HET AANBIDDEN VAN DE VADER EN HET AANROEPEN VAN DE ZOON

Bidden wij alleen tot God de Vader of ook tot Jezus, de Zoon?

Jezus komt aanbidding, dat wil zeggen: hulde en eer toe als Heer

Jezus is de eniggeboren Zoon van de Vader, de Christus, de Heer, de Koning van de koningen.  Naast de Vader die wij aanbidden in geest en waarheid[1], komt Jezus aanbidding, dat wil zeggen: hulde en eer toe, als Heer. Jezus is de Heere van ons allen.[2] Zo’n elf keer komt het voor in de evangeliën dat Jezus aanbeden wordt, of voor Hem wordt geknield of Hem hulde betoond wordt.[3]

Het gaat dan om het woord proskuneo,dat ook neervallen, zich neerwerpen of zich neerbuigen kan betekenen. Hij is immers tot Kurios (Heer) aangesteld. Let wel, wij zullen, hoewel wij zonen worden in gelijkvormigheid aan Hem, nooit een voorwerp van aanbidding of verering worden. Integendeel, wij zullen onze kronen neerwerpen voor Gods troon.[4] Ook Petrus accepteerde geen aanbidding of hulde van Cornelius,[5](want hij stond niet boven hem), net zomin als de engelen als mededienstknechten aanbeden dienen te worden, zoals Johannes ondervond.[6]

Onze broederschap met Hem, onze Heer, staat niet op basis van volledige gelijkheid en wij kunnen niet op een ‘oude jongens krentenbrood’-manier met Hem omgaan. Wij zullen goed moeten beseffen dat Hij boven ons staat als eniggeboren Zoon van God, de Geliefde, Lam van God, Christus, Heer, Middelaar, Hoofd, Hogepriester, Heiland, Herder, Beeld van de onzichtbare God, Koning, want Hij is de Koning der koningen en de Heere der heren.

“Het Lam dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid, dankzegging.”[7] Op die wijze danken, prijzen, eren en verheerlijken wij Jezus Christus! “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel en op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.”[8]

Wat speelt mee bij de vraag of we Jezus mogen/ moeten aanbidden?

Er spelen een aantal zaken mee bij de vraag naar de aanbidding van Jezus:

  • Men constateert in de evangeliën dat Jezus wordt aanbeden en men concludeert daaruit automatisch dat Hij daarom God moet zijn.

Verderop zien we of dit een ‘must’ is aan de hand van de vertaalmogelijkheden, het tekstverband en hoe de Schriften Jezus openbaren.

  • Hoe vertalen wij proskuneo , speciaal als het over het ‘aanbidden’ van Jezus gaat?

We zullen straks een serie teksten opsommen.

  • Men ontkent dat Jezus een menselijke Messias is. Hij wordt in het oude testament aangeduid als de Mensenzoon.[9]

De Joodse verwachting van de Messias (= Christus, dat is Gezalfde, in het Grieks) is dat Hij mens is, gezalfd met de Geest van God, door God (Jahweh) gezonden.

  • Als wij Jezus niet als God zien, maar als mens, dan zegt men dat wij afgoderij bedrijven door Jezus te aanbidden (vereren). En afgoderij bedrijven is zondigen.

“Want er is één God en één Middelaar, de mens Christus Jezus.”[10] Wanneer wij zeggen dat onze Middelaar Christus Jezus mens is (en geen Godmens. Of 100% mens en 100% God tegelijk, zoals de ‘twee naturenleer’ uit Chalcedon in 451 na Chr. meent, maar waar geen Bijbelverzen over bestaan), dan kan het je gebeuren, dat sommigen durven zeggen dat je dan geen christen bent (al erkennen wij hen omgekeerd wel als christen!). Echter: God is God, een mens is een mens, een engel is een engel, een dier is een dier. God heeft geen mengvormen geschapen, zoals de twee naturenleer in feite zegt.

Een middelaar stelt zich tussen de partijen en brengt een verzoening tot stand tussen twee partijen. Hier is Christus Jezus de vertegenwoordiger van het menselijk geslacht, waartoe Hijzelf behoort, en Hij brengt de mens tot God terug door Zichzelf te geven als een losprijs voor allen.[11] Tegelijk is Hij ook de Zoon van God, die door de Vader tot verlossing van de zondige mensheid, is gezonden.

De Heidelbergse Catechismus heeft het echter in zondag 6, vraag 18 over: “Wie is deze Middelaar, Die tegelijk God en een waarachtig rechtvaardig mens is?” Met het antwoord: “Onze Heere Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing geschonken is.”

Ik heb de andere teksten, die naast 1 Timotheüs 2:5 in het nieuwe testament over de Middelaar gaan, opgezocht en bekeken,[12]maar geen enkele van die teksten toont aan, dat Jezus Christus als onze Middelaar, tegelijk God zou zijn. Jezus moest in alles aan Zijn broeders gelijk worden.[13]

-“En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enig waarachtige God EN Jezus Christus, Die u gezonden hebt.”[14]

Er zijn dus geen twee of drie waarachtige Goden en alleen God (Jahweh) mag aanbeden worden.

-“Voor ons is er maar één God: de Vader…en één Heere Jezus Christus…”[15]

Zo eenvoudig is het: Wij aanbidden de Vader als God en wij vereren Jezus Christus als Heer en Zoon van God. Dat heeft met afgoderij niets van doen, “al zijn er ook die goden genoemd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde (zoals er vele goden en heren zijn).”[16]

Het is de vraag of als je drie personen als God gaat aanbidden, je dan wel de ene God aanbidt.[17] Dat lijkt niet op zuiver monotheïsme, al weet ik dat men geen tritheïst (drie goden-aanhanger) wil zijn. Toch wil men niet alleen de Vader, maar ook de Zoon en de Heilige Geest als God aanbidden.

Jezus vraagt voor Zichzelf geen aanbidding. Evenmin is daarvan sprake bij de heilige Geest, die slechts Jezus wil verheerlijken,[18]maar die men in ‘de leer der vaderen’ ook aanbidding vindt toekomen, terwijl een Schriftuurlijk voorbeeld van aanbidding van de heilige Geest niet voorhanden is. Het argument dat men daarvoor heeft, is dat de Geest ook Zelf God zou zijn, maar dat is typisch een cirkelredenering.

Jezus noemt Zichzelf ook nergens God. Jezus leert ons meerdere keren de Vader te aanbidden. Dat doet Hij bijvoorbeeld:

– bij de verzoeking in de woestijn over alleen God aanbidden tegenover de duivel,

– bij de instructies voor het bidden tot de Vader in het verborgene van de  binnenkamer,

– bij het Onze Vader,

– bij het God aanbidden in geest en waarheid.[19]

De betekenissen van het Griekse woord proskuneo en het Hebreeuwse equivalent shachah

Er is in het Grieks sprake van ‘proskuneo’ (Strong’s nummer: 4352), respectievelijk ‘shachah’ in het Hebreeuws (Strong’s nummer: 07812).

Beide grondwoorden worden door de vertalers van de HSV en vooral de St. Vert. vertaald met ‘aanbidden’ (Engels: ‘worship’) als het God of Jezus betreft, maar kunnen net zo goed betekenen: neerbuigen, hulde bewijzen, eerbied betonen, neervallen.

Zo worden ze op andere plaatsen ook vertaald als het niet God of Jezus betreft. Omdat bij Jezus ‘proskuneo’ vaak vertaald wordt met aanbidden, meent men dat Jezus dan God moet zijn, terwijl in die gevallen vaak evengoed vertaald kan worden: neerbuigen, eerbied geven, hulde bewijzen, respect betonen.

Ook in onze liederen bezingen wij Jezus, onze Heer [20] om Hem te loven, te prijzen en te bejubelen als persoon en voor het werk dat Hij voor ons deed, waardoor wij verlost van zonde kunnen worden.

We gaan nu een selectie van Schriftplaatsen hieromtrent na vanuit de HSV en daarbij, waar dit nuttig is, andere vertalingen, waar beide woorden uit de grondteksten aan de orde zijn:

  • “…toen Lot hen zag, stond hij op om hun tegemoet te gaan, en boog zich met zijn gezicht ter aarde.”[21] Lot betoonde eer en respect voor deze mannen (engelen).
  • “Als wij (Abraham en Izak) ons neergebogen hebben, zullen wij bij jullie terugkeren.”[22]
  • “Toen stond Abraham op en boog zich voor de bevolking van dat land, de Hethieten.”[23] Hij bewees respect aan de Hethieten.
  • “…terwijl hij (Jakob) zelf vóór hen uit ging en zich zeven keer ter aarde neerboog, totdat hij bij zijn broer (Ezau) gekomen was.”[24] Jakob stelde zich nederig op naar Ezau en bewees hem eer.
  • “De broers van Jozef kwamen en bogen zich voor hem neer met het gezicht ter aarde”.[25] Zij bogen eerbiedig voor de onderkoning van Egypte, Jozef die zij nog niet herkenden.
  • “Toen ging Mozes naar buiten, zijn schoonvader tegemoet. Hij boog zich en kuste hem…”[26] Mozes toonde respect voor zijn schoonvader.
  • “U mag zich voor hun goden niet neerbuigen en ze niet dienen.”[27] Het is verkeerd zich te buigen voor afgoden.
  • “Daarna zei Hij tegen Mozes: Klim naar boven, naar de Heere toe, u en Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël, en buig u op een afstand neer.”[28]
  • “En zodra heel het volk de wolkkolom zag staan bij de ingang van de tent, stond heel het volk op en boog zich neer, ieder in de opening van zijn tent.”[29]
  • “Daarna stond David op, ging de grot uit en riep Saul achterna: Mijn heer de koning! Toen keek Saul achter zich en David knielde met zijn gezicht ter aarde en boog zich neer.”[30] David bewees hulde aan Saul, de koning en eerde hem nog steeds.
  • “Toen Abigaïl David zag, haastte zij zich en kwam van de ezel af. Vervolgens wierp zij zich voor David op haar gezicht en boog zich ter aarde.”[31] Zij vernederde zich voor David vanwege de dwaasheid van haar man Nabal.
  • “Toen wierp Joab zich met zijn gezicht ter aarde, boog zich en dankte de koning.”[32] Joab bewees eer aan koning David, omdat hij genade had gevonden in diens ogen.
  • “Men bracht de koning de boodschap: Zie de profeet Nathan is er. Em hij kwam bij de koning binnen en boog zich met zijn gezicht ter aarde voor de koning neer.”[33] Dat is een neerbuigen voor de koning, als een eerbetoon aan koning David.
  • “Daarna zei David tegen heel de gemeente: Loof nu de Heere, uw God! Toen loofde heel de gemeente de Heere, de God van hun vaderen; en zij knielden en bogen zich voor de Heere neer EN voor de koning.”[34] Hun lofprijs en aanbidding was voor de Heere, maar zij bewezen ook de koning hulde.
  • “Ja alle koningen zullen zich voor hem/Hem neerbuigen[35] (Salomo, cq. Jezus).
  • “Mordechaï echter knielde niet en boog zich niet neer” (voor Haman, de Jodenhater).[36]
  • “Toen wierp koning Nebukadnezar zich met het gezicht ter aarde en aanbad Daniël.”[37] De St. Vert., HSV en NBG-vert. gebruiken ‘aanbad’, terwijl de NBV volledig terecht eenvoudigweg “boog voor Daniël” heeft. Het was immers een daad van eerbetoon.
  • “…zodat ook ik (Herodes) kom om Het te aanbidden[38] (hulde ga bewijzen, NBG-vert).
  • “Er staat geschreven: de Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen.”[39]
  • “En zie er kwam een melaatse, Die knielde voor Hem neer…”[40] (viel voor Hem neder, NBG-vert.) (en aanbad Hem, St. Vert.).
  • “…zie er kwam een leidinggevende (overste), die Hem aanbad…”[41] (viel voor Hem neder, NBG-vert.).
  • “De slaaf dan knielde voor hem neer…”[42] (neervallende, aanbad hem, St. vert.) (wierp zich neder als smekeling, NBG-vert.).
  • “…Jezus kwam hen tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem.” “…En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden.”[43] De St. Vert, de HSV en de NBG-vert. hebben hier ‘aanbaden’, maar andere vertalingen hebben: vielen voor Hem neder (Luth.), bewezen Hem hulde (Vert. Brouwer), bewijzen Hem hulde (Na. Bijbel), huldigen Hem (Telos), vielen voor Hem op de knieën (Herz. Willibr.), bewezen Hem eer (NBV).
  • “God is Geest en Wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.”[44]
  • “…en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is.”[45]
  • “…Zie Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb.”[46] (aanbidden voor uw voeten, St.vert.) (zich nederwerpen voor uw voeten, NBG-vert.) (voor uw voeten neervallen, Leidse Vert.). Dit als een betuiging van erkenning en eerbetoon.

We aanbidden God het meest door Hem te gehoorzamen en wij eren Jezus, Gods Zoon, als Heer van ons leven door te doen naar Zijn woorden. Aanbidding is niet een gevoel, maar een levensstijl tot lof van Zijn heerlijkheid.

Daarnaast tonen we achting, eerbied en respect voor anderen die boven ons geplaatst zijn in een gezagsverhouding. Al deze zaken komen voort uit de betekenissen van shachah en proskuneo.

Het is verstandig het woord ‘aanbidden’ te reserveren voor de Vader, al geven wij ook Jezus beslist de dank, eer en glorie als onze Verlosser en Heer, want Hij is alle hulde waardig. Daarom is het ook goed mogelijk de naam van de Heere Jezus aan te roepen. In ons gebed bidden wij in de regel tot de Vader, maar soms zullen we merken dat wij haast intuïtief geleid worden om de Heere Jezus aan te roepen (zoals we nog zullen zien). Het aanroepen van de heilige Geest dienen we echter achterwege te laten, omdat de Bijbel ons dat niet leert. Wel kunnen we uiteraard tot God bidden om Zijn Geest! We bidden daarom niet tot de heilige Geest, maar als het goed is wel door de Geest.

Bidden in de naam van Jezus tot de Vader


Jezus leerde Zijn discipelen tot de Vader te bidden in Zijn naam. Bidden is vragen. Dat lezen we in het bijzonder in het Johannes-evangelie:

  • “En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.”[47]
  • “Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.”[48]
  • “…Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven. Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam, bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden.”[49]

De naam van de Heere Jezus aanroepen en gemeenschap hebben met Hem

  • “En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn Geest.”[50]
  • Wij zien ook dat Ananias in gesprek is met de Heere Jezus.[51]
  • Er is sprake van: “Die Uw Naam aanroepen” en “hen die deze Naam aanriepen.”[52]
  • “En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de naam van de Heere.”[53]
  • “…Wat Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.”[54]
  • “…met allen die de naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere.”[55]

Er wordt tenslotte ook gesproken over gemeenschap met de Zoon hebben, bijvoorbeeld in de volgende verzen:

  • “God is getrouw, door Wie u ook geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heere.”[56]
  • “…en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en Met Zijn Zoon, Jezus Christus.”[57]

Samengevat: wij kunnen bidden in Jezus’ Naam tot de Vader en wij kunnen soms ook de Naam van Jezus direct aanroepen.

Jildert de Boer

© Verdieping en Aansporing 2021


[1] Joh. 4:23-24

[2] Hand. 10:36

[3] Matth. 2:11; Matth. 8:2; Matth. 9:18; Matth. 14:33;

  Matth. 15:25; Matth. 20:20; Matth. 28:9: Matth. 28:17; Marc. 5:6; Luk. 24:52; Joh. 9:38

[4] Openb. 4:10

[5] Hand. 10:25-26; vergelijk Hand. 14:11-15

[6] Openb. 22:8-9; Openb. 19:10

[7] Openb. 5:12

[8] Fil. 2:9-11

[9] Dan. 7:13-14

[10] 1 Tim. 2:5; vergelijk Rom. 5:15 en 1 Kor. 15:21

[11] 1 Tim. 2:6

[12] Gal. 3:19-20; Hebr. 8:6; Hebr. 9:15; Hebr. 12:24

[13] Hebr. 2:17a; vergelijk Fil. 2:7

[14] Joh. 17:3

[15] 1 Kor. 8:6

[16] 1 Kor. 8:5

[17] Matth. 4:10

[18] Joh. 16:14

[19] Matth. 4:10; Matth. 6:6; Matth. 6:11: Joh. 4:23

[20] Ef. 5:19-20; Kol. 3:16

[21] Gen. 19:1

[22] Gen. 22:5b

[23] Gen. 23:7,12

24 Gen. 33:3

25 Gen. 42:6b

26 Ex. 18:7

27 Ex. 23:24

28 Ex. 24:1

29 Ex. 33:10

30 1 Sam. 24:9

31 1 Sam. 25:23

32 2 Sam. 14:22

33 1 Kon. 1:23  

34 1 Kron. 29:20c

35 Ps. 72:11

36 Esther 3:2; vergelijk Esther 9:10

37 Dan. 2:46
38 Matth. 2:8

39 Matth. 4:10

40 Matth. 8:2

41 Matth. 9:18

42 Matth. 18:26

43 Matth. 28:9,17

44 Joh. 4:24

45 1 Kor. 14:25

46 Openb. 3:9; vergelijk Jes. 60:14

47 Joh. 14:13-14

48 Joh. 15:16

49 Joh. 16:23-24

50 Hand. 7:59

51 Hand. 9:10

52 Hand. 9:13-14

53 Hand. 9:21

54 Rom. 10:12b-13

55 1 Kor. 1:2b

56 1 Kor. 1:9

57 1 Joh. 1:3b

 

 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *