DE PLAATS VAN GOEDE WERKEN IN HET NIEUWE VERBOND (1)

Inleiding

We willen een boodschap doorgeven over de plaats die werken hebben in de Bijbel. Gaat het in het christelijke geloof nu wel of niet om goede werken? Sommigen zeggen dat het alleen om het volbrachte werk van Christus gaat en dat werken niet meer nodig zijn, want het gaat nu alleen nog om genade en geloof. Anderen zeggen dat ons geloof nu juist blijkt uit onze werken en dat de werken voortvloeien uit ons geloof en dat in gehoorzaamheid daden doen belangrijk zijn.

Ik heb ook wel eens horen zeggen: “In het oude verbond gaat het om doen, doen, doen”, want de wet zegt: “Wie dat doet , zal daardoor leven” en dan zegt men erbij: “in het nieuwe verbond gaat het niet meer om doen, maar om gedaan, gedaan, gedaan, want Christus heeft het werk gedaan en daarom zijn wij vrij.” De grote vraag is of zo’n uitspraak wel klopt, of dat het misschien een halve waarheid is.

Ook heb ik wel gehoord dat het in het oude verbond om de geboden draait, maar dat het in het nieuwe verbond enkel om de genade gaat en dat Jezus in onze plaats de wet heeft gehouden. Er is op dit gebied best veel verwarring en verschil in begrip en in inzicht. Er wordt verschillend gedacht over de verhouding tussen genade en wet, de Thora.

Sommigen zeggen: Wij zijn vrij van de wet, want we zijn onder de genade. Anderen zeggen:  de wet, de thora is eeuwig en blijft belangrijk in het nieuwe verbond en is daarom niet afgedankt, al zijn wij in Christus vrij van de vloek van de wet (Gal. 3:13).

Ik wil het accent nu leggen op de plaats van de goede werken in het nieuwe verbond. Moeten we die doen of niet?

Een hulp is om twee rijtjes teksten te zien en het verschil tussen die twee opsommingen. In het eerste rijtje teksten gaat het niet om de werken, maar in het tweede rijtje ligt er wel een accent op het doen van goede werken. Ik noem van beide soorten teksten, die tegengesteld aan elkaar lijken, zeven voorbeelden. Daarna kijken we naar de balans en de plaats die de werken hebben.

Eerste serie teksten

  • “Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid” (Rom. 4:5).
  • “Wij komen tot de slotsom dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt zonder werken van de wet” (Rom. 3:28).
  • “Maar als het door genade is, is het niet meer uit werken, anders is genade geen genade meer. En als het uit de werken is, is het geen genade meer, anders is het werk geen werk meer (Rom. 11:16).
  • “Wij weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd” (Gal. 2:16).
  • “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme” (Ef. 2:8-9).
  • “Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen” (2 Tim. 1:9).
  • “Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest, Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker” (Tit. 3:4-6).

Gered en behouden door geloof zonder goede werken

In de eerste reeks teksten zien wij dat we alleen behouden of gered kunnen worden door het geloof in Christus en de genade van God. We kunnen niet gerechtvaardigd worden door werken van de wet. Wij kunnen geen enkele verdienste ontlenen als natuurlijk mens aan onze eigen goede werken. Het gaat bij de rechtvaardiging er nooit om of wij ons best doen of dat wij op basis van prestaties bij God in een goed blaadje zouden komen. Dat doen van ons schiet schromelijk tekort. Zo lukt het nooit om God te bereiken en redding te krijgen. Onze zonden staan ons daarbij in de weg en dat heeft de scheiding met God gebracht (Jes. 59:1-2). Gered worden kan alleen door het geloof en de genade, op grond van het werk van Christus voor onze zonden. Hem zij alle eer! 

De strijd van Luther

De Reformatie met Luther vanaf 1517 heeft deze grote ontdekking gedaan: de rechtvaardiging door geloof. Hij moest opboksen tegen alle Roomse werkheiligheid dat wij door onze eigen werken de hemel zouden kunnen verdienen. Ik denk aan de aflaathandel van de monnik Tetzel. Hij verkocht aflaten tegen geld, waarmee de mensen moesten geloven “zoals het geld in het kastje klinkt uw ziel in de hemel springt.” Luther stelde de leugen hiervan en het bedrog van de mensen aan de kaak geheel tegen het verworden Roomse instituut in.  Luther ontdekte dat het een onmogelijke zaak was om God met de werken en de misleidende handel van natuurlijke mensen te behagen. God gaf hem een bijzonder licht over twee teksten in de Romeinenbrief:

  • “Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit geloof leven” (Rom. 1:17, aanhaling van Hab. 2:4).
  • “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus” (Rom. 5:1).

Hij las ook in de Galatenbrief dat de redding en het behoud uit genade is zonder de werken van de wet. Deze ontdekte goddelijke waarheden werden groot voor hem en God heeft hem in dit opzicht licht en inzicht gegeven. Het werk van Christus voor  ons en de genade van God voor ons die door geloof je persoonlijk eigendom wordt kwamen weer helder voor het voetlicht tegenover de stikdonkere nacht van de Roomse kerk in de Middeleeuwen met haar traditie en haar rituelen, ceremoniën en onbijbelse poespas. Sola fide= alleen door het geloof, sola gratia= alleen door genade, sola Scriptura= alleen de Schrift. Het zijn de leuzen van de Reformatie.

Paulus schrijft in de Romeinen- en de Galatenbrief dat wij zonder werken van de wet, behouden kunnen worden, alleen door geloof en alleen door genade van God (Rom. 3:20,28; Gal. 2:16). Om gered te worden en te weten dat je door Jezus als Heer van je leven aan te nemen eeuwig leven hebt kun je geen enkel goed werk van jezelf inbrengen. Niemand van ons kan in zichzelf roemen dat wij door onze eigen werken behouden zouden kunnen worden. Alle roem is uitgesloten (Rom. 3:27). Onze redding is onverdiend, het is pure genade. Behouden worden en gered worden voor de eeuwigheid, dus over het lichamelijke sterven heen, kan alleen maar door het werk van Jezus Christus. Wij roemen in God door onze Here Jezus Christus. Hoe? Door te aanvaarden dat Jezus alles volbracht heeft voor mij, dat door Zijn werk op Golgotha wij met God de Vader verzoend kunnen worden.

Onze verkeerde werken (daden) belijden

Voordat we verder gaan over goede werken eerst iets over slechte, zondige werken. Daarbij moeten we onze verkeerde werken – onze zonden – belijden en inleveren, dat wil zeggen: een grondige opruiming en drastische schoonmaak houden in ons leven. Wie zijn overtredingen belijdt en ze nalaat zal barmhartigheid verkrijgen (Spreuk. 28:13). Bij zo’n bekering tot God en geloven in God, keren wij ons naar Hem toe, en keren wij ons af van onze zonden, van ons oude leven, om daarmee te breken. Bekering is verandering en vernieuwing van denken. Het verlaten van je eigen denkwijze en je richten op en overnemen van hoe God over de dingen denkt. God geeft ons daarop een wedergeboorte, een van boven geboren worden uit God, een nieuw leven in het Koninkrijk van God en je voelt je een herboren mens en dat is ook zo, want je bent van boven geboren.

Het probleem van Luther met Jakobus

Nadat Luther gegrepen was geraakt van passages in de Romeinen- en Galatenbrief gebeurde er iets. Toen kreeg hij een probleem: hij las de Jakobusbrief en hij las daarin dingen die hij moeilijk kon verkroppen. Leerde Jakobus een samenwerken tussen geloof en werken? Werd Abraham uit de werken gerechtvaardigd, evenals Rachab, de hoer? Werd de mens niet alleen uit geloof gerechtvaardigd? Luther zag dat de leer die Jakobus verkondigde niet klopte met wat hij uit de Romeinenbrief en de Galatenbrief had ontdekt. Hij kreeg er moeite mee dat de Jakobusbrief in de canon van de Bijbel was opgenomen. Hoe kon Jakobus ooit behoren tot de 27 boeken van het nieuwe testament. Hij zei dat de Jacobusbrief een brief van stro was, een “strooien brief” en hij voegde daaraan toe: “Maak met Jaapje maar de kachel aan.”

Reactieverkondiging kan verstoord evenwicht of onbalans geven

Wat was er aan de hand? Vanuit Luther’s reactie tegen de Roomse werkheiligheid in het voorop zetten van goede werken om daarmee de hemel te willen verdienen, schoot hij door naar de andere kant: Hij kon er niet tegen dat Jakobus enkele malen scherp zei: “Het geloof zonder de werken is dood” (Jak. 2:14,17,20, 26). Luther kon in zijn tijd niet verstaan dat de Jakobusbrief het zoveel over daden heeft, omdat hij vanuit het geloof veel over de heiliging schreef, terwijl bij Luther de rechtvaardiging zonder werken centraal stond.

Het nieuwe verbond spreekt echter heel veel over goede werken die christenen doen. Ik bedoel niet goede werken doen om daarmee de hemel te verdienen, of om Gods goedkeuring te krijgen door flink je best te doen in het leveren van allerlei inspanningen en prestaties op het christelijk erf. Of door middel van werken van de wet denken gered te kunnen worden. Dan zet je goede werken niet op de plaats die God daaraan geeft.

Jildert de Boer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *