Relatievorming in deze tijd in bijbels licht

RELATIEVORMING IN DEZE TIJD IN BIJBELS LICHT

Schriftlezing

1 Korinthe 6:12-20 en 1 Korinthe 7:1-9 en 17-40

Het lichaam een tempel

12 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.

13 Het voedsel is voor de buik en de buik voor het voedsel, maar God zal zowel het één als het ander tenietdoen. Het lichaam is echter niet voor de hoererij, maar voor de Heere en de Heere voor het lichaam.

14 En God heeft niet alleen de Heere opgewekt, maar zal ook ons opwekken door Zijn kracht.

15 Weet u niet dat uw lichamen leden zijn van Christus? Zal ik dan de leden van Christus nemen en die maken tot leden van een hoer? Volstrekt niet!

16 Of weet u niet dat wie zich met een hoer verenigt, één lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot één vlees zijn.

17 Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem.

18 Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.

19 Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?

20 U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.

Het huwelijksleven

1 Wat nu de dingen betreft waarover u mij geschreven hebt: het is goed voor een mens om geen vrouw aan te raken.

2 Maar laat vanwege allerlei vormen van hoererij iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.

3 Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man.

4 De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.

5 Onttrek u niet aan elkaar, behalve dan met onderling goedvinden voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan vasten en bidden. Kom daarna weer bij elkaar, opdat de satan u niet zal verzoeken omdat u zich niet kunt onthouden.

6 Dit zeg ik echter als tegemoetkoming, niet als bevel.

7 Want ik zou wel willen dat alle mensen waren zoals ikzelf, maar ieder heeft zijn eigen genadegave van God, de één op deze wijze, de ander op die wijze.

8 Maar ik zeg tegen de ongehuwden en de weduwen: Het is goed voor hen, als zij blijven zoals ik.

9 Maar als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.

Verschillende roeping

17 Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft, zó moet hij wandelen. En zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.

18 Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij die besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen die onbesneden is, dan moet hij zich niet laten besnijden.

19 Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God.

20 Laat ieder blijven in de roeping waarin hij geroepen is.

21 Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik.

22 Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus.

23 U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen.

24 Laat ieder voor het aangezicht van God blijven, broeders, in de staat waarin hij geroepen is.

Ongehuwd zijn

25 Wat betreft hen die nog maagd zijn, heb ik geen bevel van de Heere. Ik geef echter mijn mening als iemand die barmhartigheid van de Heere heeft gekregen om trouw te zijn.

26 Ik denk dat dit goed is met het oog op de aanstaande nood, namelijk dat het voor een mens goed is om zo te zijn.

27 Bent u aan een vrouw verbonden, zoek geen losmaking. Bent u vrij van een vrouw, zoek dan geen vrouw.

28 Maar ook als u trouwt, zondigt u niet. Ook als een meisje dat nog maagd is, trouwt, zondigt zij niet. Zulke mensen echter zullen wel verdrukking hebben in het vlees en dat wil ik u besparen.

29 Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd beperkt is. Laten zij die vrouwen hebben, voortaan zijn alsof ze die niet hebben,

30 en zij die huilen, alsof zij niet huilen, en zij die blij zijn, alsof zij niet blij zijn, en zij die kopen, alsof zij niet bezitten,

31 en zij die van deze wereld gebruikmaken, alsof zij die niet gebruiken. Immers, de gedaante van deze wereld gaat voorbij.

32 En ik wil dat u zonder zorgen bent. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere, hoe hij de Heere zal behagen.

33 Wie echter gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe hij zijn vrouw zal behagen.

34 Er is onderscheid tussen de gehuwde vrouw en het meisje dat nog maagd is. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere om zowel naar lichaam als naar geest heilig te zijn. Zij echter die gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe zij haar man zal behagen.

35 En dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet om een strik over u heen te werpen, maar om u te leiden tot eerbaar gedrag en blijvende toewijding aan de Heere, zonder afgeleid te worden.

36 Maar als iemand denkt dat hij ongepast handelt ten opzichte van zijn aanstaande vrouw die nog maagd is, als de jaren van haar jeugd voorbij zijn en het op deze wijze behoort te gebeuren, laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet: laten zij trouwen.

37 Maar wie in zijn hart vastbesloten is en er niet toe genoodzaakt wordt, maar macht heeft over zijn eigen wil en in zijn hart besloten heeft dat hij zijn eigen aanstaande vrouw die nog maagd iszo zal houden, die handelt ook goed.

38 Dus: ook wie ten huwelijk geeft, handelt goed, maar wie niet ten huwelijk geeft, handelt beter.

39 Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere.

40 Maar zij is gelukkiger, als zij zo blijft, naar mijn mening. En ik denk ook dat ik de Geest van God heb.

  1. Inleiding

Het gebied ‘relaties’ ligt erg gevoelig en het raakt mensen in hun leven. Door de zonde zijn vele verhoudingen scheef gegroeid. Soms is het mogelijk met Gods wijsheid een situatie van gebrokenheid herstel aan te brengen, maar soms lukt dat helaas ook niet. De (demonische) geest van onze tijd ondermijnt het bijbelse huwelijk aan alle kanten. Veel (jonge) mensen vinden het overbodig om een huwelijk te sluiten en ook in christelijke kringen is het samenwonen al jaren in opmars.

Eveneens in vele christelijke richtingen is de teneur dat echtscheiding wegens allerlei redenen als een nu eenmaal voorkomend gegeven wordt beschouwd waar men zich bijna onvermijdelijk bij neerlegt. In christelijke gemeenten komen mensen binnen die door de gebrokenheid in deze wereld en in hun eigen leven inmiddels één of twee keer zijn hertrouwd na echtscheidingen. Om nog maar niet te spreken over mensen die voordat ze gingen trouwen al met 4, 5, 6 of 7 vrouwen of mannen geslachtsgemeenschap hebben gehad. Reken maar dat we in de eindtijd vele gebroken relaties in de gemeente van Jezus Christus zullen moeten opvangen, pastoraal begeleiden en ze met de wijsheid van de Heer tot een zo maximaal mogelijk herstel mogen brengen.

Jonge mensen die met de Heere willen leven, staan ook onder pressie van de geest in deze wereld om onzorgzuldig te zijn in de relatievorming. Flirten, dan met deze en daarna weer met die persoon, is een verzoeking tot onreinheid die zich in het leefmilieu waar we opgroeien en op scholen opdringt, alsof dit ook voor een christen de normaalste zaak van de wereld zou zijn. Ongehuwd samenwonen treedt brutaal zelfs op het christelijk erf naar voren alsof deze losse vorm een bruikbaar alternatief kan vormen voor het christelijk huwelijk.

De ernst van de zonde wordt in veel kringen afgeroomd en het gezag van de Bijbel wordt afgevlakt en staat voor velen ter discussie. Heeft God, onze Heere, altijd nog het eerste en het laatste woord? Nemen we het Woord 100% serieus? De duivel heeft er alle belang bij om juist ook op het christelijk erf onreinheid onder jonge mensen te voeden. Hoe weinig christelijke jongeren zijn er nog die met seks willen wachten tot het huwelijk. De weg van het vlees is altijd de weg van ongeduld en hartstochtelijk verlangen. Toch zegt een minderheid: ware liefde wacht! Wachten met seks totdat het huwelijk komt. Zij willen zich niet laten lijden door de lusten van het vlees die zich melden. Zij kiezen voor: ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet langer zelf (Gal. 2:20a). De Bijbel wijst heel duidelijk alle voorhuwelijkse en buitenhuwelijkse seksualiteit af. Binnen de veilige omheining van het huwelijk kan seksualiteit als iets heel moois beleefd worden, als iets dat God geschapen heeft.

De boze tracht christelijke huwelijken stuk te breken en de geest van de tijd pleit voor tolerantie en verdraagzaamheid. Vrije seks is ‘in’. Tsjonge, wie gaat er nou niet voor het huwelijk met elkaar naar bed? Wanneer je dat niet doet, dan vind men je hopeloos ouderwets. Men beschouwt je als van een andere planeet. Dan vinden ze je een groentje en denken vast dat je zo terughoudend bent omdat je een blauwtje hebt gelopen. Maar de kwestie is dat jij je REIN wilt bewaren voor God. Als je hier PAL voor Jezus bent en vaststaat op het Woord van God en je jezelf in de kracht van de heilige Geest – let wel: heilige Geest – bewaart, behoor je tot de uitzonderingen.

Als er zich menselijk gesproken schrijnende situaties van echtscheiding voordoen, wordt er soms eerder nogal toegeeflijk mee omgesprongen dan dat er heldere lijnen worden getrokken vanuit de Bijbel als Gods Woord. Daarbij worden de normen van Gods Woord naar beneden gehaald. Wanneer ik deze problematiek beknopt bespreek, gaat het mij niet direct om de maatschappelijke normen, maar hoe we met elkaar omgaan in de christelijke gemeente op dit terrein. De tijdgeest zegt namelijk onder invloed van demonen:

  • “Iedereen doet het immers…”
  • “Dat moet toch kunnen…”

Wij willen echter in de gemeente van Christus en in eigen leven:

  • Gods Woord (en dus Gods wil) HOOGhouden
  • Zonde ZONDE blijven noemen

Onverminderd geldt deze belangrijke pijler: “Laat het huwelijk bij allen in ere zijn en het bed onbevlekt, want ontuchtplegers en overspelers (hoereerders en echtbrekers, NBG-vert.) zal God oordelen” (Hebr. 13:4).

  1. Beheersing van de trouwlust en relatievorming

Er is een tijd geweest dat mensen als het ware ‘trouwgek’ waren. Tegenwoordig is het al gauw zo dat als men liefde in erotische zin voor elkaar voelt, dat men dan vrij snel en gemakkelijk bij elkaar intrekt en gaat samenwonen, vroeger ook wel als ‘hokken’ aangeduid.

Veel mensen hadden de overtuiging dat als je eenmaal je vrouw of man gevonden had dat je dan zo snel mogelijk getrouwd moet zien te raken. Hoe belangrijk is het echter om jezelf voor die tijd rein te bewaren op seksueel gebied en als christenjongere je te oefenen in godvrucht. Juist in je jeugdtijd wil de Heere je vormen thuis en in de gemeente om je zelfbeheersing te leren en niet zonder meer gemakkelijk mee te gaan met de lusten en begeerten van je lichaam. Dan geeft de Heere je later wel op Zijn tijd je man of vrouw. Laat eerst je dienen thuis en je dienen in de gemeente je maar vormen. Het is van groot belang dat we leren in onze jonge jaren de geest van onreinheid te weerstaan. Daarom is heilzaam overleg met je ouders van belang en als je gezeglijk – dat betekent: je laat je iets zeggen – i.p.v. rebels en weerspanning wilt zijn wat betreft hun goede raad: ga dan niet mee met de verkeringscultus van de moderne tijd, ook op christelijk terrein. Als je daarmee in zee gaat, heb je voor je het door krijgt heel vlot een serie meisjes of jongens versleten door geflirt met het andere geslacht. Terugkijkend gaat het dan om je zoveelste ex-vriend of ex-vriendin. Mijn vrouw en ik wisten het vroeger ook niet beter en hebben allebei op die manier een serie verkeringen gehad, al zijn we allebei dankbaar dat God ons ervoor heeft bewaard met iemand anders voor het huwelijk naar bed te gaan. Later krijg je van die dingen spijt en berouw. Het had bij wat we nu weten en mogen zien anders en beter gekund. Hoe goed is het te verstaan dat het zó Gods bedoeling niet is en dat flirten en ogenlust geen christelijke oplossing zijn om je begeerten te bevredigen. Ik ging ooit mee met een christelijk varend trainingskamp. Het motto was daar meteen: ‘niet flirten, maar getuigen.’ En de Bijbelstudie ging over ‘het is fijn om rein te zijn.’ Toch is een vriend van mij daar op dat varend trainingskamp zijn vriendin, later zijn vrouw, tegen gekomen.

Job had een verbond met zijn ogen gesloten en zei: hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken? (Job 31:1). In Spreuken 5,6 en 7 zit ook veel stof die hulp biedt om niet in de onreinheid te tuinen of je te begeven tot het kijken naar porno. De Bijbel gaat er heel realistisch mee om. Er staan in deze gedeelten veel waarschuwingen in voor de vreemde vrouw (dat is huiswerk voor de komende week!). Paulus schreef aan Timotheüs: “ontvlucht de begeerten van de jeugd” (2 Tim. 2:22).

Dat geldt uiteraard wat jeugdbegeerten betreft op meerdere gebieden, niet uitsluitend op seksueel gebied. Hoe blind kan je bijvoorbeeld als jongere bezig zijn een hoge carrière na te jagen of je door bijziendheid mee te laten slepen door allerlei aards plezier en een materialistische levenshouding? Vrouwelijk schoon of een stoere bink van een jongen kan ook je oog en hart afleiden, verleiden en verblinden. Het gezegde luidt niets voor niets: ‘liefde maakt blind.’

“Een mooie vrouw zonder inzicht is een gouden ring in een varkenssnuit” zegt Spreuken 11:22. Een goed richtsnoer is Spreuken 31:30: “Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de Heere vreest, die zal geprezen worden.” Word dus niet verblind door een knap uiterlijk en mooi voorkomen, want dat is lang niet alles. Een knap snoetje kan heel bedrieglijk zijn.

Het is een zaak om als je verlangt naar een relatie voor je leven daar eerst een tijd biddend tot God mee bezig te zijn zonder in een kramp te raken.

  1. Ongetrouwd zijn als roeping of genadegave

In 1 Korinthe 7 gaat het over het huwelijk. Daar staat dat je beter ongetrouwd kan blijven als je de genadegave om je te onthouden daartoe ontvangen hebt (1 Kor. 7:7). De grote seksueel misbruikzaak die in de R.K.-kerk aan de orde is, wordt mede daardoor veroorzaakt dat alle priesters in celibaat (= verplicht ongetrouwd) moeten leven, ook als verreweg de meesten daartoe helemaal geen genadegave hebben ontvangen. Diegenen die geen roeping hadden om ongetrouwd te blijven, komen seksueel onder druk te staan en zoeken dan de volstrekt foute uitlaatklep van het zich vergrijpen aan jonge kinderen (pedofilie).

Er zijn natuurlijk genoeg mensen die ongetrouwd een grote bediening hebben gehad. Ik denk bijv. aan Corrie ten Boom en aan zuster Moesje Alt van de Glorieklokken-bundel.

  1. Het huwelijk is niet enkel rozengeur en maneschijn

Veel jongen mensen denken dat men pas echt gelukkig wordt als men kan genieten van het getrouwd-zijn. Het is juist belangrijk ook in de tijd voor het huwelijk als ongetrouwde een gelukkig persoon te worden. Het huwelijk is niet het leven op een roze wolk. Dat mag in het begin zo voelen en lijken, maar dat is na de zes wittebroodsweken wel voorbij. Dan sta je weer beide benen in de aardse realiteit. Daarna kom je elkaar immers tegen met de hebbelijkheden en de onhebbelijkheden van man en vrouw, je loopt op tegen de prettige en minder prettige eigenschappen van de ander. Daar begint het grote vormingsproces in ieder huwelijk ten goede als je leert jezelf te verloochenen door je eigen wil te buigen, maar voor wie alleen zichzelf wil behagen ten kwade. Paulus zegt heel nuchter en wijs dat het huwelijk verdrukking voor het vlees brengt (1 Kor. 7:28) en dat je meer zorg krijgt voor aardse zaken (1 Kor. 7:33-34). Dat remt wel de hang die sommigen hebben om impulsief en snel te trouwen, in plaats van eerst met geduld en in volharding te zoeken naar Gods wil.

  1. Als de tijd rijp wordt, de jeugdjaren voorbij zijn

Het vleselijke element kan nooit wachten tot de tijd rijp wordt. Jongeren zouden alert moeten zijn op de zinsnede in 1 Kor. 7:36: “maar als iemand denkt dat hij ongepast handelt ten opzichte van zijn aanstaande vrouw die nog maagd is, als de jaren van haar jeugd voorbij zijn en het op deze wijze behoort te gebeuren, laat hij doen wat hij wil, hij zondigt niet: laten zij trouwen.” In 1 Kor. 7:37 staat de route voor wie nog langer kan wachten met zijn verloofde als je macht (oftewel zelfbeheersing) hebt over je wil. De verlovingstijd moet echter niet te lang duren. Van Maria weten wij niet hoelang haar verloving met Jozef duurde, wel dat zij nog maagd was (Matth. 1:18). Dat stemt ook overeen met wat 1 Kor. 7:9 zegt als verder uitstel te moeilijk wordt om het op een reine manier vol te houden: “Maar als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.” Een meisje wordt ten huwelijk gegeven (gameo) (1 Kor. 7:38). Het is zeker passend, veilig en goed om aan de vader van het meisje om haar hand te vragen, oftewel toestemming te vragen voor het huwelijk.

Wat is de jaren van haar jeugd voorbij zijn? Hoewel je niet een exact jaar kunt en mag aangeven, betekent dit wel rond je twintiger jaren te zijn om terecht te zeggen dat de tijd van de jeugd voorbij is. Ik geef een vergelijking. In het oude verbond kwamen van de volwassenen degenen van twintig jaar en daarboven het land niet in, behalve Jozua en Kaleb en de nieuwe, jeugdige generatie van onder de twintig jaar (Num. 14:29-30,38). Alleen twee oude, trouwe mannen en de nieuwe generatie, de jeugd, kwam het beloofde land binnen. Bij ongeveer twintig jaar beginnen de ‘jaren van onderscheid’ (Neh. 10:28) (= dan ben je zelf in staat om te oordelen). Dan ben je volwassen geworden en sta je niet meer onder supervisie van je ouders (tegenwoordig 18 jaar in plaats van 21 jaar zoals vroeger onder de Nederlandse wet).

  1. In reinheid je huwelijkspartner vinden

Wij die met en voor God willen leven, ook in de weg naar het huwelijk zullen niet als de heidenen zijn die – net als de dieren – door de hartstochtelijke begeerte van hun lichaam worden gedreven. Aan ons geldt de opdracht ons vat (voorwerp of lichaam) of onze wederhelft of onze gelijke (zijn eigen vrouw) te verwerven en bezitten in heiliging en eerbaarheid (1 Thess. 4:3-5). Dat is de bijbelse norm zowel voor als in het huwelijk.

Trouwen is een opgave die je niet moet onderschatten. Er is geloof en tijd nodig voor de jonge man om te ontdekken met wie God je samenvoegt, want een goede vrouw komt van de Heere, zoals er staat: “Wie een vrouw gevonden heeft, heeft iets goeds gevonden, en de goedgunstigheid van de Heere verkregen” (Spreuk. 18:22). Partnerkeuze is een zorgvuldige zaak.

Ga niet af op je eigen beoordelingsvermogen, want dat is lang niet altijd een betrouwbaar kompas. Neem geen onnodige risico’s bij zo’n belangrijke, eenmalige stap om je levensgezel of gezellin te vinden, want daar zou je later enorm veel spijt van kunnen krijgen als je te onverhoeds te werk bent gegaan. Vraag waar nodig raad en advies aan je ouders en/of aan de oudsten in de gemeente. Voor het meisje geldt: “een verstandige vrouw is van de Heere” (Spreuk. 19:14b). Leeft zij goed en welbehagelijk voor God? Een godvrezende jongen zou zo’n meisje op kunnen merken en wie weet haar op een ‘van God gegeven moment’ biddend kunnen vragen. Spreuken 31:10 zegt: “Wie zal een deugdelijke vrouw vinden. Haar waarde gaat die van robijnenver te boven”. In Spreuken 12:4a staat: “Een deugdelijke vrouw is de kroon van haar man.” Het NBG vertaald in beide teksten niet met deugdelijk, maar met degelijk. Het zijn beide mooie eigenschappen voor een vrouw.

  1. In vertrouwen alles overgeven aan de Heere en goddelijke principes hanteren

Velen worden geplaagd in hun denken en hun emoties of ze wel zullen trouwen of überhaupt gevraagd worden. Hoe belangrijk is het God hierin te vertrouwen voor je leven, anders haal je veel onrust en bezorgdheid naar je toe. Die gevoelens en gedachten kunnen beter overgegeven worden aan de Heere. Hij zorgt en wil waken over je leven dat je tot Zijn bestemming komt. Zijn doel of bestemming is allereerst dat we ons ermee bezig houden gelijkvormig te worden aan Christus (Rom. 8:29). Pas in de tweede plaats past daar eventueel een man of vrouw bij. Maar ga daarbij niet over tot koortsachtig en impulsief handelen, want “in stilheid en vertrouwen zou onze sterkte zijn” (Jes. 30:15).

Een ander basisprincipe vinden we in 1 Kor. 7:2: “Maar laat vanwege allerlei vormen van hoererij iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.” Met deze goddelijke waarheid willen wij niet sjoemelen, want ons geldt het woord: “Maar gij geheel anders” (Ef. 4:20, NBG-vert,), niet een beetje anders dan de wereld, maar totaal anders. Daarin is absoluut geen plek voor een andere man of vrouw. Het gras van de buurman of de buurvrouw kan ‘groener’ lijken dan je eigen gras, maar dat is BEDROG!

  1. Houd je aan de regels, anders maak je brokken

Mensen die met elkaar ‘verkeren’, verloofden, getrouwden en gescheidenen kunnen niet zeggen dat alles rondom het huwelijk slechts privézaken zijn. In de gemeente van de levende God, waar je (hopelijk) als levend lid functioneert, is Gods Woord de norm en dragen de oudsten of voorgangers gezag door God verleend. Zij geven richting en sturing aan de geestelijke opvoeding van de gemeente in Christus. Dat is geen bevoogding of betutteling die je opgelegd krijgt, laat staan bemoeizucht, maar in de gemeente heeft ieder (voor)rechten en plichten, waaronder het luisteren naar correctie waar nodig. In de gemeente gelden regels aan de Bijbel ontleend. Wees daartegen niet weerspannig en rebels, want dat brengt je niet de zegen van God. De regels zijn er om je op de goddelijke weg te houden, niet om je het leven zuur en vervelend te maken. Zorg ervoor dat Gods wetten in je hart en in je verstand geschreven staan (Hebr. 8:10; Hebr. 10:16).

Dat corrigeren van de leiding van de gemeente is heilzaam bedoeld, ze hebben het beste met je voor en het goede voor je leven voor ogen en bovenal zoeken ze Gods wil. Bovendien volgen ze Christus meestal langer dan jij! Houd dus ‘feeling’ met anderen, vooral met de gemeenteleiding en onderwerp je aan hen (Hebr. 13:17). Ga nooit alleen voor ‘wij met z’n tweeën.’ Zoek ernaar dat anderen erin betrokken zijn!

  1. Een voorbeeld hoe regels als lid van een club werken

Als je lid van een club bent, moet je je ook houden aan de regels van het spel. Het werkt niet als je lid wordt van een damclub als je eigenlijk wilt schaken en het daarom niet eens bent met de regels. Bijv. je vindt die schijven te plat en ze zijn allemaal hetzelfde, je bent het er niet mee eens dat dammen op een honderdveld gebeurt, waarvan je maar vijftig vakken gebruikt en je wilt liever zoals bij schaken op 64 velden spelen en verschillende stukken hebben.  En: dat verplichte slaan bij dammen vind je ook maar niets. Zo pas je niet op een damclub. Dan moet je lid worden van een club waar ze niet dammen, maar schaken.

In de gemeente van de levende God gelden bijbelse regels en wij weten hoe we ons daarnaar behoren te gedragen (1 Tim. 3:15). Je kan natuurlijk ook een zogenaamde christelijke gemeente of kerk opzoeken waar alles kan of waar meer kan en bijbelse richtlijnen aangepast of omgebogen worden, waar allerlei alternatieve relaties ‘gewoon’ maar getolereerd worden. Ik denk aan samenwonen, praktiserende homoseksualiteit, LAT-relaties, enzovoort. Daar dekt de christelijke vlag de lading niet meer. Om nog even door te denken op het voorbeeld dat ik gaf: in plaats van ‘een dame te schaken’, willen ze daar net als bij ‘dammen’ alles plat en gelijk hebben, de zogenaamde genderneutraliteit, waarbij je biologische man of vrouw-zijn niet meer telt.

Onverminderd gelden voor ons de bijbelse principes: “mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” (Gen. 1:27) en: “laat het huwelijk in ere zijn bij allen” (Hebr. 13:4).

  1. Vorm geen ongelijk span

Als je een relatie aan wilt gaan, vorm dan nooit een ongelijk span met een ongelovige (2 Kor. 6:14-16). Je hebt dan immers geen gemeenschappelijk fundament, dat is Christus, onder je leven en wie zo’n keus heeft gedaan, heeft vele extra moeilijkheden, omdat je in het geestelijke, in je geloofsleven niet samen kunt optrekken. Denk nooit: ik win die ander later wel voor Christus, want in negen van de tien keer (of misschien in negenenveertig keer van de vijftig keer) is dat niet het geval. Er is geen bijbelse garantie dat je die ongelovige later voor Christus kunt winnen. Een ongelijk span aangaan met een ongelovige is niets anders dan ongehoorzaamheid aan een gebod van God, dus zonde.

Een voorbeeld om dit te demonstreren is: je staat als christen bovenop een tafel en je gaat een relatie aan met een ongelovige die op de grond staat. Het is heel moeilijk om die ongelovige door met je handen naar boven te trekken op de tafel te krijgen, dat lukt haast niet. Het is veel gemakkelijker dat de ongelovige met zijn handen de christen van de tafel aftrekt. Je ziet hoe gevaarlijk het is een ongelijk span met een ongelovige aan te gaan met wie je niet samen op het fundament Jezus Christus staat en waarvan je helemaal niet weet of je die persoon later ooit voor Christus kunt winnen.

Denk niet dat jij zo sterk in je schoenen staat dat jou dat niet kan gebeuren en dat jij immuun bent voor verkeerde beïnvloeding. Laat je niet verleiden doordat die ongelovige knap is of erg aardig of een goede baan heeft. Al is je geest gewillig, bedenk dat je vlees zwak is. De ongelovige zal de christen in de meeste gevallen naar beneden trekken, zodat de christen aards georiënteerd wordt en lauw in zijn geloof. Daar zijn helaas genoeg voorbeelden van. Bedenk dat een huwelijk voor ALTIJD, voor je hele leven is, tot de dood je scheidt of totdat Jezus wederkomt. Maak daarom de goede keuze dat alleen een gelovige christen jouw wederhelft kan worden.

  1. Haastige spoed is zelden goed

Sommigen staan te springen om een relatie te krijgen en zo gauw mogelijk te trouwen. Ze staan soms zo te trappelen dat ze de eerste de beste (?) maar nemen onder het motto ‘God zegene de greep.’ Zo zoek je de leiding van God in alle rust en geduld natuurlijk niet, maar ga je klakkeloos je hormonen achterna en ga er maar vanuit dat als jij min of meer ‘holder de bolder’ iemand uitkiest, dat demonen daarop inspelen en je overhaaste stappen willen laten maken. Dan ga je op basis van emotionele liefde – gevoelens dus – in zee met iemand in plaats van wijsheid op te doen en een passende keuze te maken als de tijd rijpt. Er ligt een gevaar in daten, om het maar niet te hebben over speeddaten met willekeurige personen. Hoe denk je over uitgaan, dat vaak ‘stappen’ wordt genoemd?  Er is in de Bijbel een voorbeeld hoe dat faliekant mis kan lopen. Dat vind je in Genesis 34:1 en volgende. Daar staat: “Dina, de dochter van Lea, die zij Jacob gebaard had, trok erop uit om bij de meisjes van dat land te gaan kijken”. Meteen lees je hoe dat verder ging in vers 2: “En Sichem, de zoon van de Heviet Hemor, de vorst van het land, zag haar; hij greep haar en sliep met haar; hij verkrachtte haar.” Zo realistisch beschrijft de Bijbel dat (en lees als huiswerk heel Genesis 34 maar door wat voor gevolgen dat nog meer kreeg).

Ik denk ook aan de moderne en zeer populaire tv-serie ‘Boer zoekt vrouw’, waar met meerderen tegelijk wordt gedated en men een weekend uitgaat met een onbekende vrouw en samen overnacht. Dat is de valse vrijheid van de wereld. De ware vrijheid is het leven binnen de wetten van God, binnen de veilige kaders en bescherming van het huwelijk.

Heel vaak ligt er het gevaar van een snelle en gemakkelijke optie naar lichamelijke intimiteit en seksualiteit. Ik bepleit niet een onnatuurlijke, krampachtige en geforceerde afstand tussen jongens en meisjes, maar een gezonde, normale natuurlijke omgang. Het is echter altijd goed na te gaan of je niet gevangen wordt door je begeerten. Hoe vlot kun je uitglijden door je lusten en hartstochten, waarover de Bijbel zegt: houd het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd (Gal. 5:24). In het boek Hooglied staat drie keer (2:7, 3:5 en 8:4): “waarom zou u de liefde opwekken of aanwakkeren voordat het haar behaagt?” Hoe belangrijk is het als christenjongere je rein te bewaren en als christenmeisje je maagdelijkheid niet voor het huwelijk te verliezen. Dat betekent serieus strijden om de begeerten van de jeugd te ontvluchten (2 Tim. 2:22a), onder meer op seksueel gebied. ‘Bezint eer ge begint’ is hier een toepasselijke spreuk bij.  Jakobus 4:7-8 zegt: “Onderwerp u dan aan God en bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. Nader tot God, en Hij zal tot u naderen.”

De vrucht van de Geest is zelfbeheersing. Wanneer je een stel geworden bent met een vaste relatie, ga dan niet met z’n tweetjes op vakantie, dat is in feite samenwonen voor bijv. twee weken. Kies ervoor samen met één van beide ouders op vakantie te gaan. Ouders hebben ook een verantwoordelijkheid om te waken over hun kinderen, zeker als ze nog geen 18 jaar zijn en ook zolang ze thuis wonen en er christelijke huisregels gelden.

  1. Een valse profetie of droom

    De weg van de Heere om je levenspartner voor het huwelijk te vinden werkt ook niet via profetie of moet ik zeggen nepprofetie. Ik heb de Youth for Christ-koffiebartijd meegemaakt in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Daar ben ik bewust tot geloof gekomen. In een koffiebar zei een jongen tegen een meisje: “Zo spreekt de Heer: jij zult mijn vrouw worden.” Weet je wat het nuchtere antwoord van het meisje was? “Dat heeft de Heer mij niet geopenbaard!” Op de loop gaan met iets wat je gedroomd hebt, is ook iets waarvoor je je moet hoeden. Dromen zijn niet altijd, maar vaak bedrog. Meetal komt er geen ‘prins op het witte paard’ voorbij rijden. Wees daarom erg voorzichtig met zogenaamde tekenen. Van raad vragen wordt niemand slechter, eerder beter. Wees niet eigenwijs om alles ‘op je eigen houtje’ te doen en te denken dat je het zo goed zelf allemaal weet. Leer van mensen met meer levenservaring en laat je niet op het verkeerde been zetten door eigen ingevingen en dubieuze geestesuitingen van anderen. Geestesuitingen moet je niet bij voorbaat verachten, maar beproeven, toetsen en filteren (1 Thess.5:19-21) en je mag er je bezinning niet door verliezen (2 Thess. 2:2). Geestesgaven kunnen aanwijzingen geven, maar we moeten er erg voorzichtig mee omgaan. Vraag om een duidelijke bevestiging aan God van meerdere kanten.

  2. Twee roeispanen: ‘bid’ en ‘werk’

Het zijn twee roeispanen die de balans geven bij het roeien om vooruit te komen en het doel te bereiken. Op de ene spaan staat, zou je kunnen zeggen “bid” en op de andere spaan lezen we dan “werk”. Samen is het dus bid EN werk. Dat is een uitdrukking waar veel in zit, maar die niet direct uit de Bijbel komt. Je kunt zeggen dat er mensen zijn die te passief omgaan met relatievorming, dat is: er haast alleen maar veel om bidden om een goede partner te krijgen. Anderzijds zijn er ook mensen die met relatievorming te actief omgaan en bijna alleen maar aan het werk zijn om een geschikt iemand aan de haak te slaan. Het gaat om balans tussen enerzijds waken en bidden en op God vertrouwen en anderzijds kijken, zoeken en de mogelijkheden benutten om onder te mensen te komen waar je mogelijk iemand tegen zou kunnen komen. Je gaat bijvoorbeeld in de eerste plaats naar de Heart Cry-conferentie om geestelijk opgebouwd te worden en geestelijk te groeien. Maar het is niet ondenkbaar dat je en passant iemand tegen zou kunnen komen met wie er een match kan ontstaan tot een relatie waar je voor bidt. Sommigen willen alleen maar bidden en wachten tot God hen een huwelijkspartner geeft. Maar er is geen ‘hemelse coolblue of bolcom’ dat op bestelling je toekomstige geliefde bij jou voor de deur aflevert. Als je met één roeispaan roeit (alleen maar bidt), bereik je niets, je komt niet vooruit, maar je draait allen maar rondjes. Anderen werken alleen maar. Ze zijn koortsachtig en bijna opgewonden bezig, op zoek naar hun huwelijkspartner. Het zijn rokken- of broekenjagers. Zij roeien ook slechts met één roeispaan, komen niet vooruit en bereiken hun doel niet, maar draaien in een cirkeltje rond. Isolement, dat wil zeggen: alleen maar bidden tot God en op Hem wachten is niet uit God. Alleen maar werken om iemand hoe dan ook te versieren of om je vinger te winden, leid je in de onreinheid en dat is evenmin uit God. Het gaat erom de twee roeispanen samen te hanteren: het is bidden en werken. Daarbij gaat het erom te wandelen door de Geest en je zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen (Gal. 5:16). De Heere zal je leiding gaan geven door de Geest (Rom. 8:14, NBG) en dat bevestigd worden door Hem is de ene kant. Zoek daarnaar in het licht van Ps. 32:8: “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u.” De andere kant is: begeef en beweeg je in alle reinheid onder de mensen. Dat is een nuchtere zaak om gelegenheden te krijgen tot contacten en ontmoetingen met mensen van om en nabij je leeftijd die ook van harte Jezus willen volgen.

  1. In Hem leven wij, bewegen wij en bestaan wij

Het ‘in Hem zijn, bewegen en bestaan’ (Hand. 17:28) is een goed fundament bij relatievorming in voorbereiding op het huwelijk. Er is tijd nodig om elkaar te leren kennen door met elkaar te vertoeven en te praten. Knuffelen is niet zo moeilijk, dat leer je gemakkelijk en gauw genoeg. Samen leren bidden is van wezenlijk belang. De verlovingstijd is cruciaal en dat proces is nodig als periode op weg naar een huwelijk. Bedenk echter dat het om ‘je geven voor het leven’ geldt als je richting het huwelijk gaat. Je doet het in principe maar 1x. Als er onvoldoende geestelijke match is, of je merkt op een ander gebied dat je niet voldoende bij elkaar past, dan is het altijd nog mogelijk een verloving te verbreken. Zoals het spreekwoord zegt: ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’ Als je een relatie hebt gevormd en die is openbaar gemaakt, hoe beweeg je en functioneer je dan in de gemeente? Kort gezegd: ga niet als stelletje zitten klitten en kleffen. Dat geeft geen pas in gezelschap, want in de gemeentesamenkomst gaat het bovenal om je geestelijke geloofsleven en de opbouw daarvan. Bovendien is het niet wijs naar de alleengaanden. Je kunt hen daarmee gemakkelijk de ogen uitsteken. Zij hebben vaak al strijd genoeg als ze bij het een tikje ouder worden nog geen relatie hebben kunnen vormen, maar daar wel serieus voor bidden. Wees daarop bedacht en leef samen als stel voor God en houd rekening met je medebroeder of medezuster. Daarom: laten wij leven in Hem en ons bewegen in Hem (niet zoals op een hobbelpaard bij kleine kinderen: als je daarnaar kijkt geeft het veel beweging en weinig vooruitgang!). Zo bestaan wij, want zijn niet van de wereld, maar van Gods geslacht (Hand. 17:28). Laat dus ieder van ons zijn vat, zijn wederhelft (zijn eigen vrouw, andere vertalingen) weten te verwerven en bezitten in heiliging en eerbaarheid, en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen die God niet kennen (1 Thess. 4:3-5). Moge de Heere je rijk zegenen met wijsheid bij deze opgave!

Jildert de Boer
©
Verdieping en Aansporing, 2019

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *