Het geheim van de gemeente
HET GEHEIM VAN DE GEMEENTE
Wat is het lichaam van Christus?
De gemeente is een levend organisme, geen menselijke organisatie. Het Nieuwe Testament spreekt over de gemeente als LICHAAM VAN CHRISTUS, Hij het hoofd en wij de leden. Nu zijn er wel vele leden, doch slechts één lichaam (1Kor. 12:20; Rom. 12:5). Meerdere lichamen van Christus bestaan er eenvoudigweg niet. Je kunt mensen horen spreken over “het verdeelde lichaam van Christus”, maar deze uitdrukking is een inwendige tegenstrijdigheid, want een verdeeld lichaam is dood, is een lijk.
Het levende lichaam functioneert echter in AL ZIJN GELEDINGEN (Ef. 4:16). Door de diensten, die God aan het lichaam van Christus gegeven heeft, worden de heiligen toegerust tot dienstbetoon (Ef. 4:11-12). Omdat op die wijze alle heiligen hulp ontvangen om mee te gaan dienen, vindt er opbouw van het lichaam van Christus plaats. Zo ontstaat de gezegende ontwikkeling, die Petrus schetst: “Dient ELKANDER, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de VELERLEI genade Gods. Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God; Dient iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend, opdat IN ALLES God verheerlijkt worde door Jezus Christus, aan Wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen” (1 Petr. 4:10-11).
Het lichaam van Christus kent geen aards hoofdkwartier, zoals veel sekten wel hebben. Haar enige Hoofd is Christus Zelf! Zij is er slecht op gericht de mensen te binden aan het Hoofd, niet aan een organisatie, een persoon, een naam, een instituut, tradities van mensen, kerkordes, liturgieën en vaste rituelen. Onze levendige interesse dient zich slechts te richten op de werkingen, die van het Hoofd, Jezus Christus uitgaan en dan kan het lichaam met Zijn leden functioneren. Het aardse lichaam van Jezus hing aan het kruis en zij die LEDEN van Hem zijn, hangen daar met Hem mede gekruisigd (Gal. 5:24). Bent u op die wijze een lid van Christus’ lichaam? Een ander lidmaatschap met pen en papier is helemaal niet interessant en bevordert veeleer partijvorming. Aan het kruis heeft Christus de vijandschap gedood en alle partijmuren omver gehaald (Ef. 2:14-17).
Gods remedie is het kruis
De hoofdzaak voor ons is of ons eigen leven aan het kruis met hem, want dan zijn we in Zijn lichaam als levende leden. Zo niet, dan blijft het een vleselijk christendom met als gevolg eindeloze moeilijkheden: eigen wil, eigen mening, eigen gelijk en daarmee onenigheid, heerszucht, geldingsdrang, eigen eer, verdeeldheid en twist. Gods grote oplossing is: aan het kruis ermee! Aan Christus heeft in Zichzelf vrede. Daar werden de twee (Jood en heiden) tot één lichaam verbonden en weer met God verzoend (Ef. 2:14-16). In dit lichaam heerst slechts één wil, namelijk het doen van Gods wil! Zij, die tot Christus’ lichaam behoren, zijn niet zo geïnteresseerd in discussies over allerlei leerstellingen, maar veel meer in het DOEN van Gods wil en het verloochenen van de menselijke wil. Jezus is onze vrede en Hij verkondigt vrede aan Jood en heiden, want door Hem hebben zij beiden in één Geest de toegang tot de Vader (Ef. 2:17-18). Degenen die met Hem aan het kruis zijn, wat hun eigen zelfleven betreft, zijn één van Geest (Ef. 4:3) en gaan op weg om één van zin en gevoelen te worden (1 Kor. 1:10), de eenheid des geloofs te bereiken (Efeze 4:13) en zelfs zo één gelijk de Vader en de Zoon één zijn (Joh. 17:20-23).
Zij die aan de voet van het kruis zijn en daar vergeving verkregen hebben door een blik op het kruis, zijn niet één, maar staan nog aan het begin. Helaas blijven velen daar voor het kruis staan en hun zelfgerichte leven komt niet daadwerkelijk OP het kruis, om met Hem te sterven en een nieuw Christus gericht leven te leiden. Velen zijn als het volk Israël in de woestijn, dat vergeving ontving door te blikken op de koperen slang (Joh. 3:14-15). Weinigen zijn er die als Jozua en Kaleb de Here VOLKOMEN volgen (Num.14:24), die het Lam volgen waar Hij ook heengaat (Openb. 14:4). De weg van het Lam voert naar het kruis. Het volk Israël kreeg genezing van de slangenBETEN (Num. 21:8-9). In onze tijd vinden velen verzoend worden met God genoeg. Wij willen grondig verlost worden van de slangen zelf, de demonen, en meer en meer deel krijgen aan de Lamsgestalte, dat wil zeggen: zachtmoedig en nederig van hart worden als Jezus! (Matth. 11:29).
Nederigheid als grond voor eenheid
Denkt u dat er tussen nederige mensen moeilijkheden ontstaan? Daarom is het zich vernederen onder elkander de sleutel tot het verstaan van het lichaam van Christus (Ef. 5:21; Jak. 4:6;1 Petr. 5:5). OOTMOED IS DE GROND VOOR EENHEID! Dan willen al die menselijke willen buigen voor die ENE wil die in Christus‘ lichaam geldt: Gods wil! Dit leven heeft Jezus ons voorgeleefd in zijn aardse lichaam. God geeft ons genade en Geestkracht, om Gods wil eveneens te gehoorzamen in het geestelijke lichaam van Christus, de gemeente!
Christelijke partijschappen
Vele christenen menen op de jongste dag als bij toverslag één met elkaar te worden. Dat riekt naar valse troost: het is zeer de vraag of zij die NU niet één met elkaar willen zijn straks wel één met elkaar zullen zijn. Gods Woord is scherp over partijschappen. Partijschappen zijn openbare zonde. Deze schande noemt men christendom. Alsof het nut heeft dat enige naam naast die van Christus ons leven tooit.
Hoe vaak vraagt men niet: van welke richting bent u? Antwoord: “ik ben een christen” (Hand. 11:26). Wat wilt u nog meer? Is dit niet voldoende? Zo’n erenaam – bij Christus te mogen horen en Hem te volgen – is toch genoeg? Bij de aangifte van onze kinderen bij de burgerlijke stand vraagt men naar godsdienst. Ik heb ervaren dat ‘christen’ zijn dan niet telt. Dus word je een plat streepje, ofwel “geen”, kortom: buitenkerkelijk, zoals dat heet. Het zij zo. Wij verheugen ons er niettemin over dat onze namen staan opgetekend in de hemelen (Luk. 16:20).
Richting: van boven, hemels
De Here Jezus had het over twee richtingen. Hij zei: “Gij zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld” (Joh. 8:23). Christen, die van boven geboren en niet van deze wereld zijn, hebben hun gezindheid in het hemelse en bedenken de dingen die boven zijn, waar Christus is, niet die op de aarde zijn (Kol. 3:1-2). Zij doen maar één ding: vergetende hetgeen achter hen ligt en zich uitstrekkende naar hetgeen voor hen ligt, jagen zij naar het doel, om de prijs der roeping Gods die van boven is, in Christus Jezus (Fil. 3:14).
Richting: van beneden, aards
Jezus sprak ook over de andere richting: “Wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde” (Joh. 3:31b). Ieder wordt openbaar door zijn of haar taal. Ondanks misschien fraai klinkende naamgeving, blijkt uit het spreken waar het hart is en waar schatten verzameld worden. Je kunt horen dat de interesses van vleselijke christenen op het aardse, zichtbare niveau belanden, omdat Gods Woord niet het volle gezag over het gehele leven krijgt. Er is dan veel stof tot discussie met vele menselijke meningen, in plaats van Gods mening over een zaak te zoeken en te vinden. Daarbij komt het zoeken van eigen gelijk en recht vanwege sterke, menselijke persoonlijkheden. Zelfzucht, bittere jaloersheid en heerszucht komen naar voren en de hemelse wijsheid die zich onder meer uit in reinheid, vreedzaamheid, gezeglijkheid, zachtmoedigheid en onpartijdigheid (vergelijk Jak.3:13-18).
Menselijke muren of een goddelijke muur
Tweedracht en partijschappen behoren tot de werken van het vlees (Gal. 5:20). Deze dienen afgelegd te worden, omdat ze scheiding maken tussen broeders. Deze dingen worden gevoed door het overeind houden van kerkmuren, menselijke naamgeving, leidersposities, menselijke organisaties en specifieke dogma’s.
Ons geldt slechts één grote en hoge muur (Openb. 21:12), die satan, wereld en zonden buiten houdt. Dat geeft Gods uitdrukkelijke bedoeling aan dat wij gescheiden worden van alle openbare zonden en dat wij onszelf onbesmet van de wereld bewaren.
Denominatie – sektarisme moeten echter stoppen. Zulke tussenmuren hebben in Gods ogen geen bestaansrecht. Toch staan velen op hun muren om het goed recht van hun partij te verdedigen, terwijl Gods Woord geen partijschappen duldt! Is Christus gedeeld? (1 Kor. 1:10-13). Nijd, twist en verdeeldheid zijn de kenmerken van vleselijkheid en menselijkheid en terwijl men zich beroept op “ik ben van ……” (volgt: naam van een leider) is er sprake van onveranderde levens (1 Kor. 3:1-4). Paulus verdedigde dit vlees niet, maar ontmaskerde het. Hoe kan men dan in onze tijd zo prat gaan op namen naast Christus en naast de gemeente van Christus of de gemeente van God? Vanwaar ruim tien kerkgenootschappen met ‘gereformeerd’ in hun namen, zich onderscheidend door voor-, achter- of tussenvoegsel daarbij? Is de ‘evangelische beweging’ en de ‘pinksterbeweging’ niet net zo goed (?) schromelijk verdeeld? Hoe bestaat het dat er in ons landje pakweg tien ‘apostolische’ richtingen bestaan? Waarom handhaaft men een naam als ‘baptistengemeente’, als Paulus zegt “want Christus heeft mij niet (primair) gezonden om te dopen, maar het evangelie te verkondigen”? (1 Kor.1:13-17).
Welke ontwikkeling en welke richting: Bruid of Babel?
Gods hart verlangt ernaar oprechte christenen tot eenheid te brengen en te roepen onder het Hoofd, Christus. Buiten de legerplaats dragen ze Zijn smaad (Hebr. 13:13). Daar werd hun Meester gekruisigd en nu komt hun leven aan het kruis en leven zij niet langer meer (voor) zichzelf, maar voor Hem (2 Kor. 5:15). Onbegrepen zijn zij door de godsdienstige wereld, maar geliefd echter in Gods ogen. Zij maken geen naam op aarde, maar zijn trouw aan Christus in het verborgene (Kol. 3:3; Ps. 51:8). Hier is innerlijke, geestelijke ontwikkeling totdat zij de EENHEID van het geloof en van de volle kennis van de Zoon van God bereikt hebben (Ef. 4:13). De Bruid, de eerstelingen of de zonen Gods worden gevormd in deze tijd voor het nieuwe Jeruzalem dat van boven nederdaalt. De Bruid heeft gemeenschap aan Zijn lijden (Fil. 3:10) en daarom ook aan Zijn heerlijkheid (Rom. 8:17-18).
Het grote, religieuze Babel daarentegen kenmerkt zich door verwarring, vermenging, verstrooiing en verdeeldheid. Het is de grote hoer, die tweeërlei gemeenschap heeft: zij zegt God lief te hebben, maar heeft tegelijkertijd de wereld lief. Scherp schrijft Jakobus hierover: “Overspeligen, weet gij niet, dat vriendschap met de wereld vijandschap is tegen God is”? (Jak. 4:4). Johannes zegt over deze dingen: “hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem” (1 Joh. 2:15). De hoer wordt gekenmerkt door het ontlopen van het lijden naar het vlees, maar wil juist genieten in het vlees. Het kruis over het eigen leven wordt niet gepraktiseerd, al roemt men erin dat Christus aan het kruis van Golgotha tot een verzoening voor onze zonden is geworden en alles heeft volbracht. Een halve waarheid! Er ontstaat geen goede geestelijke ontwikkeling, want er is een dubbele gezindheid: God en wereld dienen. Er is veel vermaak en genot, streling van het gevoelsleven door veel entertainment en geldzucht speelt vaak een rol. Het is een menselijk godsdienst, die het zelf-leven voedt en zaken doet met de wereld, terwijl God Zelf een gepaste plaats daarin krijgt, dus eigenlijk een bijrol vervult. Het mag niet teveel van jezelf kosten. Je moet er niet teveel voor hoeven op te geven, zodat je grotendeels je eigen leventje kunt voortzetten en genieten. Lijden wil de hoer niet, welvaart en rijkdom wel. In Babylon wordt ruimte gegeven aan openbare zonden NAAST het dienen van God en men is graag bezig met allerlei aardse programma’s. Gods Woord wordt van kracht beroofd door uitleg- en inlegkunde die relativeren, in plaats van er gehoorzaam aan te zijn. Gods stem roept tot hen die in dit Babel gevangen zitten: “Gaat uit van haar MIJN VOLK, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen” (Openb. 18:4). Het grote Babylon zal vallen, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken (Openb. 14:8).
In welke richting bent u zich aan het ontwikkelen in deze eindtijd? Velen in de christenheid bewegen zich op hellend vlak: van vuil naar vuiler. Hoe groot is het evenwel om heilig te zijn en NOG MEER geheiligd te worden (Openb. 22:11). Het is OF wereldgelijkvormige en zelfgerichte ontwikkeling, OF op Christus gerichte en Christus’ gelijkvormige ontwikkeling. Aan u de keuze tussen geestelijk overspel plegen met de wereld en haar begeren (HEBzucht) en menselijk religieus te zijn, OF tot Bruid van Christus gevormd en opgeleid te worden (ZIJNzucht, om Zijn gelijke te worden!
Jildert de Boer
Geef een reactie