Gemeente Des Heeren: de enige kudde of het ware volk des Heeren

Een korte impressie (12)

Uit het boek ‘In het huis Mijns Vaders…’   door Jildert de Boer

De Gemeente des Heeren beschouwt zichzelf in Nederland als de ware kudde, hoewel zij maar acht gemeenten in ons land en één in Duitsland tellen met in totaal ongeveer 800 leden. Hierover kan men informatie krijgen via de eenvoudige en beknopte website www.gemeentedesheeren.nl .

Overal hebben de gemeenten keurige en functionele ruimten, die zij zalen noemen, als eigen gebouw. Alleen de gemeente in Duitsland maakt gebruik van een gehuurde ruimte in een school. Om de stoffelijke belangen goed te regelen heeft men de Stichting Gebouwenbeheer Gemeenten des Heeren in Nederland opgericht.

De negen gemeenten zijn te vinden in Heerlen, Krimpen a/d IJssel (vroeger: Rotterdam), Amsterdam, Utrecht, Apeldoorn, Elim, Klazienaveen, Vroomshoop en Gelsenkirchen-Buer (D).
In vroeger jaren zijn er minstens achttien Gemeenten des Heeren geweest, in ieder geval ook in Meppel, Zwaagwesteinde, Rhenen, Vianen, IJsselstein, Heukelum (bij Leerdam), Haarlem, Westbroek (bij Maarssen, provincie Utrecht) en in zekere zin Groningen.

In 1933 en 1942 zijn er in krantenberichten meldingen van openbare samenkomsten van de Gemeente des Heeren in Broek onder Akkerwoude (nu: Broeksterwoude in Friesland). Gezien de korte afstand lijken deze bijeenkomsten in verband te staan met de Gemeente des Heeren in Zwaagwesteinde, die in 1933 door Steven Troost gesticht werd.

Zoals blijkt uit aankondigingen in het Nieuwsblad van het Noorden tussen 1956-1969 kwam de Gemeente des Heeren in Groningen samen op de Kleine Steentilstraat 1a. In 1961 heeft de Gemeente des Heeren in Groningen als contactadres de Westerbadstraat 39 in een overlijdensadvertentie van J. Wigboldus. Wij merken op dat de Gemeente des Heeren in Groningen geen voortzetting was van de startende Gemeente des Heeren in de provincie Groningen onder Orsel in de jaren twintig en evenmin een Gemeente des Heeren in engere zin, al zijn er contacten geweest met Albert Otten. Ook na het heengaan van voorganger Wigboldus wist deze groepering, die zich van dezelfde naam bediende, zich nog minstens acht jaar te handhaven.

De Gemeente des Heeren is een kleine, maar hechte gemeenschap. Zo hebben zij bijvoorbeeld een eigen begrafenisvereniging: de Onderlinge Uitvaartvereniging Gemeente des Heeren U.A. en een eigen bejaardenvoorziening te Vroomshoop met verbinding naar de zaal. De laatste is ondergebracht in de Stichting Maatschappelijke Hulpverlening Gemeenten des Heeren.

Toch kan ook de Gemeente des Heeren er niet onderuit dat Gods gemeente internationaal ofwel wereldwijd is. Op hun website lezen we dan ook: “Daarom zijn de Gemeenten des Heeren, die verspreid zijn over de vier winden der aarde, één.” Buiten Nederland zullen er in andere landen wel kinderen Gods zijn, maar dit laat men over aan de Heere.

Een gesloten gemeenschap zonder evangelisatie

Tegenwoordig leidt de Gemeente des Heeren een naar binnen gericht, ingetogen en teruggetrokken bestaan. Dat neemt niet weg dat de diensten op zondagmorgen en op zondagmiddag of -avond openbare samenkomsten zijn, die door ieder bezocht kunnen worden. De door de weekse bijeenkomsten, zoals bidstonden en de zang- en muziekoefeningen, zijn alleen voor de leden van de Gemeente des Heeren toegankelijk.

Naar buiten gericht is men niet meer. Zowel in Elim als in Amsterdam zijn er in de geschiedenis afsplitsingen geweest. In Geesbrug (Dr.) was er – althans in de jaren tachtig en negentig voor de eeuwwisseling – een afgesplitst groepje van ongeveer acht personen onder leiding van een zekere broeder Tiggelaar.

Men timmert in het geheel niet aan de weg. In vijf van de twaalf provincies, namelijk Groningen, Friesland, Flevoland, Zeeland en Noord-Brabant, is er geen Gemeente des Heeren. Zes van de in de begintijd gevormde gemeenten bestaan niet meer. Menselijkerwijze is het dan toch moeilijk, om ergens het getuigenis van de Gemeente des Heeren op te vangen. Toch menen zij dat de Heere een oprechte zoeker dan wel naar hen toe leidt. De Bijbel leert echter: “Gaat dan henen….” Zij geloven dat een uitverkoren persoon automatisch naar de Gemeente des Heeren wordt gebracht. Dat zou betekenen dat alleen de deur van het gebouw hoeft te worden open gezet en op het bordje aan de muur van de zaal van de Gemeente des Heeren kan ieder wel lezen hoe laat de samenkomsten aanvangen. Wij verstaan dat dit geen evangeliseren is: dat is namelijk dat wij verantwoordelijk zijn om aan de mensen in de wereld de blijde boodschap van Jezus te verkondigen. Op die wijze geschiedde het in het boek Handelingen der apostelen.

Een bekering of wedergeboorte en doop in een andere gemeenschap of ‘richting’ wordt niet erkend. Lectuur geven zij niet uit (de zangbundel uitgezonderd), want alleen in de ontstaansperiode gaven zij een eigen blad uit. Een informatiefolder ontbreekt.

Evangeliseren, zoals zoveel gedaan werd in de bloeitijd van het begin van de beweging, doen zij niet meer. Het is vreemd dat men de bewogenheid voor verloren zondaars blijkbaar mist. Men lijkt er zich althans niet erg om te bekommeren dat er mensen om hen heen zonder Jezus verloren dreigen te gaan met de hel als eeuwige bestemming. Althans zo spraken de vroegere voormannen Orsel en Otten, maar tegenwoordig blijft men daar liever af en laat men het oordeel over anderen liever aan de Heere over.

Deze roeping voor de mensen om ons heen kan men natuurlijk niet afschuiven op de Heere, dat Hij ze dan maar trekken moet en in de Gemeente des Heeren brengen. De Heere heeft ons de opdracht gegeven om het evangelie te verkondigen, zoals de Meester sprak: “Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik ook u” (Joh. 20:21b). Dit is een gebod dat wij zullen opvolgen als wij aan Jezus als Heere willen gehoorzamen. Het is niet gepast dit Woord van de Meester terzijde te leggen of te negéren. Jezus zei: “Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven” (Mat. 5:14). Deze gemeenschap functioneert echter praktisch als een gesloten groep, in stille verborgenheid.

Wel gelooft men dat ieder op de plek waar hij of zij gesteld is met zijn/haar leven licht mag verspreiden. Ik hoorde zelf een getuigenis in een samenkomst in de Gemeente des Heeren dat iemand in het ziekenhuis een getuige van Jezus was.

Er is een summiere website www.gemeentedesheeren.nl gekomen, maar die blijft jammer genoeg statisch en speelt niet in op de veranderende actualiteit. Het blijft beperkt tot de adressen van samenkomst en een beknopte weergave van de leer. De website opent met: “De Gemeente des Heeren is een op zichzelf staande gemeente die haar geloofsbeleving baseert op de Bijbel.” Een uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis zou een aanvulling van de website kunnen betekenen. Iets meer vertellen over de liederen zou ook een toevoeging kunnen zijn. Het zijn een paar tips.

Laat een antwoord achter aan Annette Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *