Beknopte uitleg doop in de Geest
Een tweede ervaring
Het is op grond van de Bijbel belangrijk te zien dat je bij de bekering en het tot geloof komen niet automatisch gedoopt wordt in de heilige Geest. Dit is een onderscheiden ervaring, die de Bijbel met verschillende termen weergeeft. Het een dient het ander te volgen!
We willen dit nader toelichten, ook omdat hier zoveel verwarring is, mede qua terminologie, door de volgende voorbeelden ter bijbelse ondersteuning:
In de evangeliën
- In het evangelie van Johannes wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen Jezus als “zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt” en Jezus als “deze is het, die met de heilige Geest doopt” (Joh.1:29,33).
- Na zijn opstanding blies Jezus op zijn discipelen en zei tot hen: “ontvangt (de) heilige geest” (Joh.20:22). Dit slaat op hun wedergeboorte.
Later zegt Jezus tegen de discipelen: “u zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze” (Hand.1:5). Op de Pinksterdag lezen we: “en zij werden allen vervuld met de heilige Geest”… (Hand. 2:4). Daaruit zien we dat de doop in de Geest tevens de eerste vervulling met de Geest is! De vervulling met de heilige Geest is iets wat zich voortdurend, aldoor, mag herhalen (Hand. 4:31; Hand. 13:52; Efeze 5:18).
- Jezus Zelf was verwekt door de heilige Geest (Luc.1:35), maar geboren uit het geslacht van David naar het vlees (Rom.1:3).
Tot op zekere hoogte kunnen wij dit vergelijken met onze wedergeboorte met dit verschil, dat Jezus nooit een oud leven heeft geleid, zoals wij. Wel kende Hij de strijd tijdens Zijn dagen in het vlees aan den lijve, maar leerde de gehoorzaamheid uit wat Hij geleden heeft in de verzoekingen door nooit te zondigen (Hebr.5:7,8; Hebr.2:18).
Jezus had de Geest vanaf zijn geboorte en wij vanaf onze wedergeboorte (Rom.8:9), maar terwijl Hij in gebed was na zijn waterdoop daalde de Geest op Hem neer (Luc. 3:21). Toen ontving Hij Gods kracht, om toegerust te worden voor Zijn openbare bediening!
- Ook wij mogen (hoeveel te meer!) bidden om de heilige Geest (Luc.11:13) en ook wij hebben de toerusting nodig door de kracht van de heilige Geest te ontvangen en zijn getuigen te zijn (Hand.1:8) door met de heilige Geest gedoopt en vervuld te worden! Dat is geen vanzelfsprekende zaak die je met de bekering meteen meekrijgt.
In de Handelingen
- In Hand.2:38 lezen wij de opeenvolging: bekering, doop in water en gave van de heilige Geest.
- In Hand.8:12-17 zien wij bij de Samaritanen het verschil tussen het geloof schenken aan het evangelie, de waterdoop en het ontvangen van de heilige Geest onder handoplegging.
- In Hand.9 lezen we over de bekering van Paulus, terwijl drie dagen later de discipel (!) Ananias hem de handen oplegt, zowel tot genezing van zijn blindheid, als opdat hij met de heilige Geest vervuld zou worden, waarna hij ook in water wordt gedoopt.
- In Hand.10 merken wij bij Cornelius en de zijnen dat God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken heeft (Hand.11:18). Daar viel de heilige Geest op allen die het Woord hoorden, waaruit bleek dat ook over de heidenen de heilige Geest was uitgestort, waarna het bevel tot waterdoop volgde (Hand.10:44-48). Petrus refereert hier aan de doop in de heilige Geest, die God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus (Hand.11:15-17).
- In Hand. 19 ontmoet Paulus enige discipelen te Efeze, die op de hoogte waren van de doop van Johannes en stelt hen de indringende vraag: “Hebt u de heilige Geest ontvangen, toen u tot geloof kwam”? Het gevolg was: hen dopen in de naam van de Here Jezus en het opleggen van handen, waarbij de heilige Geest over hen kwam (Hand. 19:1-7).
In de door Paulus geschreven Efezebrief staat: “In Hem zijt ook gij, daar gij met woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen (NADAT, zegt de St. Vert.!) gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte…” (Efeze 1:13).
In het Oude Testament
- In de wet lezen we bij het spijsoffer in Leviticus 2:4-6, waar de olie het typebeeld is voor de heilige Geest, zo opmerkelijk het onderscheid tussen enerzijds:
-het met olie aangemaakt en bestreken worden van de ongezuurde koeken.
En anderzijds daarop volgend:
-men zal het in stukken breken en gij zult olie daarop gieten.
Hier nemen we in een schaduwbeeld het verschil waar tussen de werking van de Geest bij bekering en wedergeboorte en de werking van de Geest bij de Geestesdoop, of het vol worden van de Geest.
- De profeet Ezechiël duidt in Ezech.36:26-27 op tweeërlei manier aan:
-een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste.
-Mijn Geest zal ik in uw binnenste geven en maken dat u naar mij inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt.
Dat wil zeggen: het ontvangen van de heilige Geest van God volgt op en komt na het verkrijgen van een nieuwe menselijke geest, dat is de wedergeboorte.
Eerste heiliging met een praktische uitwerking
Het is de aanvang van heiliging, om namelijk vervolgens gehoorzaam door de Geest te wandelen en het spoor te houden! (Galaten 5:16,25; vergelijk Hand.5:32). De ervaring in een moment van een “tweede zegen” mag en dient uitgewerkt te worden in een proces van heiliging in de levenswandel.
Jildert de Boer
Geef een reactie