SLEUTELS TOT EENHEID deel 2
SLEUTELS TOT WARE EENHEID IN DE CHRISTELIJKE GEMEENTE deel 2
Aan de hand van bijbelse sleutelwoorden of trefwoorden willen we het bijbelse geheim van eenheid tussen christenen ontdekken en praktisch maken. Het zijn als het ware ijkpunten, die de weg naar bijbelse eenheid helpen te markeren en handreikingen bieden tot echte eenheid.
- Liefde
Dit lijkt een ‘open deur’ te zijn, maar het kenmerk, waaraan de mensen de discipelen zouden kunnen herkennen, is immers de liefde. Jezus sprak: “Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen ZIEN dat jullie mijn leerlingen zijn” (Joh. 13:34-35, NBV).
Er zijn veel bijbelverzen over de liefde, zodat we er maar enkele zullen noemen ter ondersteuning van deze praktische waarheid: “Maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, en in streven, één van geest” (Fil. 2:2, NBV); “Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot volle rijkdom van een allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus, in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen” (Kol. 2:2-3, NBV).
We voegen er nog eens twee kernachtige uitspraken aan toe: “Houd de onderlinge liefde in stand” (Hebr.1 3:1, NBV) en: “alles wat u doet, moet u uit liefde doen” (1 Kor. 16:14, NBV). Voorts: “Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven OMDAT we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft, blijft in de dood” (1 Joh. 3:14, NBV).
Ten slotte een niet mis te verstane tekst: “We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, MOET ook de ander liefhebben” (1 Joh. 4:21, NBV). Niet liefhebben betekent praktisch gezien niet meteen haat, maar verachting of minachting (neerzien op, NBV) (Rom. 14:3,10), in plaats van hoogachting en de ander uitnemender (belangrijker, NBV) achten dan jezelf (Fil. 2:3).
Hoe is het dan mogelijk dat christenen elkaar zouden kunnen wegkijken, of elkaar zelfs aanvliegen? Hetzij in uitbarstingen van woede, of iets fatsoenlijker: door elkaar in de “christelijke pers” te lijf te gaan? Of nog subtieler: door van de ene religieuze samenkomst naar de volgende te shoppen, omdat het hen bij de vorige niet bevalt? Liggen hier vaak niet vleselijke motieven aan ten grondslag, al worden die meestal achter een vroom masker bedekt? “Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘hebt uw naast lief als uzelf’. Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden wordt” (Gal. 5:14-15).
Is het mogelijk ‘in liefde’ in de hemel bijeen te zijn, terwijl men op aarde elkaar niet ‘in liefde’ wilde ontmoeten, maar bovenal oog had voor de eigen geestelijke ‘club’, of zelfs de broederbanden met anderen welbewust verbrak? Of geloven sommigen in ‘tussenschotjes’ in de heerlijkheid van God? Wat is het dan heerlijk elkaar op aarde de broederhand te reiken en liefdebetoon zichtbaar te uiten! Geen ‘lieverig’, sentimenteel gedoe, maar een hartelijke liefde in geest en waarheid!
2. Vrede
Dat is ook al zo’n overbekend woord. Mensenmassa’s zingen over “vrede op aarde”, wat men slechts voor kerst uitspaarde. Men vergeet dan dat deze “vrede op aarde” tussen twee dingen in staat. Zij werkt in “mensen van het welbehagen”, die het “ere zij God” in hun leven bovenaan hebben staan en niet in mensen die zich slechts hullen in een romantische, gezellige kerstsfeer en doen alsof alles pais en vrêe is.
Miljoenen christenen geloven in de verzoening van hun zonden door het werk van Jezus Christus op Golgotha, namelijk dat zij daardoor niet langer vijanden van God zijn. Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof hebben vrede met God (Rom. 5:1) is hun persoonlijk deel geworden en zij zijn zich bewust van de vergeving van zonden.
Nu is het voluit Gods bedoeling dat die verticale vrede ook horizontaal wordt omgezet! Jezus heeft de muur van vijandschap tussen Joden en heidenen afgebroken en EEN nieuwe mens geschapen: vrede voor hen die veraf waren en vrede voor hen die dichtbij waren. Dankzij Hem hebben wij allen in EEN Geest de toegang tot de Vader (Ef. 2:14-18).
Hoe zit het dan met alle andere kerkmuren en ‘denominatie-sektarisme’? Is dat Gods bedoeling geweest? De vraag stellen is haar (bijna) beantwoorden, maar ik wil me hier voornamelijk beperken tot de plaatselijke gemeenten.
Natuurlijk heeft de boze de vrede tussen christenen geregeld proberen te verstoren of zelfs te roven. Dat is niet verwonderlijk als we verstaan dat de allereerste oorsprong van scheuring is dat Lucifer’s rebellie als morgenster een derde deel van de sterren (beeld van engelen en mensen) (Openb. 12:4) uit de vrede, eenheid en harmonie met God trok in zijn opstand tegen de Allerhoogste. Nu herhaalt de duivel dit plan door onvrede, ontevredenheid en scheiding aan te willen brengen in het volk van God, om dit te verstrooien en vanuit de hemelse gewesten op aarde te werpen!
Als wij naar de wil van God wandelen, dan zien wij dat het van vrede in het hart naar het stichten van vrede in huwelijk en huis al een hele weg kan zijn. Onvrede in het christelijke gezin kan er ook uit voortkomen dat een van beide huwelijkspartners wel christen is, maar geen geloof heeft in een overwinningsleven, waarbij het mogelijk is de harmonie in het huwelijk in omstandigheden van verzoeking te bewaren, in plaats van uit te schieten in onderling gehakketak en woordenstrijd. De andere huwelijkspartner kan in zo’n situatie bijvoorbeeld hulp hebben aan een gouden sleutel als Rom. 12:21: “Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede”!
Bij onvrede in het gezin dient men die er ook bewust van te zijn dat in de opvoeding niet de kinderen de echte ‘lastpakken’ zijn, maar dat de strijd primair tegen de ware “lastpakken”, de boze geesten in de hemelse, onzichtbare, gewesten gaat, die de vrede en harmonie onderling willen verstoren.
Zo is het ook in de gemeente, dat een goede opvoeding in Woord en Geest – die toegepast wordt in de situaties – veel machten, die onrust en onvrede willen bewerken, machteloos kan maken. Niettemin is het verstandig bovenal op de God des vredes te vertrouwen en op onze hoede te blijven voor de geestelijke vijanden. In de gemeente, het huis(gezin) van de levende God, geldt: “Jaag naar vrede met ALLEN en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien” (Hebr. 12:14). Vervolgens ook met het oog op alle andere mensen buiten de gemeente: “Stel, voor zover het in uw macht hebt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven” (Rom. 12:18, NBV).
De aanvangsvrede in het individuele hart heeft daarom een vervolg nodig, zodat de vrede van Christus kan HEERSEN (REGEREN), want daartoe zijn wij geroepen als leden van EEN (!) lichaam (Kol. 3:15).
Niet voor niets sprak de Meester: “zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkander de vrede” (Marc. 9:50, NBV). Helaas is het smaakmakende en bederfwerende zout in de algemene christenheid heel vaak smakeloos geworden en kon daarom de onderlinge vrede niet bewaard blijven, waardoor er onvrede, wrijvingen, spanningen en botsingen ontstonden, of zelfs godsdienstoorlogen.
Ondanks de oproep: “u te BEIJVEREN de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes…” (Ef. 4:3) is het in de geschiedenis helaas niet goed gegaan. Men is in de loop der tijd begonnen diverse “huizen van God” te bouwen met tegenstrijdige naambordjes in de zichtbare, natuurlijke wereld en de ware tempel van God in de geestelijke wereld raakte uit het vizier. Bovendien: hoe kon de wereld weten waar de gemeente van Christus samenkwam bij zoveel verschillende en verdeelde ‘godshuizen’?
De opdracht van God blijft echter: “Jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en VREDE MET HEN, DIE DE HERE AANROEPEN UIT EEN REIN HART” (2 Tim.2:22b). Reine harten vloeien in vrede samen, dat kan niet missen! Zulke harten houden niet vast aan eigen gelijk of eigen sterke mening, maar zoeken vrede met ALLEN die ook een rein hart hebben gekregen, los van partijschappen, die werken van het vlees zijn (Gal. 5:20). Zoals er ook staat: “Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, HOUDT VREDE, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn” (2 Kor.1 3:11). “De wijsheid van boven is vooreerst REIN, vervolgens VREEDZAAM…” en kort daarna staat er: “gerechtigheid is een vrucht die in vrede gezaaid wordt voor hen, die vrede stichten” (Jak. 3:17-18). Velen hebben de vrede van God niet gediend met hun vechten voor een bepaald principe, omdat er boosheid en heftigheid tot uiting kwam in hun houding en spreken.
Wat ook plaatsgreep waren ‘zoete, lieve, christelijke’-praatjes, die noch vlees noch vis bevatten, omdat het zouteloos gepraat inhield van valse profeten met hun “vrede, vrede en geen onheil” zonder een ernstige, krachtige oproep tot het bekend maken van duidelijke zonden, om die weg te doen. Kortom: een vrede zonder het zwaard van het Woord over alle zonde en tegen elke macht der duisternis!
Toch is de werkelijke, goddelijke vrede in alle omstandigheden een haalbare zaak, ondanks de “onruststokers”, die demonen heten, zodat we iets geweldigs lezen in 2 Thess. 3:16 (NBV): “Moge de Heer van de vrede zelf u altijd en op elke wijze vrede geven”. In het Oude Verbond zei de psalmist al in omstandigheden van lasterpraat om zich heen: “ik ben een en al vrede, maar als ik spreek, dan zijn zij uit op strijd” (Ps. 120:7).
In Kol. 3:15 hebben we gelezen: “De vrede van Christus…regere in uw harten…”. Letterlijk staat er: is scheidsrechter in uw harten. Natuurlijk wordt de scheidsrechter met zijn fluitje goed herkend in sportwedstrijden en heeft hij daardoor de leiding over het spel. Kunnen wij het “fluitje” van de goddelijke scheidsrechter ook horen ter waarschuwing als er een situatie komt, waar de goddelijke vrede van binnen dreigt te wijken, of ter berisping als deze innerlijke vrede na een overtreding al geweken is? “De gezindheid van de Geest is leven en vrede” (Rom. 8:6b). Dit te weten is één ding, maar dit wezen te laten worden in je levenssituaties is een tweede zaak.
Hoe belangrijk is het acht te geven op en te blijven in de goddelijke stroom van leven en vrede! Wat een oefeningen in het alledaagse leven, om niet te gaan voor “om der lieven vrede wille” (menselijke vrede, dat is de weg van de minste weerstand), maar om in Gods vrede te vertoeven.
Natuurlijk uitte de apostel geen vrome wens met zijn “De Here geve u vrede, voortdurend in elke opzicht (2 Thess. 3:16), maar geloofde hij in de volle realiteit van de kracht van de Heer van de vrede. Die Heer was zijn VredeVORST geworden en dat niet pas in een duizendjarig vrederijk, maar hier en nu en dus is het ook mogelijk en een haalbare zaak voor ons!
3. Het kruis
Sommigen beschouwen het kruis als een gepasseerd station en willen altijd maar over de heilige Geest spreken, maar centraal in het evangelie staat nog altijd het kruis.
Er zijn er op het christelijke erf die meer denken aan munt en zij proberen winst of voordeel uit het evangelie te halen. Dat kan door een succes- of welvaartsevangelie (‘prosperity teaching’), waarbij het lijden uit de boodschap wordt gelicht, maar ook door eerzucht en naam te willen maken onder een ‘christelijke’ vlag. De kracht van (menselijk) ‘positief denken\ is meestal wars van het kruis over al het vleselijke en het woord ‘zonde’ vindt men zo ‘negatief’, hoewel het woord van God zonde overal zonde noemt. Men heeft het liever over een woord als ‘zelfbestemming’.
De geest van manipulatie verslaat vele naïeve christenen, die niet waakzaam zijn, om de geesten te beproeven, die werkzaam zijn en zich voordoen als engelen van het licht. Via truc’s en slinkse streken wordt de goedgelovige goegemeente dan op het verkeerde been gezet. Intimidatie, vleierij en gekonkel hebben macht bij een manipulerende geest en de aanstoot en ergernis van het kruis wordt zo listig omzeild.
Regelmatig zien we ook dat het evangelie opgesierd moet worden met manifestaties, show, spektakel, bombarie, heisa en een perfecte performance, maar dat het kruis over alle vlees ontbreekt. Het evangelie is dan vooral gericht naar de behoeften van de mens en wordt zo aangenaam mogelijk gebracht. Maar het evangelie is niet naar de mens (Gal. 1:11), maar wel bestemd voor de mens!
De boodschap van het kruis predikt niet alleen maar de vergeving van zonden door Jezus’ bloed, maar verkondigt tevens kruis en dood over de oude mens, dat is over onze oude bestaans- en leefwijze. Als onze belijdenis is: “Met Christus ben ik gekruisigd; ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2:20, NBV), hoe zal het dan gaan in de onderlinge verhoudingen? Dan ben ik er toch achter gekomen dat ikzelf helemaal niet in staat was zo nodig alles te kunnen presteren in het christenleventje, integendeel!
Aan het kruis verstomt alle menselijke rumoer, herrie en trammelant, maar ook de zelfzucht, de hebzucht, de heerszucht, enzovoort: dat zijn allemaal dingen die afgelegd en in de dood van Christus gegeven mogen en moeten worden! De geest van kritiek kan hier zijn einde vinden en kletspraatjes kunnen wegsterven, want door lasterpraat wordt aan de tegenpartij vat op zich gegeven (1 Tim. 5:14b).
“Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd” (Gal. 5:24). Wanneer wij met Christus zijn gestorven (niet alleen als statisch, juridisch feit 2000 jaar geleden, maar dynamisch in de praktijk van vandaag), geloven we dat we ook met en voor Hem zullen leven (niet als in theorie ‘nieuwe mensen’, maar als echt vernieuwde mensen, in wie Christus leeft!) (Rom. 6:8; 2 Tim. 2:11; 2 Kor. 5:15).
Op een kerkhof is alles rust en vrede. Daar is geen zuster, die meer uitroept: “ik wil geen tweede viool spelen” en geen broeder zegt nog: “ik wil niet tot de onderliggende partij behoren” (zoals in een conflictsituatie op aarde gezegd zou kunnen worden). Op het kerkhof is er niemand meer die denkt of roept: “ik wil mijn gelijk halen”, zoals een wat wrang, maar leerzaam grafschrift ironisch vermeld zou hebben: “Hier rusten Jansen en zijn knechts; ze hadden gelijk, ze kwamen van rechts”! Dat is een vleugje humor met de uiterst serieuze ondertoon van een levensles!
Het geheim is dat dit geestelijke ‘kerkhof’ (met als beeld: door de doop in de dood!) actueel is in Romeinen 6 en niet na de natuurlijke dood in de toekomst geplaatst mag worden. De rust in God begint voor een christen niet pas na de natuurlijke dood, maar vangt aan bij de wedergeboorte, waar het stervensproces en het opstandingsproces – getoond en verbeeld in de waterdoop – aanvangt.
De gevolgen zijn heel praktisch. Jaloezie gaat de dood van Christus in, roddelpraatjes kunnen wegsterven en tegen elkaar op concurreren wordt omgezet in het positieve aanvullend op elkaar bezig zijn, hoe verschillend ieder ook van nature is. Het streven naar machtsposities is in de gemeente van de levende God uit den boze! Wie uit zijn op de macht en het de baas spelen, worden zelf nog geleid door een macht (heerszucht, eerzucht, enz.). Hoe kun je geloven dat je met Christus gekruisigd bent en tegelijkertijd je ‘eigen haan’ nog KONING laten kraaien? Hoe kun je EERST het Koninkrijk van God zoeken (Matth. 6:33) en bidden: “Uw Koninkrijk kome”, als je niet bereid bent je “eigen koninkrijkje” te laten verdwijnen?
Laten wij (meer en meer) deel krijgen aan het goddelijke opstandingsleven, dat het nieuwe leven in, met en van Jezus Christus uitleeft. Dat is: een uitleven van Zijn leven met alle heerlijke eigenschappen, die de anderen alleen maar goed willen doen en erop uit zijn die anderen te zegenen! Dat is het openbaren van de goddelijke natuur (2 Petr. 1:4) in groeiende mate, maar deze ontwikkelt zich alleen van binnen in die mate waarin wij bereid zijn de weg van het kruis te gaan.
Hier gaat het niet om het kruis van Christus dat eens op Golgotha stond, maar of wij bereid zijn onszelf te verloochenen, om dagelijks ons kruis op te nemen en Jezus te volgen (Luk. 9:23). Het is niet moeilijk om in liefde, vrede en eenheid samen te leven met mensen, die in Jezus’ naam zichzelf (willen) verloochenen. Dat zijn christenen, die allemaal hun eigen wil opzij zetten, om Gods wil te doen. Want verdeeldheid is TEGEN Gods wil! Met een zodanige edele gezindheid is het goed toeven in de gemeente van de levende God!
Zo leren wij bijvoorbeeld de minste te zijn, niet sterk te zijn in onszelf, niet onze persoon op de voorgrond te schuiven, onszelf te buigen in situaties, enzovoort. Zulke gelegenheden en kansen krijgen wij nu juist in de gemeente, maar ook in het gezin, op school of op ons werk! Daarin kunnen de krachtige resultaten van de doorwerking van het kruis in ons leven openbaar komen!
Jildert de Boer
Geef een reactie