is Hij onze Meester en Hij is de beste Meester die er is. Hij wijst ons de weg. Het woord discipel komt zo’n 80x voor in het Nieuwe Testament. En dat geldt voor broeders, maar ook voor zusters. Er wordt ook een keer over een ‘discipelin’ gesproken.
Dorkas en Ananias
Dat staat er over Tabitha, oftewel Dorkas in Hand. 9:36. Zij was een gewone christin in de praktijk. De Bijbel zegt: “Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk.” Een daadkrachtig persoon. Praktisch bezig om barmhartigheid te bewijzen. Maar zij werd ziek en overleed. De weduwen die erbij stonden, lieten huilende aan Petrus zien welke boven- en onderkleding die zij voor hen gemaakt had. Want een liefde had deze discipelin voor de anderen om haar heen. Petrus mocht haar uit de doden opwekken.
In hetzelfde hoofdstuk gaat het ook over een discipel die Ananias heette (Hand. 9:10). God riep hem in een visioen. Er staat niet van hem dat hij een apostel was of iets dergelijks, zelfs niet evangelist. Er staat van hem alleen nog dat hij “een godvruchtig man naar de wet was” (Hand. 22:12). Hij werd door God gebruikt om Paulus op weg te helpen. Hij kreeg aanwijzingen om naar Paulus te gaan die uit de kromme weg in de Rechte Straat was gekomen. Wat deed hij bij Paulus: hem de handen opleggen, zowel voor genezing van zijn blindheid als om met de heilige Geest vervuld te worden (Hand. 9:17).
Oefenen als discipelen onderweg naar het doel
Wij mogen als gelovigen en discipelen ook leren om mensen de handen opleggen om hen geestelijk verder te helpen. Dat is niet alleen een taak alleen voor mensen die voorgangers en oudsten heten. Als discipelen mogen we hierin oefenen en wij staan niet boven de Meester, maar al wie volleerd, zal zijn als de Meester (Luk. 6:40). De Meester gelijk worden, dat is ons doel. Verlang jij ook naar het doel om zo’n volleerde en een volgroeide discipel van Jezus te gaan worden? Iemand die zich aan de waarheid vasthoudt in liefde en in elk opzicht toegroeit naar Hem die het hoofd is? (Ef. 4:15).
Lessen leren
Misschien klus je wel eens. Soms leer je tijdens het klussen wel eens een geestelijke les. Als je aan het schilderen bent, dan kan het wel eens gebeuren dat je af en toe zo’n lik verf op je neus krijgt. Da’s niet zo erg, want dat haal je er later wel weer met een schoonmaakmiddel vanaf.
Zo krijg je door een opmerking in een boodschap of in een gesprek met je vrouw door een tip ook wel eens ‘lik op stuk’, waardoor je gaat nadenken om een minder sterke kant van jezelf. Als vrouw kun je dat ook hebben tijdens bijv. het stofzuigen kun je ook soms stof bij jezelf tegenkomen, bijv. een minder prettige eigenschap die je hebt, waar de Heer je op wijst en die zeker nog niet lijkt op een heelhartige discipelleven. Hij zegt tegen je: Werk daar eens aan! Dan heb je stof tot nadenken en stof om te reinigen bij jezelf.
De Heer wijst je maar op 1 punt tegelijk, je krijgt meestal in het schildervoorbeeld maar een spatje tegelijk van het plafond boven je. Als Hij je corrigeert en licht op iets geeft, word je op dat punt geoordeeld en kun je jezelf ervan reinigen. In je geestelijke ontwikkeling gaat dat stukje bij beetje. Beter nu af en toe op een bepaald gebied in je leven door de Heer geoordeeld en gecorrigeerd te worden, dan straks met de wereld veroordeeld te worden (1 Kor. 11:31-32). De ongelovigen krijgen als het ware in 1x het hele plafond op hun dak, dat is pas erg en dat is dan maar een zwak beeld van wat de hel zal zijn.
‘Geheim agent’-discipelen
Die twaalf discipelen haakten in elkaar: de ene nam de andere mee. Andreas nam Petrus mee en leidde hem tot Jezus (Joh. 1:41-43). Filippus vond Nathanaël en wees hem op Jezus (Joh. 1:44-52). Heb jij als eens een discipel voor Jezus gewonnen? Weet je dat er ook ‘geheim agent’-discipelen bestaan? (Dan denk ik niet aan engelen die door Billy Graham ‘Gods geheime agenten werden genoemd). In de Bijbel worden er twee concreet beschreven. Nicodemus die in de nacht tot Jezus kwam, deed dat in het verborgene en Jezus was meteen klaarwakker voor een gesprek en had het met hem over wedergeboren worden, over het Koninkrijk van God zien en er binnengaan (Johannes 3:1-11). Jozef van Arimathea, in wiens graf Jezus begraven zou worden, van hem staat dat hij een discipel was, maar als in het verborgene (Joh. 19:38-39). “Uit vrees voor de Joden” staat erbij.
Misschien ben je een echte discipel bij wie het er nog niet zo uit komt naar buiten, want het borrelt alleen van binnen. Op een gegeven moment is het ook goed door mensenvrees (Spreuk. 29:25) heen te breken en er in het openbaar voor uit te komen door te getuigen van Jezus, zodat men het leven kan proeven in je. Maar misschien eerst met daden en later met woorden. Als mensen geen daden zien, denken ze: wat een nepchristendom, wat een aangeplakte schijnvertoning! ‘Vrome praatjes vullen geen gaatjes.’ Vrome kreten aan de buitenkant maken ons geen ware discipel, maar wel een innerlijk een aan Jezus toegewijd leven.
Gelovige, christen, discipel
Er is verschil tussen zomaar een gelovige te zijn of een discipel. Veel mensen zeggen als je het hen vraagt of ze wel een gelovige zijn: “Ja, ik geloof heus wel.” Maar, dat zegt lang niet alles. De volgende vraag kan dan zijn: “Gehoorzaam je Jezus ook?” Paulus heeft het in de Romeinenbrief over ‘gehoorzaamheid van het geloof’ (1:5 en 16:26). Hij is niet voor allen ‘die het wel geloven’, maar voor hen die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwig heil geworden (Hebr. 5:9).
Of een christen, zoals ze voor het eerst in Antiochië christenen werden genoemd (Hand. 11:26). Het woord ‘christen’ komt maar drie keer in de Bijbel voor. Christen-zijn betekent dat je bij Christus hoort, dat is op zichzelf genomen mooi. Maar Moslims denken als ze hier komen dat Nederland een christelijk land is. Dan zeg ik: “Dat had je gedacht, dank je de koekoek, dat is in de praktijk niet zo.” Daar zie je dat het begrip ‘christen’ is gedevalueerd, het heeft een waardevermindering ondergaan. Net zoals de term ‘born again christians’ in Amerika niet altijd die diepe inhoud heeft, dan je op de klank af hoort.
De weg van Jezus
Een gelovige of een christen is door de deur van behoud in Jezus gegaan. Het is niet Gods bedoeling er een ‘draaideur’ van te maken (zondigen, vergeving vragen, vergeving krijgen en weer zondigen op hetzelfde punt, dan blijf je hangen, dat is meer iets voor jonge kinderen). Achter Jezus als de deur komt de weg van Jezus van discipelschap. In Handelingen worden de discipelen genoemd: “de weg.” Dus niet alleen het komen tot Jezus, maar ook het blijven in Hem en in Zijn woorden (Joh. 15:7). Zij hadden het er niet alleen maar over: “Neem Jezus aan, je bent behouden en je gaat naar de hemel. Prijs de Heer. Amen!” Een discipel gaat door met Hem te volgen op de weg in volharding. Jezus zei “Volg mij” tegen Levi in het tolhuis. Dat zijn krachtige woorden, die stimuleren en vragen om overgave en toewijding, maar ook om enthousiasme en openheid en toepassing van jouw christelijk geloof in het dagelijkse leven.
Ook vrouwen kunnen ‘discipelinnen’ zijn
Discipelschap geldt uiteraard ook voor discipelinnen, voor zusters. Het mag niet zo zijn als bij John Nelson Darby, de stichter van de Broederbeweging of Vergadering van Gelovigen, die veel goeds bracht, maar de zusters buiten spel zette in de gemeente. Daar moeten alle zusters in alles zwijgen in de samenkomsten, althans in de klassieke Vergaderingsvisie, en helaas schakelt de duivel met dit standpunt zo de helft van de discipelen uit. Vrouwen zijn geen hulp onder de man, maar een hulp die bij hem past, of zo je wilt een hulp tegenover hem, zegt de Statenvertaling. Samen zijn man en vrouw compleet. Discipelinnen kunnen evengoed zonen van God worden. Let op Ps. 68:12 (NBG-vert.): “De boodschapsters van goede tijding zijn een grote menigte.” Dat is een geweldige zaak.
Maar heerszuchtige vrouwen, zoals de profeterende vrouw Izébel (Openb. 2:20-25), kan God niet gebruiken, maar datzelfde geldt natuurlijk ook voor heerszuchtige mannen, zoals Diotrefes (3 Johannes 9-11), die onder hen de eerste trachtte zijn. Hij ontvangt ons niet in de gemeente, schrijft Johannes, en wie hem niet aanstaan, kiepert hij de gemeente uit. Echte discipelen van Jezus heersen niet, maar dienen.
Hoe toon je je discipelschap?
- Door de daad van je te laten dopen
- Door een relatie met Jezus te hebben (bij Hem te zijn)
- Door te prediken of te getuigen
- De macht te hebben om zieken te genezen en demonen uit te drijven (Marc. 3:14-15)
- Door eenvoudigweg te dienen en trouw in het kleine te zijn
Hoe doe je dat dan in de praktijk? We hoeven niet te wachten op iemand met een grote genezingsbediening en een grote campagne. Nee, het is heel dichtbij en het is niet te hoog gegrepen. Je hoeft er niet voor naar de hemel te klimmen of voor in de afgrond neer te dalen. De gerechtigheid door het geloof spreekt zo: “Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart, namelijk het woord van het geloof dat wij prediken” (Rom. 10:6-8). Start eenvoudig met dienstbaar naar anderen te zijn. Begin gewoon met anderen te zegenen en te bemoedigen, of bid eens eenvoudig met iemand over de telefoon die ziek is. Begin gewoon in het micro, in het klein. Later zal God ons mondiaal, wereldwijd, met macro-werkingen, waarin God ons samen met Jezus zal gebruiken om een hele zuchtende schepping te herstellen, zegt Romeinen 8:19-23.
Elkaar de voeten wassen
Nu is het een oefentijd, om trouw te zijn in het kleine en kunnen wij leren onze onhebbelijkheden af te leggen die niet bij een discipel passen. Jezus kon met gezag optreden en tegen Petrus spreken: “Ga weg, achter mij satan!” toen hij zich verkeerd liet inspireren (Matth. 16:21-23). Op een ander moment kon Jezus puur dienen door Petrus de voeten te wassen en de minste te zijn op aarde (Joh. 13). Macht hebben over demonen en het dienen van mensen gelden tegelijk en mogen we leren te combineren.
Ik was eens in een gemeente waar ze letterlijk elkaar de voeten wasten. Ik kende daar een aantal mensen en deed eraan mee. We keken elkaar recht in de ogen als broeders en wasten elkaar niet de oren, maar de voeten. Ik dacht: het wordt lastig om korte tijd, nadat je echt iemand de voeten hebt gewassen, iets tegen elkaar te krijgen. We knielden voor elkaar en bogen ons naar elkaar toe.
Buigzaamheid
We moeten geen leer van de voetwassing maken, maar buigzaamheid en tegemoetkomendheid hoort bij een discipel. Wees gewoon een dienaar die simpelweg dient. De vraag is hoe lenig jij bent, om de minste te zijn, want er bestaan mensen, zelfs christenen die maar uiterst moeilijk tot een ‘sorry’, een excuus of een ‘vergeef mij’ kunnen komen. Zij staan fier overeind met hun eigen mening, hun eigen zienswijze hun eigen beeldvorming en hun eigen gelijk. Zo’n houding staat haaks op discipelschap. Dan moet je het buigen nog leren. Een I is een gebogen C: “Niet meer ‘ik’, maar Christus leeft in mij”, dat is discipelschap.
Sta vast in het Woord
Ik bedoel niet een tegemoetkomendheid en een buigen dat ‘slappe hap’ is. Want naast de dienstbaarheid is het is belangrijk om vast te staan in het Woord, sterk zijn in de waarheid blijven. “Jezus zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen en u zult de waarheid kennen, en u zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8:31-32).
Zoeken naar meer
Mijn oproep is: Wees meer dan een kerkganger, meer dan zomaar een gelovige of een ooit bekeerd iemand, maar word een discipel die ernaar verlangt om te groeien. Strek je daarnaar uit in je leven. Verwacht dat God je meer wil gebruiken en wees ermee bezig om dat op nu nog kleine schaal te doen. Al doende krijg je dan soms bij wijze van spreken ‘een lik verf op je neus’, dat hoort er soms bij.
Een discipel-oor en een discipel-tong hebben
“De Heere Heere heeft mij als een leerling of een discipel leren spreken, om met het woord de moede te ondersteunen” (Jes. 50:4a). Dat staat er in de eerste plaats over Jezus die puur naar de Vader luisterde, maar ook voor ons is het een nuttig woord. Kun je dat? Of is er nooit iemand moe of mat en heb je nooit knikkende kniëen? Nou, ik af en toe wel hoor, dan moet ik me echt op God verlaten, anders ga ik bij wijze van spreken om. Wat moet je doen als je daarnaar verlangt om een ander te ondersteunen? Er staat achter: “Hij wekt mij elke morgen, Hij wekt mij het oor, zodat ik hoor, zoals leerlingen doen. De Here heeft mij het oor geopend…” (Jes. 50:4b).
Je moet een discipel-oor hebben om de stem van de Heer te kunnen horen en een discipeltong om het aan een ander te kunnen geven. Dat is een les om je in te bekwamen en te ontwikkelen, om daarin meer gebruikt te kunnen worden. Bidden dat je kan groeien in die dingen. En een discipel kent discipline en gehoorzaamheid aan de Heer, maar is ook bewegelijk en flexibel, bereid om er voor een ander te zijn, om hem of haar te ondersteunen, ook als het menselijk gesproken ongelegen komt. Begin er maar aan in het klein in zover je actie radius reikt en die is van ons allen nu nog beperkt tot ons leefgebied, maar straks mag je dat doen in het groot. Stel dat je straks over vijf of tien steden zult regeren, dan zul je nu toch al de wijsheid daarvoor moeten opdoen.
Discipelen zijn te herkennen door de liefde onder elkaar
Hoe herken en weet je nu dat wij discipelen zijn? Als je liefde hebt onder elkaar (Joh. 13:35). Zie, hoe lief ze elkaar hebben! Heb lief, dien, deel, heb gezag, hoor, spreek, draag vrucht! We hebben het beste boek, Gods Woord. We hebben de beste Gids, Gods Geest. Hebben wij onze navigatie ingesteld om door de heilige geest geleid te worden? (Rom. 8:14). Weet je waar je heen moet? Heb je je discipeloor open? Zo kun je ook je discipeltong gebruiken. Het is fantastisch om op die manier met de Heer te wandelen.
Een leerling willen zijn
We hebben geen luxe evangelie, geen welvaartsevangelie, want in het leven van een discipel komt ook lijden om de hoek kijken. Dat zien we bijvoorbeeld duidelijk in de levens van Job en Paulus. Jezus heeft het over je kruis op nemen en Hij spreekt over zelfverloochening. Dan zeg je ‘nee’ tegen dat wat cirkelt om jouw persoontje, waarbij jij zo in het middelpunt blijft staan. Wees een eenvoudige leerling, die wil luisteren, werp je niet op alsof je iets bijzonders bent. Hang niet die grote jongen of die flinke vrouw van God uit. Over het vrederijk staat er over leeuw en lam die tezamen weiden dat een kleine jongen ze zal hoeden (Jes. 11:6). Wees gewoon een kleine jongen, een klein meisje en je kan de ander hoeden.
Oefen in het huwelijk
Er is een uitdrukking over man en vrouw: ze leven ‘als kat en hond’ met elkaar. In Spreuken staat: “Het is beter om te wonen op de hoek van het dak, dan met een twistzieke vrouw in één woning.” Ik weet niet of iemand van de broeders dat wel eens heeft gedaan: op de hoek van het dak te gaan zitten… Dat is erg, want dan zit je op dierlijk niveau: ze kunnen niet met en ze kunnen niet zonder elkaar. Hoe heerlijk als je samen leeft in het huwelijk al lerende als discipel en samen op weg bent van menselijk naar goddelijk niveau in de omgang met elkaar. Om meesterlijk te worden, dat is aan de Meester, Jezus gelijkvormig.
Opleiding
We zijn in opleiding, het is stagetijd. We mogen nog leren en Gods wijsheid opdoen, maar ook afleren, wat een genadetijd. Ook al heb je nog zoveel domheden uitgehaald. Je mag altijd opnieuw beginnen. Jezus zegt: Ik blijf van jou houden. Ik wil je trekken naar daar waar Ik ben, dat is in Christus in de hemelse gewesten geplaatst. Daar leer je om van bovenuit te denken, hoe de Heer over de dingen op aarde denkt en zo wordt je vernieuwd van denken. Bedenk de dingen die boven zijn, waar Christus is en maak van daaruit keuzes in jouw eigen leven.
De smalle, hoge weg en de prijs die het kost
Wat jammer is het als iemand de kosten berekent en vervolgens afhaakt en geen echte discipel wordt. Want sommigen vinden de poort te nauw en de weg te smal. En als de weg niet te smal is, dan is deze te hoog. Het is een hoge weg door de hemelse gewesten heen. Dat kost je een heftige strijd tegen demonen die je regelmatig proberen te nekken, het is niet enkel relaxen. Het vraagt erom als een hemelburger op aarde te leven (Fil. 3:20). Als je daar geen trek in hebt in die goede strijd van het geloof, dan kun je een voor het vlees prettige kerk opzoeken die de bijbelse boodschap wat aanpast bij deze tijd en een en ander relativeert: je kunt het rustig aan doen en je hoeft geen strijd voor je geloof te leveren. Je hoeft niet duidelijk kleur te bekennen, want vele dingen worden getolereerd die de Bijbel zonde noemt. Daar kunnen schepping en evolutie samen gaan, daar is abortus zelfbeschikkingsrecht van de vrouw, want ‘baas in eigen buik’ en over het leven van het kind dat ze nota bene zelf samen verwekt hebben, hoor je ze niet. Wij kunnen bewogen zijn met mannen of vrouwen die worstelen met hun eigen identiteit, dat zeker, maar zulke afvallige kerken zegenen relaties die de Bijbel zonde noemt. Wanneer je bewust openbare zonde vasthouden, dan kun je geen discipel van Jezus zijn, al zou je het willen, hebben we gelezen in Lukas 14.
Discipelschap kost je alles
Christen worden of een gelovige worden kost je niets, dat is genade, om niet, dat is gratis. Discipel worden kost je alles. Aan discipelschap hangt een prijs. De Heer vraagt alles, maar het is zo mooi dat Hij ook alles geeft. Hij overlaadt je met Zijn gaven en Zijn Geest geeft je de kracht. Je weet dat het wat kost. Stel, je komt aan de kassa van de supermarkt met je wagen vol boodschappen. Wanneer je zomaar door wilt rijden, zegt de kassière: “ho ho, eerst betalen”. De artikelen die je hebt gepakt, zijn geprijsd. Dan moet je in het natuurlijke de kosten hebben berekend en de prijs willen betalen, anders krijg je je boodschappen niet mee en zo is het in het geestelijke ook met discipelschap.
Als je denkt: ik wil mij in mijn natuurlijke familie lekker kunnen bewegen en ze moeten vooral niet merken, dat ik een radicale discipel van Jezus ben. Daar kun je voor kiezen, maar ik zou dat niet doen. Er staat dat vele discipelen niet langer met Jezus meegingen (Joh. 6:66). Ze waren Hem gevolgd vanwege de broden. Op een gegeven moment zeggen ze: “Deze rede is hard” (Jes. 6:60). Ze kunnen dat niet aanhoren. Het was hard voor hun vlees, voor hun natuurlijk bestaan. Ze voelden: Nu moeten we van alles los gaan laten en opgeven in ons leven. O wee, daar hadden ze helemaal geen trek, geen zin in. Jezus zei tegen zijn discipelen: “zouden jullie ook niet weggaan?” (Joh. 6:67) Dan zegt Petrus niet: waar zullen wij heengaan?
Zulke discipelen hebben we vandaag ook: ze hoppen en shoppen van de ene naar de andere gemeente. Ze denken dat het in een andere gemeente beter is, maar ze vergeten dat ze ook zichzelf weer meenemen. Zij zijn nog niet volmaakt en die gemeente is ook nog niet volmaakt. Maar Petrus zegt: “Here, tot Wie zullen we anders heengaan?” (Joh. 6:68). Naar wie anders dan tot Jezus!
Leef voor Gods aangezicht en niet voor loon van mensen
Hierin mogen we wandelen en de weg van discipelschap met volharding gaan. Als je in Hem blijft, dan draag je veel vrucht (Joh. 15). Na drie en een half jaar discipelschap kregen Jezus’ discipelen geen mooie check of een lintje. Zoek geen lintjes en schouderklopjes op aarde. Je krijgt geen medaille voor je trouwe dienst in de gemeente, maar doe het vrijwillig voor Gods aangezicht. Reken er niet op dat je altijd een ‘dank je wel’ krijgt, al doe je nog zoveel. Laat je niet ontmoedigen door teleurstelling dat je denkt: voor wie doe ik het eigenlijk? Nou, je doet het voor Hem, je leeft voor Zijn aangezicht, niet voor dat van mensen. Ga door met Jezus en het loon zal groot zijn in de hemelen als je hier van alles opgeeft. Het zal je terugbetaald worden en veel meer tot honderdvoud aan toe.
Discipelen en delegeren
Discipel anderen, vermenigvuldig je, verspreid het evangelie. Er zijn veilige voorbeelden in de gemeente om je aan op te trekken. Vervolgens kun je deelnemer worden in plaats van alleen maar toeschouwer te zijn in de gemeente. Je kunt eerst zelf ondersteuning ontvangen en vervolgens begin je verantwoordelijkheid te dragen en anderen te bemoedigen. Het is een proces van delegeren in vier stappen:
- Ik doe het en jij kijkt mee
- Ik doe het en jij helpt mij erbij
- Jij doet het en ik help je erbij
- Jij doet het en ik kijk mee
Tenslotte
Het leven van God vermenigvuldigt zich in aantal (we mogen in geloof bidden voor bijv. drie nieuwe, jonge gezinnen). Laat de werking van de Geest zich vooral ook in diepgang en inhoud vermenigvuldigen in je leven en de gemeente. Als wij roepen: “Ik wil meer van de Heer”, dan is Zijn echo: “Ik wil meer van jou.”
Zo mag je een discipel zijn die dicht bij de Heer leeft en zich dienend naar anderen opstelt. Amen!
Jildert de Boer © Verdieping en Aansporing
Geef een reactie