Boekrecensie In het huis Mijns Vaders…
Boekrecensie
Jildert de Boer, In het huis Mijns Vaders… Een fascinerende ontmoeting met vijf onbekende geloofsgemeenschappen (Elburg: Uitgeverij Ipenburg, 2015), 548 pp.
door Cees van der Laan
In het huis Mijns Vaders
In het huis Mijns Vaders beschrijft Jildert de Boer vijf minder bekende geloofsgemeenschappen. De auteur is docent en tevens oudste in een evangelische gemeente te Harderwijk. Beschreven worden: de Gemeente des Heeren, de Spade Regen Gemeente, de Branham beweging, de Noorse Broeders, de Twee aan Twee gemeenschap. In deze recensie richt ik mij op de eerste drie, aangezien die aan de Pinksterbeweging zijn gerelateerd. Alle drie zijn zij in de vorige eeuw ontstaan.
Na een korte inleiding begint het boek met algemene kenmerken van sektarische bewegingen. Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van elke groep, een toetsing aan de Bijbel, en telkens aan het slot een aantal kritische kanttekeningen, soms gepaard gaand met adviezen aan de betreffende groep. Het boek eindigt met per groep een korte samenvatting, een opsomming van plussen en minnen en een conclusie.
De Gemeente des Heeren ontstond al in de jaren twintig. Al snel ging de beweging onder leiding van Johannes Orsel een eigen weg. Orsel stelde zich exclusief op t.o.v. andere geloofsgemeenschappen en predikte een extreme visie op gebedsgenezing. Ondanks vele problemen en enkele scheuringen heeft de Gemeente des Heeren zich gehandhaafd al valt zij nu in twee groepen uiteen. Samen tellen zij thans 8 gemeenten met ca. 800 gelovigen. De exclusieve houding bestaat nog steeds, maar het afwijzen van medicijngebruik laat men nu over aan het persoonlijk geweten van de gelovige.
De Spade Regen Gemeente is een afsplitsing van de Apostolische Geloofszending in Zuid Afrika. Te Benoni werd door Maria Fraser in 1927 het eerste ‘geloofshuis’ opgericht. In 1938 introduceerde br. D. Landheer de beweging in Nederland. Het geloofshuis Hefsibah te Apeldoorn geldt vanaf 1955 als landelijk centrum.
De 20 bewoners vormen een leefgemeenschap. In de weekends trekken de overige 60 gemeenteleden vanuit het hele land naar Hefsibah. Kenmerkend zijn o.a. de sterke nadruk op najagen van heiliging, belijden van zonden voor een getuige, geestelijke strijd en het aanroepen van het bloed van Jezus. De aanvankelijke exclusieve houding t.o.v. andere gelovigen is gelukkig losgelaten.
De Branham beweging voert terug op William Marion Branham (1909-1965). Branham verwierf in de jaren vijftig wereldwijd bekendheid met zijn genezingscampagnes. Hij behoorde tot de ‘Oneness Pentecostals’ (die niet in de Drie-eenheid geloven). Zijn bediening veranderde van een reizend evangelist naar die van een profeet van de eindtijd. Op basis van profetieën en visioenen kwam hij tot een aantal excentrieke leringen. Zijn aanhangers zagen hem als de engel of de Elia van de eindtijd. Zijn plotselinge dood als gevolg van een auto ongeluk kwam als een schok. Sindsdien luisteren zijn volgelingen naar bandopnamen van zijn 1188 preken en lezen zijn boeken. In Nederland zijn zes van deze gemeenschappen met samen ca. 450 leden.
Al met al is het met 548 pagina’s een weliswaar dik, maar goed leesbaar boek geworden. Hoewel het had hier en daar wel wat minder gedetailleerd gemogen. Ik waardeer de wijze waarop de schrijver zich in de geloofsgemeenschappen heeft verdiept, daar ik uit ondervinding weet dat sommige van deze moeilijk benaderbaar zijn. Zijn raadgevingen aan elke groep nemen soms de vorm aan van een appèl. Bij de Gemeente des Heeren vond in 2013 een scheuring plaats. De auteur tracht de beide groepen nader tot elkaar te brengen en roept de voorgangers op om hun hart ruimer en wijder te maken. Zijn bedoeling is nobel, maar ik betwijfel of een dergelijk boek hier het juiste middel is.
Niet eerder zijn deze vijf groepen zo uitgebreid onderzocht, behalve misschien de Gemeente des Heeren. De auteur heeft elke groep met een open vizier benaderd. Hij brengt veel nieuwe informatie naar voren. Hij spaart de groepen niet, de hier en daar sektarische tendensen of gevallen van misbruik worden benoemd. Zijn beschrijving komt eerlijk over en toont respect voor de eigenaardigheden van de beschreven groepen. Voor hen met een beperkte bekendheid van een of meerdere van deze groepen, kan hierdoor een meer genuanceerd beeld ontstaan. Misschien zelfs een aansporing tot een nadere kennismaking, immers in het huis Mijns Vaders…
Geef een reactie