Een levensgetuigenis
EEN LEVENSGETUIGENIS
“…het leven was het licht der mensen”
(Johannes 1:4)
Wat voor kijk heb jij op evangelisatie? Voor iedere christen zal evangelisatie een zaak zijn waar zijn hart warm voor klopt. Wie alleen al deel heeft gekregen aan de verzoening van zijn zondeschuld door het bloed van Jezus, Gods Zoon, verlangt ernaar dat ook anderen gered mogen worden en veel meer dan dat!
Vanuit mijn eigen leven
We hebben echter gemerkt – ook in ons eigen leven – dat evangelisatie gemakkelijk een soort hobby kan worden, een actief bezig zijn, een bedrijf. En een jagen achter anderen aan, waarbij je jezelf voorbij holt, kan nooit Gods bedoeling zijn.
Een visie hebben voor ‘Judea’ of ‘Samaria’ zonder te beginnen in ons ‘Jeruzalem’, dat wil zeggen: in ons eigen leven en ons eigen gezin, is een brug te ver. Je kunt druk zijn met en voor anderen, maar het werk aan anderen komt pas goed tot zijn recht als het evangelie werkzaam is in mijzelf en mijn gezin. “Zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen; want door dit te doen zult gij zowel uzelf als hen, die u horen, behouden” (1 Tim. 4:16). Het toezien en acht geven op mijn eigen leven – nauwkeurig vergeleken met de gezonde, bijbelse leer – leidt dus zowel tot het behoud van mijzelf als tot het behoud van anderen.
De basis ligt thuis
Ik kan pas een goed getuigenis hebben, als mijn leven een wandelend getuigenis is. Mijn woorden klinken hol als mijn daden niet dienovereenkomstig zijn. Wanneer mijn kinderen niet kunnen bevestigen: ‘wat pa zegt, is waar, want zo lééft hij’, dan voer ik een hoge toon zonder innerlijke klankbodem.
Thuis kennen ze mij en valt er niets te verbloemen. Voor een buitenstaander moet er van mijn leven een ‘kom’ uitgaan! Als zo iemand bij mij thuis uitgenodigd wordt, kan ik dan zeggen: ‘kom en zie’? Zie, hoe het evangelie door Gods genade in mijn gezin gewerkt heeft. Niet dat het daar al zo volkomen is, maar kan men proeven dat ons geloofsleven met God echt is en dat wij van mensen houden, ongeacht hoe ze (nog) zijn?
Of ben ik naar buiten gericht zonder dat de ‘binnenboel’ – mijn eigen leven en mijn eigen gezin – orde en aandacht heeft? De uitwerking van het evangelie – de gelukkig makende, blijde boodschap – zal toch allereerst zichtbaar en tastbaar moeten worden bij mijzelf en de mijnen die mij het meest na zijn.
Daarom volle aandacht voor ons ‘Jeruzalem’ voordat de kring groter kan worden. In de kleine kring van het gezin liggen de meest vormende en kostbaarste levenslessen verborgen. Hier merken we dat kinderopvoeding heel vaak ook zelfopvoeding is! Daar is de karaktertrek van dat kind, die je zo herkent. Bijvoorbeeld dat altijd maar weer jezelf willen verdedigen en rechtvaardigen. Dat is iets dat eerst bij jezelf in de dood van Christus overgeleverd dient te worden (2 Kor.4:10-11). Daarnaast kom je die tegendraadse natuur van dat andere kind tegen – had niet soortgelijke minder prettige eigenschappen? – dat het onderste in je naar boven kan halen aan reactie vanuit het vlees. Boze geesten zijn er uiteraard als de kippen bij om het vlees te bevruchten, zodat de zonde wordt geboren.
Wat een gelegenheden geeft de Here dan – te midden van je dartele kroost – het een en ander van het oude en er niet meer bij horende kwijt te raken. Om van dat vleselijke reageren verlost te worden en te veranderen naar het beeld van de Heer in bijvoorbeeld geduld en verdraagzaamheid. Een dergelijk leven spréékt!
Als er buitenstaanders bij ons thuis komen, hoeft niet alles perfect gesmeerd te lopen, maar belangrijk is wat voor sfeer men kan proeven. Merkt men vrede in huis en kan er een gehoorzaamheid bij en een goed gedijen van de kinderen opgemerkt worden? Heerst er godsvrucht in het gezin? Ervaren zij ontspannen harmonie tussen de ouders? (Of is die er voor deze keer op een onnatuurlijke wijze bovenop gelegd?)
Kracht tot daden
Het is ondoenlijk dit alles zelf voor elkaar te boksen. Daarom geldt: Handelingen 1 vers acht, waar we lezen: “gij zult KRACHT ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn…”. Het is de heilige Geest – de Geest der heiligheid – die ons in alle opzichten kracht verleent om getuigen te zijn, waar dan ook. Een getuige zijn heeft altijd te maken met zien en horen.
Paulus was van dichtbij, bij aanwezigheid, als het op daden aankwam zó als hij uit de verte, bij afwezigheid, door zijn brieven sprak (2 Kor. 10:11). “Daarom stellen wij er een eer in, hetzij thuis, hetzij in den vreemde, Hem welgevallig te zijn” (2 Kor. 5:9). Gemor in onze woningen moet verdwijnen, het was de ‘kinderziekte’ waardoor het volk Israël in de woestijn doolde en het beloofde land niet binnenkwam.
Wij hebben de aansporing: “Doet alles zonder morren of bedenkingen [meningsverschillen, hsv], opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende…” (Fil. 2:14-16). Dit is een levensgetuigenis! Het leven is immers het licht van de mensen! (Joh. 1:4).
Wij zijn niet uit (of: van) de wereld (Joh. 17:14-16), maar wel gezonden in de wereld (Joh. 17:18; Joh. 20:21). Daarbij geldt: eerst ons eigen leven gezond en daarna de gezonde leer verkondigen, opdat ook andere levens gezond worden door het evangelie.
Een gezonde gemeente is een gezonden gemeente, dat wil zeggen: de eenheid, heerlijkheid en geur van Christus die openbaar komt en gesmaakt wordt, heeft aantrekkingskracht, “opdat de wereld gelove en erkenne” (Joh. 17:21-23). De eenheid van hart en ziel was de basis waarop de apostelen met grote kracht hun getuigenis van de opstanding van de Here Jezus gaven, en er was grote genade over hen allen (Hand. 4:32-33). In een warm nest kan God uit een koude wereld toevoegen! Zo werkt ware evangelisatie! Zijn er echter interne spanningen, dan verlammen die ook het getuigenis naar buiten.
Hoe word ik een mensenvisser?
Jezus sprak: “Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken” (Mat. 4:19). Hoe is dit in vele kringen verstaan? Het komen achter Jezus vertaalde men praktisch vaak met het komen tot Hem voor het ontvangen van zondevergeving. Door het op die wijze te verstaan, had men vervolgens nog maar één boodschap, namelijk: andere mensen beëvangeliseren, om ook hen tot zondevergeving te brengen.
Maar nu mogen we het zo begrijpen: “Komt achter Mij” heeft te maken met discipelschap en alles opgeven: “Zij nu lieten terstond hun netten liggen en volgden Hem” (Mat. 4:20). Achter Jezus komen houdt bijzonder veel in: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij” (Luc. 9:23). Dit is niet slechts komen tot Jezus voor vergeving van zonden, maar het zelf gewillig gaan van Zijn weg als een leerling of discipel van Hem!
Naarmate wij die weg van Jezus in gehoorzaamheid gaan, worden wij vissers van mensen. In de mate waarin ik zelf verder verlost word op de weg van Jezus, in die mate kan ik tot een hulp voor anderen worden! De prijs is zelfverloochening, maar in dat proces krijg ik deel aan de levensinhoud van Jezus en kan ik tot een bron en tot voeding voor anderen om mij heen worden. “En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel en die velen tot gerechtigheid [dat is heel veel meer dan zondevergeving!, JAB] hebben gebracht als de sterren” (Dan. 12:3).
Laat ons getuigenis zich mogen verdiepen, zodat ons eigen leven waar is en we ook de wijsheid opdoen en de gelegenheden benutten om anderen te winnen. Wees vrijmoedig door de kracht van de heilige Geest tot redding en hulp van zoekende zielen om je heen!
Jildert de Boer
Geef een reactie