Wie was William Marrion Branham: een korte samenvatting van zijn levensloop
Een korte impressie (14)
Uit het boek ‘In het huis Mijns Vaders…’ door Jildert de Boer
William Marrion Branham werd op 6 april 1909 bij Burkesville in Kentucky geboren en stierf op 24 december 1965. Hij was een bekende Amerikaanse prediker, die van betekenis was en voor velen is als genezingsevangelist en vooral als profeet van de eindtijd.
We willen hem introduceren door een beknopte weergave van zijn levensloop.
Hij werd als eerste van tien kinderen geboren in een hut. Zijn vader was 18 jaar ten tijde van zijn geboorte en hij was een houthakker van Ierse afkomst. Op dat moment was zijn moeder 15 jaar oud en zij was een half-Indiaan. In naam waren de ouders van William Branham Rooms-katholiek, maar veel aandacht besteedden ze er niet aan. William Branham groeide in de nabijheid van Jeffersonville (Indiana) op in armoedige omstandigheden. Zijn vader was alcoholist, Al vroeg moest hij werken om het hele gezin mede te onderhouden en hij had weinig schoolopleiding. Hij ging als cowboy op een ranch in Arizona werken en was hier ook een tijdlang bokser. Na de dood van zijn broer Edward keerde hij naar Jeffersonville terug.
Op zijn 19e jaar keurde hij toestellen in een gasfabriek en liep daarbij een gasvergiftiging op. Als gevolg van de uitwerkingen op zijn inwendige organen was hij meerdere weken ziek en ten slotte ontdekten de artsen een blindedarmontsteking en werd hij geopereerd. Na de operatie had hij een bijna doodervaring, waarin hij Jezus ontmoette. Zijn wens om God te vinden, leidde hem ook in de kerk. Een ervaring, die zijn leven veranderde, kreeg hij echter in een schuur achter het huis. Daar is Jezus hem tegemoet getreden en heeft zijn ziel bevrijd. In een kerk liet Branham met zich bidden en werd genezen. Na zijn bekering beëindigde Branham zijn bokscarrière, waarin hij vijftien professionele bokswedstrijden gewonnen had.
Toen Branham 22 jaar was, werd hij als assistent-voorganger in een Zendings Baptistenkerk in Jeffersonville aangesteld. Hij streed met de voorganger over de vraag of vrouwen prediken mochten, maakte zich daarna van de Baptistenkerk los en begon in Jeffersonville met een eigen tentzending. Uit deze tentzending ontwikkelde zich de tot op heden bestaande gemeente ‘de Tabernakel’, waaraan hij leiding gaf. In zijn levensonderhoud voorzag hij als jachtopziener.
In 1934 trouwde William Branham met Hope Brumbach. In datzelfde jaar kwam hij voor de eerste keer met de Pinksterbeweging in contact toen hij bij Mishawaka in Indiana een samenkomst van Pinkstermensen bezocht. De volgende morgen werd Branham als jongste aanwezige prediker gevraagd de ochtendtoespraak te houden. Daarna werd Branham onder andere in Texas en Florida uitgenodigd om aan opwekkingssamenkomsten deel te nemen. Hij zag daar echter van dit aanbod af met het oog op zijn Lutherse schoonouders.
In 1935 werd zijn zoon Billy Paul geboren en in 1936 Sharon Rose als dochter. Bij het overstromen van de Ohio-rivier in 1937 kwam Branham bijna om het leven en zijn vrouw en dochtertje stierven na de watervloed aan tuberculose. Hij voerde zijn ongeluk daarop terug, dat hij naar de kritiek van zijn schoonmoeder had geluisterd, in plaats van naar God te luisteren. De bezoekersaantallen in zijn gemeente liepen tot 1941 drastisch terug. Toen hij 32 jaar was, trouwde William Branham opnieuw, namelijk in 1941 met Meda Broy, van wie hij twee dochters en zijn zoon Joseph kreeg.
In 1946 getuigde een aan kanker lijdende vrouw dat zij via Branham genezing ervaren had en dit bracht hem ertoe openlijk genezing van zieken aan te bieden. Nog in 1946 leidde Branham in St. Louis de eerste zogenaamde genezingscampagne, waarna er op uitnodiging van ‘Jesus Only’-Pinkstermensen (Oneness-mensen of Unitariërs, die niet in de Drie-eenheid geloven) gauw meer van dat soort bijeenkomsten georganiseerd werden.
In 1947 werd Gordon Lindsay, de voorganger van een Assembly of God (pinkster)gemeente, de manager van Branham. Dit leidde hem de bredere Pinksterbeweging binnen en Lindsay organiseerde campagnes in het Westen van de USA en in Vancouver, Canada, die naar de opgave van Lindsay in een tijdsbestek van twee weken 60.000 mensen aantrokken. In 1948 gaf Lindsay het blad ‘Voice of Healing’ (= Stem der genezing) uit, om te werven voor de genezingssamenkomsten van Branham. In Vancouver sloot de Canadese Pinksterprediker Ern Baxter zich bij hem aan en in Pensacola F.F. Bosworth.
In 1948 leed Branham aan een ernstige zenuwinzinking en trok zich voor een half jaar terug. In die tijd kwamen in de charismatische opwekkingsbeweging andere genezingspredikers naar voren, zoals Oral Roberts, A.A. Allen, T.L. Osborn en Kathryn Kuhlman.
In 1950 reisde het Branham-team naar Europa en zij hielden samenkomsten in Finland, Zweden en Noorwegen. In 1952 volgde een reis naar Afrika, waarbij er zich in Durban op één samenkomst 30.000 mensen bekeerd zouden hebben. In 1955 volgde er opnieuw een rondreis door Europa, onder meer in Karlsruhe en Zürich. Gedurende een tijdsperiode van negen jaar voerde Branham wereldwijd opwekkingssamenkomsten door. Vijf jaar lang probeerde men hem van belastingontduiking te beschuldigen. Ten slotte leende hij 40.000 dollar en schreef een cheque uit, waardoor de belastingzaak buiten de rechter om werd bijgelegd.
Tegen het einde van de jaren vijftig nam het succes van Branham af. Hij verkondigde zijn leerstellingen meer in het openbaar. In 1958 gaf hij zijn speciale visie op het slangenzaad door in zijn prediking. Als gevolg van zijn toenemende kritiek op de traditionele Drie-eenheidsleer en op de wereldse levensstijl van de mensen trok hij niet meer duizenden mensen aan, maar veeleer nog honderden. Vanaf die tijd werd hij meer leraar dan evangelist en begon zijn bediening als eindtijdprofeet gestalte te krijgen. Hij begon te prediken over de zeven gemeentetijdperken en daarna over de zeven zegels in het Bijbelboek Openbaring.
Een frontale botsing met een dronken autochauffeur bracht op 18 december 1965 zware verwondingen toe aan William en Meda Branham. Branham stierf na zes dagen in coma te hebben gelegen in een ziekenhuis in Amarillo. In de Amerikaanse Pinksterbeweging bracht zijn dood een schok teweeg. Tot op het laatst hebben zijn aanhangers in een genezingswonder geloofd. Hij werd pas begraven in Jeffersonville op 11 april 1966. Op de herdeningsdienst te Phoenix sprak Tommy Lee Osborn. Zijn vrouw Meda was in de tussentijd hersteld van haar ernstige verwondingen als gevolg van het ongeluk en kon daarbij aanwezig zijn.
Geef een reactie