Christelijke Gemeente Nederland – een beknopte schets

Ontstaansgeschiedenis

Het ontstaan van deze gemeenschap kunnen we plaatsen in Noorwegen tijdens de periode 1900-1912. Aan boord van een schip bekeert zich de Noorse marineofficier Johan Oscar Smith en twee jaar later ontvangt hij de doop in de Geest, waardoor hij licht en openbaring in de Schriften ontvangt. Hij krijgt geloof in een overwinningsleven over alle bewuste zonden door de kracht van de Heilige Geest.

Johan O. Smith begint te werken met enkelingen in de havenplaatsen waar de Noorse marineschepen aanleggen. Theodor Ellefsen wordt in 1905 zijn eerste discipel. Vanaf 1905 ontstaat er een levendige briefwisseling (later gebundeld in het boek ‘Nagelaten brieven van J.O. Smith’) met zijn broer, tandarts Aksel Smith in Drøbak, die zich in dat jaar bekeerd heeft. Hij en vanaf 1908 kadet Elias Aslaksen worden zijn voornaamste medewerkers. Aslaksen is een begaafd en veelzijdig man, een levendige spreker en een ijverige schrijver.

Het wezen van de verkondiging

Rond 1910 maken zij zich los van contacten met de Pinksterbeweging van Thomas Barrat. De broeders Smith stellen dat de vrijheid in de Pinksterbeweging vaak een vrijheid voor het vlees is. Ten opzichte van de toenmalige Lutherse Staatskerk is de opinie dat die een valse genade verkondigt, waarbij de zonde kan blijven leven. De gebroeders Smith en Elias Aslaksen verkondigen de gehoorzaamheid van het geloof: de zonde zal overwonnen worden. Dit is mogelijk, omdat God dit in Christus heeft voorgedaan tijdens de verzoekingen: Hij had immers hetzelfde vlees als alle andere mensen, maar zegevierde altijd door de Heilige Geest van God. Christus is gezonden in een vlees aan dat der zonde gelijk en God heeft de zonde veroordeeld in het vlees (Rom. 8:3). Nu moet ons vlees met Hem sterven aan het kruis, om te leven als Hij in Zijn navolging op de weg door het vlees (Hebr. 10:20).

Deze visie op ‘Christus geopenbaard in het vlees’ vertoont een sterke gelijkenis met wat Edward Irving (1792-1834) in Groot-Brittannië geschreven had over Christus in het vlees.

Verdere ontwikkeling

Vanaf 1912 wordt het blad ‘Skjulte Skatter’ uitgegeven, een eenvoudig blad met een diepe boodschap over heiligmaking en de toebereiding van de Bruid: 144.000 eerstelingen (Openb. 14:1-5). Er ontstaan vooral in Noorwegen gemeenten en vanaf de dertiger jaren komen er een paar gemeenten in Denemarken en Zweden bij.

De heiligingsbeweging wordt in Noorwegen aangeduid als ‘Smith Venner’, vrienden van Smith. Na het heengaan van J.O. Smith in 1943 neemt Elias Aslaksen de leiding over.

In de vijftiger jaren komen enkele leidende Noorse broeders (met name Aslaksen, Bratlie en A.J. Smith) op de Philadelphia-conferenties te Leonberg in Duitsland en krijgen daar vrij podium om hun dieper gaande boodschap te verkondigen. Dat deze broeders niet alleen prediken, maar tussendoor ook aandacht hebben voor en spelen met de kinderen valt op. Om grote conferenties in Noorwegen te kunnen houden en buitenlanders daar uit te nodigen met de roep ‘kom en zie’ (hoe de Gemeente leeft en functioneert) wordt in de tweede helft van de vijftiger jaren het complex Brunstad (in Zuid-Noorwegen) als conferentieterrein aangekocht.

Ontstaan en voortgang in Nederland

De eerste twee gemeenten in Nederland worden in 1958 door de Noor Arild Tombre en de Deen David Nielsen gesticht in Bussum (Jacob Bruinsma) en Almelo. Op de laatste plaats gebeurt dit vanuit de ingang die de Noren krijgen in de Vrije Baptistengemeente van J.G. Littooij.

Begin zestiger jaren worden er meer gemeenten in den lande gevormd, zoals in Deventer, Rotterdam, Beverwijk en Hengelo/Enschede. In de eerste helft van de zestiger jaren voegen zelfs de Chr. Geref. predikant W.J. van der Linden en de Geref. dominees Paul Kruijswijk en Jan Weitkamp zich bij de Noorse heiligingsbeweging.

Vanaf 1965 bouwt men ‘De Kroeze Danne’ te Ambt-Delden op als conferentieoord. Pas in 2005 wordt dit vanwege ruimtegebrek verruild voor het conferentiecentrum Pagedal te Stadskanaal.

Door de verkondiging van vooral Elias Aslaksen om de kinderen uit Gods hand te aanvaarden en niet de trend van de wereld in kinderbeperking te volgen ontstaan er vele grote gezinnen. Onder de ‘Noorse broeders’ (een aanduiding door buitenstaanders aan de naamloze gemeenschap gegeven), vanaf rond 2002 officieel getooid met de naam Christelijke Gemeente Nederland (CGN), wemelt het van de kinderen en er is een talrijke schare jeugd.

Voor de plek van samenkomen kiest deze broederschap vaak grotere terreinen wat buitenaf, waar veel ruimte is om bijeen te komen voor gezinsdagen. Kinderen kunnen daar spelen en jonge mensen kunnen er na de samenkomst naar hartelust sporten. De ouderen hebben gelegenheid om elkaar volop te spreken en het een en andere uit te wisselen over geloofs- en praktische zaken. In het gemeenteleven spelen zang en muziek een grote rol. Men is heel creatief in het maken van nieuwe liederen. Er zijn landelijke orkesten actief. Bijzondere gebeurtenissen worden aangegrepen om er een gemeentefeest van te maken, waarbij zowel van geloofsopbouw als van broederschap sprake is. De gemeenschap is hecht en close.

Tegenwoordig bestaan er elf gemeenten die doorgaans een regionale functie vervullen.

Hoe het op de samenkomsten toe gaat

In de samenkomsten is er grote inbreng van de broeders en zusters in woord, gebed, lied en getuigenis naar 1 Kor. 14:26. Ook het spreken in tongen met uitleg komt voor. Er wordt gezongen uit de bundel ‘Wegen van de Heer.’ De inhoud van de samenkomsten is praktisch, sterk gericht op het dagelijkse leven en wordt ondersteund met veel voorbeelden. De ‘rode draad’ van de samenkomsten wordt veelal gevormd door variaties op het hoofdthema: ‘strijd en overwinning op de zonde in het christenleven.’

De gemeente internationaal in alle werelddelen

Vooral in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw wordt ‘de gemeente’ steeds meer internationaal verspreid over alle werelddelen. De opvolger van Elias Aslaksen – overleden in 1976 –  Sigurd Bralie reist in de jaren zeventig en tachtig de hele wereld over.

Opwekking en scheuring

In 1991-1992 is er een opwekking in Noorwegen aan de gang die ook overslaat naar het buitenland. De opwekking wordt door de hoofdstroom als positief ervaren en als geloofsdoorbrekend gezien. Toch raken er in Noorwegen zo’n 1000 mensen de gemeente uit, omdat zij niet gelukkig zijn met het naar voren komen in een leidende positie van Kåre Smith ten koste van anderen en de nauwe familierelaties in de hoofdleiding. Vanuit de oorspronkelijke gemeente ziet men deze oppositie als een vorm van afgunst. Leidinggevende broeders als Ole Kristiansen, Olaf Bekkevold en Erling Ekholt raken op een zijspoor en komen buiten de broederschap te staan. In India raakt de leidinggevende broeder Zac Poonen, weliswaar om andere redenen, eveneens uit de gratie en buiten de gemeenschap met Noorwegen.

De afgescheidenen kunnen echter geen eenheid onder elkaar vormen en verbrokkelen. Slechts restgroepen zijn ervan over.

De nieuwe koers onder Kåre Smith

Na het heengaan van Sigurd Bratlie in 1996 en Aksel J. Smith (zoon van J.O. Smith) in 1998 neemt Kåre J. Smith, kleinzoon van de grondlegger, helemaal de hoofdleiding over. Kort daarna wordt er een naam gegeven aan de tot dan toe principieel naamloze beweging: Brunstad Christian Church (internationaal) en – zoals gezegd – in ons land Christelijke Gemeente Nederland (CGN). Was er voorheen principieel geen ledenlijst, tegenwoordig staan alle leden digitaal geregistreerd in Brunstad, Noorwegen, dat als ‘ons geestelijk Jeruzalem’ wordt aangeduid.

Onder Kåre Smith wordt de verkondiging van een overwinningsleven en heiliging gehandhaafd. Toch wordt de tot medio jaren negentig eenvoudige en sobere uitstraling van de gemeente behoorlijk veranderd. Men gaat gebruik maken van satellietuitzendingen om de boodschap van de oudste broeders op de Brunstad-conferenties wereldwijd aan de volgelingen te laten horen. Qua levenswijze worden veel uiterlijke zaken op het gebied van media, kleding en muziek versoepeld. Het gebruikte argument is: vrij worden van wetticisme om te komen in de vrijheid met de constatering “de voorhof onder ons is groter geworden.”

Tot 2007 gebruikt men de liederenbundel ‘Liederen van de Weg’, die diverse malen werd aangevuld en gereviseerd, met daarin zowel voor de helft uit de Noorse bundel ‘Herrens Veier’ vertaalde liederen als voor de andere helft liederen die geboren zijn in de levensstrijd van Nederlandse broeders en zusters. Nu wordt er een internationale bundel gebruikt met overal dezelfde nummering, in Nederland onder de naam ‘Wegen van de Heer’, waarbij maar zeven liederen van Nederlandse schrijvers overblijven.

Als Jaap Littooij te Almelo rond de 80 jaar is, draagt hij begin jaren 2000 de leiding van de gemeente in Nederland over aan Jan-Hein Staal uit Krommenie (CGN De Schermer, N-H).

Werken om geld voor interne gemeentedoelen

Deze ‘nieuwe koers’ vanaf om en nabij het jaar 2000 gaat verder gepaard met een sterke nadruk op het samen doen van vrijwilligerswerk ten bate van grote, ambitieuze gemeentedoelen. Dit is bovenal van toepassing voor wat betreft het moderne, luxueuze, nieuwe Brunstad Conference Center als het ‘geestelijke Jeruzalem.’

De grote nadruk op het verzamelen van geld levert bij sommigen moeite op, temeer omdat deze geldstromen niet transparant zijn. De grote meerderheid vertrouwt op de koers van Gods profeten in Noorwegen, niet alleen in geestelijk opzicht, maar ook wat betreft aardse, praktische zaken. Praktisch gezien impliceert dit: minder samenkomsten en meer werken, waar niet iedereen gelukkig mee is. Over het algemeen onderwerpt men zich echter aan de leiding in Noorwegen en in Nederland aan de broeder die de eindverantwoordelijkheid draagt, Jan-Hein Staal.

Herstel van de gemeente in de eindtijd?

Na de gemeente van de begintijd sinds Pinksteren, zoals die tijdens het leven van de apostelen functioneerde, stelt men in deze broederschap dat er talrijke eeuwen lang geen gemeente is geweest, maar slechts hier en daar godvrezende enkelingen.

Deze geloofsgemeenschap ziet de ontwikkeling vanaf de tijd dat Johan O. Smith rond 1900 opstond als een uniek herstel van de gemeente in deze eindtijd, om de Bruid te vormen met wie Jezus Christus straks samen zal regeren. Een gevolg van deze visie is een exclusieve, sektarisch aandoende opstelling naar alle overige christelijke gemeenschappen en naar alle andere christenen buiten hen. Zoekers, ontevredenen en teleurgestelden in andere kringen probeert men op individuele basis te winnen voor de broederschap, waar – zo geeft men aan – hulp te vinden is voor het dagelijks leven.

Johan O. Smith heeft naar hun besef licht gekregen over drie geheimenissen: Christus geopenbaard in het vlees (“aan dat der zonde gelijk” naar Rom. 8:3), de Gemeente als lichaam van Christus (de eigen broederschap) en Babylon (de verdeelde, religieuze partijen in de godsdienstige wereld).

Omvang

Wereldwijd telt Brunstad Christian Church ca. 40.000 leden en in Nederland zijn er ruim 2000 deelnemers.

 

Jildert de Boer
© Verdieping en Aansporing 2015

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *