Licht over het dodenrijk (deel 4)
LICHT OVER HET DODENRIJK (4)
De hoop voor de volken
De mens leeft in twee werelden en het verschil tussen wedergeborenen en niet wedergeborenen
Wedergeboren christenen leven met hun lichaam op aarde, maar naar ziel en geest in de hemelse gewesten (Ef. 2:6). De wedergeboren mens wordt – als hij de wederkomst van de Heere Jezus Christus niet meemaakt – bij zijn lichamelijk sterven in de aarde begraven, maar geestelijk neemt hij volledig zijn intrek bij de Heere in de hemel (Fil. 1:21-23; 2 Kor. 5:1, 6-8).
Mensen, die Jezus Christus niet kennen als hun persoonlijk Verlosser van de zonde, leven ook in twee werelden: op aarde met hun lichaam en geestelijk gesproken naar hun inwendige mens, ziel en geest, in het dodenrijk (Ef. 2:1-3). Na zijn sterven op aarde blijft de niet-wedergeboren mens in de situatie van het dodenrijk. Het moeten in de loop der geschiedenis van de mensen wel miljarden mensen zijn die in de situatie van het dodenrijk zitten. De kernvraag is: is er nog hoop voor al deze volksstammen die zich daarin bevinden?
Jezus Christus is de unieke weg tot God de Vader
Als God zegt dat Hij wil dat alle mensen behouden worden (2 Petr. 3:9), dan heeft Hij daar ook niemand van te voren daarvan uitgesloten (dat is de valse leer dat God mensen zou verwerpen van eeuwigheid, in Zijn raadsbesluit van vóór de grondlegging der wereld).
Wij hebben de roeping het evangelie te verkondigen en alle volken tot Jezus’ discipelen te maken (Matth. 28:19). Daar mogen we waar we kunnen mee doorgaan, ook in onze persoonlijke contacten. Wat wij gunnen aan de volken in het groot, willen we in het klein nu in eigen omgeving al zien werken, dat we mensen mogen verlokken en uitnodigen tot het heil. Wanneer wij het evangelie verkondigen tot redding van onze zonden, dan prediken we Jezus Christus als:
- De weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Hem (Joh. 14:6).
- En de behoudenis is in niemand anders en er is onder de hemel geen andere naam (dan Jezus Christus) gegeven, waardoor wij behouden moeten worden (Hand. 4:12).
- De ene Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus (1 Tim. 2:5).
De Bijbel roept de mensen steeds op in dit aardse leven zich te bekeren tot God en te geloven in het verlossingswerk van Jezus Christus. Hij heeft van God uit de brug geslagen over de scheiding of kloof die er gekomen was tussen God en mensen sinds de zondeval. De goede keuze of beslissing moet genomen worden in dit leven. Mensen mogen er niet vanuit gaan dat zij later nog een tweede kans krijgen. De Bijbel zegt: “Zie nu is het de dag van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil!” (2 Kor. 6:2) en “heden indien als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet”(Hebr. 3:15; Hebr. 4:7c). Wie welbewust tijdens zijn leven op aarde het evangelie heeft afgewezen, krijgt volgens de Bijbel geen tweede kans.
Dat God rekening houdt met ieders achtergrond en omstandigheden is een hele andere zaak, maar dat is geen excuus om de kans om de uitgestoken hand van God in Jezus Christus te grijpen lichtvaardig voorbij te laten gaan. Ieder is persoonlijk verantwoordelijk en wie het evangelie achteloos aan zich voorbij laat gaan neemt grote en ernstige risico’s. De Bijbel waarschuwt ervoor dat wij zonder Jezus Christus te kennen in onze zonden zullen omkomen, anders gezegd: voor eeuwig verloren zullen gaan.
Dat moet nadrukkelijk gezegd worden. Pas dan kunnen we voorzichtig iets zeggen of er vanuit Gods gezichtspunt gezien ook sprake kan zijn van verzachtende omstandigheden of een levenssituatie waarvoor een verontschuldiging gerechtvaardigd zou kunnen zijn.
Uitzonderingsgevallen en uitzonderlijke posities
Veel christenen zijn van mening dat er buiten het persoonlijke aanvaarden van Jezus Christus geen enkele redding voor de eeuwigheid mogelijk is. Zij denken dat nu de lichtzijde van het dodenrijk leeg is sinds Christus daar kwam. Zij gaan ervan uit dat allerlei soorten mensen buiten Jezus Christus zonder meer verloren gaan, omdat die allemaal in de duistere zijde van het dodenrijk zouden zitten.
Wanneer zij Jezus Christus niet gekend hebben, kan hun bestemming inderdaad niet de hemel zijn, maar komen zij in het dodenrijk. Het is gelukkig niet zo dat alle mensen die in het dodenrijk zijn beland, linea recta worden doorverwezen naar de hel of de poel van vuur. Bovendien is het pas bij het laatste oordeel dat er een tweede, algemene opstanding zal zijn (Op. 20:5,13). De klassieke, traditionele visie (zwart-wit: hemel of hel) is te kort door de bocht. De hel of poel van vuur zal er pas aan het eind zijn en als eerste komen de antichrist en Apollyon daar terecht (Op. 19:20). Nu is de hel leeg, of beter gezegd: bestaat de situatie ‘hel’ nog niet.
Hoop voor allerlei categorieën mensen in de onzienlijke wereld van het dodenrijk
Er zijn heel wat soorten mensen die NIET de mogelijkheid hadden om Jezus Christus als Redder aan te nemen. Het is belangrijk ons daarover te bezinnen, ook al weten wij dat wij in een groot vertrouwen op God het oordeel veilig aan Hem kunnen overlaten. Zeker is het nuttig daar gedachten over te vormen en deze te ontvouwen voor zover Gods openbaring aan ons in Zijn Woord dit toelaat.
Ik noem een aantal categorieën van mensen, waarover we na kunnen denken in welke positie zij verkeren en we zullen zien dat het al dan niet geschreven zijn in het boek van het leven daar uitsluitsel over zal moeten geven:
- De oudtestamentische gelovigen hebben Jezus niet tijdens hun leven ontmoet. Velen zijn met Christus opgestaan en meegevoerd naar het hemelse paradijs, zoals Abraham, Lazarus en de ex-misdadiger aan het kruis. Anderen bleven nog wachten in het dodenrijk tot de laatste opstanding.
- Wat te denken van mensen die nog nooit van Jezus hebben gehoord? (Zij hebben wel met het verstand sinds de schepping kunnen doorzien dat er een Schepper moet zijn, Rom. 1:20).
- Hoe staat het met die heidenen die van nature doen wat de wet gebiedt, die daardoor zichzelf tot wet zijn en daarmee tonen dat het werk der wet in harten geschreven is… (Rom. 2:14-16).
- Mensen die een door de uitverkiezing beheerst evangelie hebben gehoord.
- Die een ander soort evangelie hebben gehoord dat geen evangelie is?
- Zijn de zes miljoen Joden die omgebracht zijn in de gaskamers in de Tweede Wereldoorlog allemaal verloren?
- Wat te denken van gestorven vruchten in de moederschoot?
- Baby’s die vroeg overleden zijn en kinderen van ongelovigen (vergelijk Mat. 18:10,14).
- Psychiatrisch patiënten die verminderd toerekeningsvatbaar zijn.
- Mensen die tegen hun wil gebonden waren door overweldiging van boze geesten, maar eigenlijk naar het licht verlangden boven de duisternis.
- Verstandelijk beperkten: hoe hebben die bewust en volledig deel kunnen krijgen aan het evangelie?
- Gaan bijv. alle Jehovah’s Getuigen verloren door de dwaalleringen in hun organisatie?
Naast Gods algemene openbaring in de schepping zal God alle mensen door en door rechtvaardig en eerlijk beoordelen naar hun ingeschapen geweten en werken. Dit al naar gelang hun situatie en hun wel of niet gekregen mogelijkheid en kans. Is dit een tweede kans? Vele mensen hebben nooit een eerste kans gehad om het evangelie van Jezus Christus tot heil en heerlijkheid in Zijn volheid aan te nemen. Misschien hebben zij een vertekend of verdraaid evangelie gehoord dat geen evangelie is en zijn daardoor geestelijk in de gevangenis gebleven.
Helaas hebben anderen aan wie Jezus Christus wel in geest en waarheid gepredikt is Hem welbewust afgewezen als Redder van hun zonden in hoogmoedig vertrouwen op zichzelf dat zij toch naar hun eigen maatstaven goed leefden en ieder het zijne hebben gegeven. Humanisten willen vaak niet inzien dat zij zondaren zijn. Zij zijn zichzelf tot norm en hun begrip van goed beschouwen ze als goed en willen veelal helaas niet weten van de goddelijke normen van goed en kwaad die daarboven staan.
Barmhartigheid overwint het oordeel
In Mat. 25:31-46 gaat het niet over het oordeel over de gemeente, maar de volken worden voor Hem verzameld en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken.
Niet alle heidenen hebben geleefd zoals Rom. 1:18 schetst: “Want de toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.” Zulke mensen geeft God over aan de machten der duisternis (Rom. 1:24,26,28).
Het is ook mogelijk dat mensen, zelfs heidenen, van nature doen wat de wet gebiedt (Rom. 2:14) en de barmhartigheid doen (Mat. 25:40) en barmhartigheid roemt tegen het oordeel (Jak. 2:13b). De NBV zegt: “De barmhartigheid overwint het oordeel.” De HSV geeft deze tekst weer met: “En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel. “ Deze mensen, die de goddelijke trek van barmhartigheid praktiseerden, zonder dat ze de Heere hebben gekend (Mat. 25:35-40), behoren tot de lichtzijde van het dodenrijk. Of met een ander bijbels beeld: tot het bovenste deel van de zee, waar licht en leven is. Deze mensen gaan niet verloren. De Koning zal hun antwoorden en zeggen: “Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van de minsten van mijn broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan” (Matt. 25:40).
We denken bijvoorbeeld aan de barmhartige Samaritaan, aan de Ethiopiër Ebed-Melech, die Jeremia liefdevol uit de put haalde (Jer. 38:7-13) en aan de Egyptische vroedvrouwen Sifra en Pua (Ex. 1:15-12) van wie gezegd werd: “De vroedvrouwen echter vreesden God en deden niet wat de koning van Egypte gezegd had, maar lieten de jongens in leven” (Ex. 1:17).
Het herstel in het duizendjarig vrederijk
Er is hoop voor de volken dat zij niet allemaal verloren zullen gaan. In het duizendjarige vrederijk heerst Christus als koning en zullen zij, die met Hem overwonnen hebben, met Hem als ‘koningin’ regeren over de aanwezige onderdanen, dat zijn de volken. De zonen van God, die Hem gelijkvormig zijn geworden, functioneren dan in een verheerlijkt lichaam, want zij delen in de eerste opstanding (Op. 20:4-6). Zij zijn de eerstelingen.
Zij zullen de verre kustlanden, die de tijding aangaande de Heere nog niet hebben gehoord, noch Zijn heerlijkheid hebben gezien, die heerlijkheid onder de volken verkondigen (bijv. Jes. 66:19). De gerechtigheid zal heersen en wereldwijd zullen zij de mensen tot bekering en verzoening, doop in de Geest, bevrijding van demonen en innerlijk herstel brengen. Dit betreft de levende volken, die dan bij de wederkomst van Christus met zijn heiligen (de gemeente met verheerlijkte lichamen) op aarde aanwezig zijn, die niet mee zijn gegaan met de antichrist en die zijn merkteken niet hebben gedragen, maar evenmin door geloof in Christus tot de gemeente behoren. Zij kunnen het evangelie in al zijn volheid horen zonder de beïnvloeding van satan, die immers in de gevangenis van de afgrond geketend zit (Op. 20:1-3). Ook al zijn de omstandigheden gunstig tijdens deze periode van het vrederijk: altijd loopt de weg naar de redding via Jezus Christus alleen. Het is niet meer mogelijk om dan nog tot de zonen van God of de vrouw van het Lam te gaan behoren, want dat is gegaan door een weg van strijd en lijden naar overwinning en heerlijkheid. Ook dan is het mogelijk dat sommigen onveranderd en onbekeerlijk blijven: “zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige sterven” (Jes. 65:20b). Hoewel de dood in het duizendjarige rijk wordt teruggedrongen, is hij nog niet volledig afwezig.
In het boek des levens met bestemming: genezing van volken op de nieuwe aarde
Hoe zit het met de gestorven volken in het dodenrijk? Gaan deze allemaal verloren in de tweede dood of de poel van vuur? Bij het laatste oordeel blijken vele mensen, die naar hun door God ingeschapen geweten met de natuurlijke barmhartigheid leven op grond van hun werken, te staan in het boek des levens (Op. 20:15; Mat. 25:34-40). Ze waren niet uit het boek des levens uitgedelgd (Ps. 69:19). Zij stonden echter niet in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging van de wereld (Op. 13:8 en Op. 21:27), waar alleen de gelovigen in Christus in staan.
Hier is sprake van de tweede, algemene opstanding na het duizendjarig rijk (Op. 20:5). Jezus sprak: ”En zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5:28b-29; vergelijk Dan. 12:2 en Jes. 25:7-9). Let wel, het gaat hier niet over gelovigen in Christus, want zij hadden deel aan de eerste opstanding (Op. 20:4-6). Vele mensen (volken) zullen vanuit de lichtzijde van het dodenrijk op de nieuwe aarde komen en zij moeten daar nog herstel en genezing vinden bij de bladeren (beeld van geestelijke gaven) van het geboomte des levens (staat symbolisch voor de zonen van God, die de zuchtende schepping zullen herstellen – Rom. 8:19) (Op. 22:2). Veel van deze categorieën van mensen hadden nog nooit van Jezus Christus gehoord, of verlangden wel naar het goede, omdat zij hongerden en dorsten naar de gerechtigheid, maar werden daarbij overweldigd door de duivel (Hand. 10:38).”Door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men” (2 Petr. 2:19b).
Het herstel op aarde en het ingaan in het nieuwe Jeruzalem
Het herstelplan van God gaat op de nieuwe aarde door. Wij lezen daar naast de woorden over de gemeente 4x over de volken (Op. 21:3; Op. 21:24, 26; Op. 22:2) die bij het licht van de stad wandelen en nog door de poorten het nieuwe Jeruzalem in zullen moeten gaan (Op. 22:14) na hun gewaden gewassen te hebben en genezing te hebben ontvangen. Het komen tot behoud gaat dus nooit buiten het werk van Jezus Christus om en zij hebben zondevergeving, wedergeboorte, innerlijk herstel en vervulling met de Geest nodig. Zij worden dan als het ware overgeboekt van het boek des levens naar het boek des levens van het Lam (Op. 21:27). Maar zij kunnen niet meer tot de categorie overwinnaars of eerstelingen gaan behoren, want de weg daartoe kan alleen door middel van de vorming in de geestelijke strijd. Die is er hier niet meer, want het rijk van duisternis en dood is dan opgerold en ontmanteld en de Heere maakt alle dingen nieuw (Op. 21:4).
Jildert de Boer
©Verdieping en Aansporing
Geef een reactie