De tweede mijl gaan

“En zal iemand u voor één mijl pressen (dwingen), ga er twee met hem” (Matth.5:41).

Dat is: een stukje verder met iemand oplopen dat was afgesproken, zelfs als dat beslag op je legt en het je min of meer wordt opgedrongen om jou in te schakelen (dat kan de ander beschamen door jouw royale instelling in diens houding van bijv.: je MOET een boodschap voor me doen, je MOET me naar de trein brengen, of je MOET mij bezoeken, als een soort eis. Door zaken door de vingers te zien en bereidwillig te zijn, kun je onenigheid voorkomen). Onze gezindheid zal zijn: ja, het mag iets meer zijn!

Het is meer dan het gewone, zegt de Bergrede (Matth.5:47).

Het is verder gaan dan het normale, menselijke niveau.

Het is zorgen voor het “uitschot” van de maatschappij, zoals de dak- en thuislozen, waar Stichting De Tweede Mijl in Amsterdam zich voor inzet, zoals ook Jezus zich bekommerde om hoeren en melaatsen.

Het is niet slechts doen wat van je gevraagd wordt, maar uit jezelf zorgen voor een verrassing voor de ander.

Het is heel praktisch voor kinderen en jonge mensen, om niet alleen de stofzuiger voor je moeder klaar te zetten en als extraatje slechts de stekker voor haar in het stopcontact steken, maar uit eigen beweging ook daadwerkelijk te gaan stofzuigen (in plaats van slechts plichtmatig aan een opdracht daartoe te voldoen).

Als je de tweede mijl wilt gaan, wacht je niet tot anderen jou zegenen, maar zegen je de anderen met meer.

Voor de samenkomsten kan het gebruikelijk zijn, dat de stoelen klaar gezet worden, maar een dimensie meer is dat die stoelen worden klaargezet met het gebed dat God een zegen zal geven aan hen, die op deze stoelen plaats gaan nemen.

Het draaiend houden van de samenkomsten kan een gewoontesleur worden, waarbij meer of minder gebruik gemaakt wordt van de “automatische piloot”. De tweede mijl daarin is als je met inspiratie en enthousiasme van God met heel je hart dient, zodat onze levens verder veranderen en mensen nieuwe stappen met God doen.

Dan ben je als Rebekka (Gen. 24:10-28), die op de vraag van Eliëzer niet slechts hem snel(!) te drinken gaf, maar uit zichzelf de gezindheid had ook meteen de 10 kamelen te drinken gaf (dat teken voor de herkenning van de bruid had hij aan God gevraagd!) tot ze genoeg (!) hadden. En je weet: kamelen lusten een ‘slokje’… (in enkele minuten kunnen kamelen in de woestijn zo’n 90 liter water drinken! Dat is wel plusminus 60x op en neer gaan naar de put met een kruik van zo’n 15 liter). Zij was vriendelijk, hulpvaardig en flink!

Het gaat niet om puur om “zoveel ik vermocht” gereed leggen voor het huis van mijn God, maar nog BOVENDIEN uit liefde meer schenken. Hierin komt uit: gewilligheid, want zij gaven met een volkomen toegewijd hart vrijwillig aan de Here. Het resultaat was: grote vreugde! (1 Kron. 29:2,3,9).

Het is de gezindheid van Paulus, die sprak: “ik voor mij zal zeer gaarne(!) offers brengen, ja mijzelf opofferen voor uw zielen” (2 Kor. 12:15).

De tweede mijl is: zij deden wat zij konden, ja MEER dan dat en met alle aandrang uit eigen beweging vragen deel te mogen nemen aan het dienstbetoon van de heiligen (2 Kor. 8:3,4).

Merk op dat de Bijbel nergens spreekt over de derde mijl gaan. Dat zou je buiten je lichaamsgrenzen gaan en overspannen worden en dat is Gods bedoeling niet.

De drijfveer is de “innerlijke motor”, om van binnenuit in de kracht van God niet één mijl te gaan, maar de tweede mijl uit jezelf daarbij te geven!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *