CHRISTUS IN HET VLEES GEOPENBAARD… (3)

Het geheimenis van de godsvrucht

WIE EN HOE WAS JEZUS CHRISTUS OP AARDE

EN HOE KUNNEN WE HEM VOLGEN?


Jezus was geheel afhankelijk van de Vader

Jezus sprak: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor oordeel Ik, en Mijn oordeel is rechtvaardig, want ik zoek niet mijn wil, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.[1] “God heeft Zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw…”,[2]maar Hij verloochende altijd trouw de menselijke wil, om Gods wil te doen. In het bijzonder zien wij dat in Zijn strijd in Gethsemane, toen Hij tot drie keer bad: “maar niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.”[3] “Uw wil geschiede”![4]

Hoeveel willen waren er in Jezus?

We kunnen de vraag stellen: hoeveel willen waren er in Jezus aanwezig? Velen beantwoorden de vraag met: “één wil natuurlijk.” Het antwoord is wat mij betreft: twee. Hij had de wil van Zijn hemelse Vader en Hij erfde ook de menselijke wil van Maria. Dat betekende dat Hij eigen begeerte had, zoals ieder normaal en echt mens, bijvoorbeeld naar voedsel, drinken en seks. Deze natuurlijke begeerten zijn op zichzelf niet verkeerd, dus geen zonde.

Satan wil als hij een beroep doet op onze begeerten ons verlokken tot zonde. Daarin tastte Hij ook Jezus af, maar kreeg het niet voor elkaar Hem innerlijk aan te tasten. De duivel probeert onze natuurlijke begeerten en neigingen om te buigen naar zijn zondige begeerten. Als we daaraan toegeven, dan worden de begeerten daarna (verkeerd) bevrucht en baren zij zonde.[5]  Eten kan vreten worden, drinken kan jezelf bedrinken worden en seks trekt de boze buiten Gods wetten en normen, dat is: buiten de veilige grenzen van het huwelijk.

Hij viel Jezus bij de verzoeking aan op de gebieden de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven.[6] Dat deed de boze heel subtiel door halve waarheden uit Ps. 91 te gebruiken: “Want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot”[7]en deze Jezus voor te houden en de tekst, waarin zijn eigen nederlaag wordt beschreven, weg te laten, namelijk: “op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen.”[8] Deze beelden verwijzen duidelijk naar de boze zelf. Jezus volgde niet de wil van het vlees, maar koos de wil van Zijn hemelse Vader en weerstond de boze.

Bij Zijn komst in de wereld zegt Hij: “Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam bereid of gereedgemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom – in de boekrol is over Mij geschreven – om Uw wil, o God, te doen.”[9]

In zijn boekje ‘Niet mijn wil’ zegt Andrew Murray: “Had Jezus dan een andere wil tegengesteld aan die van de Vader? Ongetwijfeld!” Hij had daarnaast de wil van Zijn moeder Maria meegekregen. Die wil moest Hij continu verloochenen: “laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede,”[10]riep Hij uit in Gethsemane.

We lezen hierover ook duidelijk in het Johannesevangelie. Er staat:  “Ik kan niets van Mijzelf doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, die Mij gezonden heeft.”[11]

Iets eerder in dit hoofdstuk lezen we iets soortgelijks: op de suggestie van de Joden dat Hij zei, dat God zijn eigen Vader was, en daarmee Zichzelf aan God gelijkmaakte (volgens hen).[12] De Joden beschuldigden Jezus vanwege godslastering, namelijk omdat U, Die een mens bent, Uzelf God maakt.[13] En verderop lezen we nogmaals over de reden van de kruisiging: “De Joden antwoordden Hem: Wij hebben een wet en volgens onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.”[14]

Vervolgens staat er in Johannes 5: “Jezus dan antwoordde en zei tegen hen: de Zoon kan NIETS van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet de Zoon op dezelfde wijze.”[15] Doorgetrokken naar ons staat bij het gedeelte over de wijnstok en de ranken ook: “Zonder Hem kunnen wij NIETS doen.”[16] Dat is iets anders dan de passieve instelling “wij kunnen niets doen” die sommige christenen over zich hebben.

In Johannes 6 lezen we niet mis te verstaan: “Want Ik ben uit de hemel neergedaald (bijbelse beeldspraak dat Hij uit God was), NIET opdat ik Mijn wil zou doen (die verloochende Hij immers altijd), maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft.”[17] Voor ons die Jezus volgen is het ook van groot praktisch belang, dat wij leren onszelf verloochenen,[18] om Gods wil te doen en anderen tegemoet te komen en daarbij ‘mee te bewegen.’

Was Jezus vanzelfsprekend altijd gehoorzaam op aarde?

We lazen al: “Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij de gehoorzaamheid GELEERD uit wat Hij heeft geleden.”[19] Dat lijden kwam over Hem in al Zijn verzoekingen, zoals we lezen: “Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden te hulp komen.”[20]

Die hulp is de kracht om te voorkomen dat wij in verzoekingen tot zonde komen. Verzocht worden is geen zonde, maar als wij aan de verzoekingen toegeven, komen we tot zonde. De Heer geeft ons liever hulp vooraf als de verzoeking daar is, dan hulp achteraf als wij al gezondigd hebben en om vergeving moeten vragen. Wij moeten ons wapenen met dezelfde gedachte als Christus: “wie in het vlees geleden heeft (in verzoekingen), is opgehouden met de zonde.”[21] Dat is in Zijn navolging mogelijk, om aan de zonde onttrokken (NBG-vert.) te worden en met zondigen op te houden.

Het probleem dat velen hebben die menen dat Jezus God was tijdens Zijn dagen in vlees op aarde, is dit: hoe echt waren dan de verzoekingen van Jezus? Waren die slechts een farce of een gespeelde voorstelling? Jezus werd verzocht als mens en de verzoekingen waren reële, werkelijke aanvechtingen. Nee, ze waren geen toneelspel of schijnvertoning of holle demonstratie, want de verleidingspogingen van de duivel waren een realiteit. Het waren geen schijngevechten, maar het ging om een werkelijke strijd. Het was niet vanzelfsprekend dat Jezus gehoorzaamde, Hij was nog niet voleindigd en Hij zat nog in een leerproces. Hij zondigde nooit, maar dat was geen automatisme, want het kostte Hem felle strijd en het ging Hem beslist niet van een leien dakje, dus zeker niet gemakkelijk, af. Satan hield zich niet bezig met a priori zinloze aanvallen.

Jezus was in de verzoeking in de woestijn geen God die automatisch overwon, dan was het een koud kunstje voor Hem. Met eerbied gesproken is overwinnen voor God een ‘makkie.’ “God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand.”[22] Jezus overwon als mens in de kracht van de Geest en door het Woord van God (“er staat geschreven”) te hanteren.

Verzoeking en beproeving is hetzelfde

Er wordt gesteld dat er een verschil is tussen beproeving en verzoeking. Beproeving zou van buiten, van God komen. Verzoeking zou van satan komen en te maken hebben met de innerlijke strijd met de in ons wonende begeerte. Inderdaad dat laatste klopt, maar het eerste niet: “laat niemand als hij verzocht wordt zeggen: Ik word van Godswege verzocht.”[23] Bij verzoeking is er een verzoek van de verzoeker (= satan) waartegen ‘ja’ (= toegeven) of ‘nee’ (= weerstaan) gezegd kan worden. Wij komen allemaal in diverse verzoekingen terecht. Gods bedoeling is dat wij in verzoeking volharden[24] (= lijden), in plaats van tot zonde te komen. Dat is een overwinningsleven. De Statenvertaling noemt het volledige doorwerken van de volharding lijdzaamheid.[25]

Het Griekse woord zowel voor ‘verzoeking’ als voor ‘beproeving’ is ‘peirasmos’. Wij lezen dit woord bijvoorbeeld ook in het volgende vers: “Laat de vuurgloed die tot beproeving dient u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame… .”[26] Ook in een ander vers vinden we het: “Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt. Want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen dat gij ertegen bestand zijt.”[27]  We lezen over Abraham, toen hij verzocht of beproefd werd.[28] Ook hier vinden we een afleiding van ‘peirasmos.’

Jezus overwon en zondigde nooit

Jezus weerstond de duivel met het zwaard van de Geest, dat is het Woord van God: “er staat óók geschreven”, als de duivel met halve citaten uit Gods Woord kwam. Zo overwon Hij alle verzoekingen in de kracht van de Geest.

Wij hebben geen Hogepriester die niet kan meevoelen met onze zwakheden.[29] Hij heeft begrip voor ons in de wisselende omstandigheden van het leven, omdat hij bijvoorbeeld vermoeidheid aan den lijve heeft ondervonden.[30] Jezus heeft geen zonde gedaan.[31] Hij zondigde nooit, noch in daden, noch in woorden, noch in gedachten. Hij is altijd de Heilige gebleven, volledig afgezonderd van het kwade en volkomen onbesmet in zijn geest.[32] Wij zijn vrijgekocht van de ijdele wandel van de vaderen met het kostbare bloed van Christus als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.[33]

Citaten en een illustratie van Edward Irving

Ik wil iets uit de kerkgeschiedenis naar voren halen. Edward Irving (1792-1834) schreef twee boeken over Christus geopenbaard in het vlees: ‘Christ’s holiness in flesh’ en ‘Our Lord’s human nature.’ Omdat de inhoud van deze geschriften niet overeenstemde met wat het grote algemene ‘mainstream’ christendom leert, werd hij afgezet als predikant van The Church of England, de Anglicaanse kerk. Hij werd de voorloper van de Katholiek-Apostolische beweging (vanaf ca. 1830) in Groot Brittannië. Had men maar meer naar hem geluisterd op dit punt.

Ik wil twee citaten van hem geven en één voorbeeld, dat hij gebruikte die leerzaam zijn.

Het eerste citaat gaat over hoe Jezus op aarde was:

“Onze Heer nam dezelfde natuur, lichaam en ziel aan als andere mensen en daarmee de nadelen van allerlei aard: dat Zijn vlees sterfelijk was, aan bederf onderhevig en open voor alle verleidingen, dat Zijn ziel met Zijn lichaam verbonden was volgens dezelfde wetten en onder dezelfde voorwaarden als met ons het geval is, blootgesteld aan de verzoekingen door de dingen van een gevallen wereld, via Zijn vlees, net als met ons het geval is. In één woord: dat Zijn menselijke wil precies aan dezelfde druk van duivel, wereld en vlees blootstond, als de wil van Adam nadat hij gevallen was en als de wil van ieder mens tot op vandaag de toe.”

Nu het tweede citaat over Jezus in de dagen van Zijn vlees:

“Hij onderging iedere zondige suggestie waarmee het vlees de wil kan beïnvloeden. En ik geloof dat Hij met zulke suggesties en verzoekingen boven alle anderen is aangevallen, maar verder kwamen ze niet. Hij gaf hun geen verblijfplaats, maar met goddelijke macht verwierp en verdreef Hij hen allen. En zo was Zijn hele leven van Zijn ontvangenis tot Zijn opstanding een serie van actieve triomfen over zonde in het vlees.”

Edward Irving gebruikte de illustratie van een brug om te laten zien hoe het met Jezus’ gehoorzaamheid was gesteld:

“Er was eens een man die gedwongen werd om een breed water over te steken, terwijl hij gebruik moest maken van een smalle vlonder. Halverwege viel hij in het water, werd eruit gehaald en vreselijk geslagen.

Nu zou er een tweede komen om hem te verbeteren. Voor die tweede werd echter een brede brug over het water geslagen met aan weerskanten van de brug zulke hoge afscheidingen, dat al zou hij opzettelijk in het water hebben willen lopen, hij dat niet gekund had. Natuurlijk bereikte deze tweede veilig de overzijde en werd gehuldigd als ‘de overwinnaar’ en ten voorbeeld gesteld aan de eerste.”

Tot zover dit voorbeeld en dan vervolgt Irving:

“Eenzelfde vergelijking zouden wij krijgen als wij zouden zeggen, dat de Here Jezus als God de satan had bestreden en overwonnen. Nu de Bijbel ons echter leert dat de Heer dat als mens gedaan heeft, nu is Hij in waarheid de overwinnaar door de kracht van God.”

Nu begrijpen wij dat Jezus de gehoorzaamheid moest leren en dat hij geen ‘hoge afscheidingen’ om Zijn leven had, die Hem automatisch zouden vrijwaren van zonde, maar dat Hij als mens door Gods kracht moest overwinnen!


[1] Joh. 5:30, NBG-vert.
2 Gal. 4:4, NBG-vert.
3 Matth. 26:39, NBG-vert.      
4 Matth. 26:42, NBG-vert.
5 Jak. 1:15  

[6] 1 Joh. 2:16

[7] Ps. 91:11-12, NBG-vert.

[8] Ps. 91:13, NBG-vert.

[9] Hebr. 10:5-7; Ps. 40:7-9
10 Luk. 22:42
11 Joh. 5:30; vergelijk Joh. 8:28b; Joh. 12:49; Joh. 14:10

[12] Joh. 5:18

[13] Joh. 10:33

14 Joh. 19:7

15 Joh. 5:19
16 Joh. 15:5b
17 Joh. 6:38
18 Luk. 9:23
19 Hebr. 5:8; vergelijk Ps. 50:5
20 Hebr. 2:18

21 1 Petr. 4:1
22 Jak. 1:13

23 Jak. 1:13a

24 Jak. 1:12

[25] Jak. 1:4, St. Vert.

[26] 1 Petr. 4:12, NBG-vert.

[27] 1 Kor.10:13, NBG-vert.

[28] Hebr. 11:17, NBG-vert.

[29] Hebr. 4:15, NBG-vert.

[30] Joh. 4:6

[31] 1 Petr. 2:21

[32] Hebr. 7:26; vergelijk Joh. 8:46

[33] 1 Petr. 1:18-19, NBG-vert.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *