Halve waarheden van Babel of bijbelse balans

Waaraan een bijbelse verkondiging moet voldoen

De grote hoer

Behalve de gemeente van Jezus Christus zal er zich in de eindtijd een vals eenheidssysteem vormen en ontwikkelen, in het begin goed ogend aan de buitenkant. Niettemin geleidelijk steeds meer grensvervagend, wars van iedere antithese en de brede weg banend naar een wereldeenheidsgodsdienst, een politiek-religieuze wereldkerk.

De hoer staat open voor allerlei soorten zaad! Ze verbloemt deze schande met termen als bijvoorbeeld ‘genuanceerd denken’ en ‘anti – discriminatie’.

In Babel heerst tolerantie, verdraagzaamheid tegenover wat de Bijbel ‘zonde’noemt, terwijl men tegelijkertijd godsdienstig is. In de ware gemeente heerst het onvergankelijke zaad van het levende en blijvende Woord van God (1 Petr. 1:23).

Men heeft meer liefde voor genot, dan voor God en met een schijn van godsvrucht verloochent men de kracht ervan (2 Tim. 3:5). De hoer heeft absoluut niet al haar bronnen in God en in de stad Gods (Ps. 87:3,7), maar zij zit juist aan vele wateren (Openb. 17:1). Het is vermenging en vertroebeling, in plaats van een rivier van water des levens, helder als kristal (Openb. 22:1).

Het lauwe, gezapige, algemene christendom heeft altijd een aversie gehad tegen radicaal, geestelijk christendom. Ook hierop is van toepassing, wat we lezen in Gal. 4:29: “Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu“.

Wel is er uiteraard veel uitwendige pracht en praal, een streven naar het zichzelf een naam maken (Gen. 11:4): een haken naar een indrukwekkende en machtige organisatie op aarde, maar geen woonstede Gods in de Geest (Efeze 2:21-22). Een afvallende, valse kerk komt openbaar, vol van aardse leringen (1 Tim. :1) en compromis met de wereld en vol van occultisme, oosterse invloeden en demonische imitatie. Er wordt gesproken over een grote stad, dat wil zeggen: met veel macht en invloed (Openb. 17:18). Babylon, de hoer, zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats  van alle onrein en verfoeilijk gevogelte (Openb. 18:2). Maar als Babel uiteindelijk valt, zegt een luide stem van een grote schare in de hemel: “Halleluja“! (Openb. 19:1).

Er is nu al een ontwikkelingsproces van de hoer aan de gang, zoals er ook een ontwikkeling in het verborgene gaande is richting de vrouw van het Lam. Ten aanzien van de verwarring en vermenging in Babel geldt des te sterker: “trekt uit”! “Ga er uit en scheidt u af”! (Jes. 52:11; Jer. 51:9; Openb. 18:4; 2 Kor. 6:17).

Natuurlijk betreft dit niet alleen het verlaten van bepaalde godsdienstige organisaties, maar vooral ook het loskomen uit haar greep in je denken. Het geheimenis van het grote Babylon, moeder van de hoeren, was immers op haar voorhoofd  geschreven (Openb. 17:5).

De ‘halve waarheden’ van Babel

Het Babelse werkt dikwijls zeer subtiel. Het is nodig nu reeds de fijnere vormen te onderkennen en te zien dat de denkwijze van Babel veelal berust op halve waarheden. Zoals het spreekwoord zegt, zijn deze erger dan hele leugens.

In het geval van hele leugens trap je er niet zo gauw in. Nu zijn de leugens ingepakt of vervlecht in waarheden, of de andere kant van de medaille wordt verzwegen. Ragfijne leugenwebben zijn niet zo gemakkelijk te onderscheiden. Religieus Babel is over het algemeen geneigd de beloften van het evangelie te laten horen en de daarbij behorende voorwaarden te verzwijgen. Een valse, goedkope genade wordt er veel gepredikt. Maar als mensen niet te porren zijn voor deze oppervlakkige, ‘lichte’ genade, dan weet deze schuilplaats van boze geesten (Openb.18:2) ook te werken met ‘zware’ genade, waardoor de mensen bang worden met een ‘gestolen’ Jezus en een ‘ingebeelde hemel’ naar de hel te gaan.

We noemen nu in willekeurige volgorde een aantal voorbeelden van halve waarheden, waarbij de hoer graag halve teksten gebruikt en de rest weglaat:

– zondevergeving verkondigen zonder bekering.

– de mensen laten geloven in zondevergeving zonder dat ze de zonde los hebben gelaten.

– iedereen voor gered verklaren zonder een breken met zonden.

– “Gods genade is genoeg” uitroepen zonder met zonde doen op te houden.

– zeggen “wij zijn allemaal kinderen van God” zonder Jezus Christus als Koning en Here over
het gehele leven te gehoorzamen.

– genade prediken zonder gehoorzaamheid.

– geloof aanprijzen zonder werken.

– “Here Here” zeggen en Zijn woorden niet doen of  “activiteitschristendom” zonder de
afhankelijkheid van de Here.

– blijdschap en lofprijs stimuleren zonder ernst en eerbied, of ernst en plechtigheid in stand
houden zonder blijdschap en vreugdebetoon.

– (valse) vrijheid zonder wetten Gods of de wet zonder de (ware) vrijheid in Christus.

– “Jezus hield de wet in onze plaats” zonder dat de eis der wet in ons vervuld hoeft te worden
door de Geest.

– de liefde van Christus zonder de geboden van Christus, of de geboden doen, maar niet vanuit
het hart.

– “overwinning in Hem” hebben zonder zelf de weg van Jezus in Zijn voetstappen te gaan.

– “volmaakt in Hem” zijn zonder zelf te jagen naar het volkomene.

– Jezus’ komst prediken zonder onze toebereiding tot zoonschap.

– heerlijkheid zonder lijden (welvaartsevangelie).

– liefde zonder waarheid of waarheid zonder liefde.

– genot zonder een opofferend leven, of inspanning zonder vreugde.

-verlossing in Christus hebben zonder zichzelf te be)oordelen (erkenning door
zelfonderzoek), of toezien op zichzelf zonder te zien op Jezus.

– discipelen van Jezus willen zijn zonder de voorwaarden te vervullen, die spreken van alles
opgeven.

– vrede, vrede zonder strijd of strijd zonder vrede.

– (menselijke) ijver, niet vanuit goddelijke rust, of (valse) rust zonder goddelijke ijver.

– zegeningen zoeken zonder de proef te willen doorstaan.

– troost zonder vermaning of vermaning zonder troost.

– de ‘fijne’, bemoedigende teksten benadrukken en zich onttrekken aan het zwaard van Gods
Woord. Of het omgekeerde: oordelen en terechtwijzingen voorop stellen en de lieflijke zalf
en balsem vergeten.

– de Geest boven het Woord stellen en ervaringen extra naar voren halen of het Woord
brengen meer met het verstand, dan door de Geest.

– Gods trouw grootmaken en daarbij het zo voorspiegelen dat onze trouw er verder niet toe
doet.

– vergeving en verzoening beklemtonen, zelfverloochening en het kruis opnemen weglaten.

– geloven in de toegerekende rechtvaardigheid op grond van Jezus’ werk zonder te komen tot
rechtvaardige daden der heiligen (persoonlijke gerechtigheid)

– schuilen achter het bloed van Jezus zonder een wandel in het licht.

– “Jezus heeft alles volbracht” zonder aansporing tot heiliging.

– verlokking en verademing accentueren zonder “doe weg en leg af”, of krampachtig strijden
zonder ontspannenheid.

– toverij (automatisme, vanzelfsprekendheid) zonder een weg te (willen) gaan of een

ontwikkelingsproces door te maken.

– ‘eens gered, altijd gered’ zonder te (hoeven) volharden tot het einde.

– valse nederigheid zonder vrijmoedigheid of overmoed zonder ootmoed.

– (organisatorische) eenheid nastreven los van Gods ware Woord.

– zichtbare geestelijke eenheid in waarheid bij voorbaat wegschuiven met een beroep op het
zogenaamde “onzichtbare lichaam van Christus” en zo de verdeeldheid in stand houden.

– “Wij zijn het alleen” zonder open te staan voor wat God ook bij anderen doet en de
bereidheid daar iets van te willen leren. Of: eigen identiteit verliezen en zo ongeveer alles
wat zich als “evangelisch” aandient wel goed vinden (geen onderscheiding van geesten).

Zo kunnen we nog een poosje doorgaan. U kunt zelf verder aanvullen…

Ziet u hoe de machten der duisternis de goede balans tussen twee waarheden verstoren en de zaak uit het goddelijk paslood scheef proberen te trekken door over te laten hellen naar de ene of de andere zijde? Hoe nodig is het dit ‘vlechtwerk’ te ontrafelen!

Laat u niet argeloos misleiden door schoonklinkende en vrome taal ! (Rom. 16:18). De hoer hult zich in een bijbels jasje, maar let op de werkelijke inhoud van de (gouden!) beker, die zij aanreikt. Ga niet af op mooie schapenvachten (de wolven verbergen zich!) en woorden, maar zoek vruchten, daden! Een belangrijk kenmerk van valse profeten is, dat zij de weg breedwillen maken (Matth. 7:14-15).

De hoer zoekt een dubbele, meervoudige gemeenschap (net zoals in het natuurlijke): God dienen én de zonde vasthouden, drinken uit de beker des Heren én uit de beker der boze geesten (1 Kor. 10:21). Babel heeft de tweevoudige betekenis: “poort naar God” én “verwarring”. De hoer vermengt, Gods Woord scheidt waarheid en leugen, zonde en gerechtigheid, vanéén! De hoer verdraait Gods Woord en verklaart het naar de mens. De hoer legt een andere geest in het Woord. Als ze het Woord citeert, dan gebeurt dat éénzijdig en half, precies zoals satan het deed bij de verzoeking in de woestijn (Matth. 4, vgl. Ps. 91:11-13).

Het gebruik van halve teksten: dertien voorbeelden

Dat kom je vaak tegen op ansichtkaarten, wandtegels en tekstbordjes. Liederen kunnen ook heel eenzijdig zijn en soms vind je in artikelen teksten half geciteerd. Het is altijd van belang erbij te lezen wat er voor en wat er achter staat. Hieronder een stel voorbeelden:

  • “Komt toch en laat ons samen richten, zegt de Here: al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol” (Jes. 1:18). Merk op dat de opdracht ervoor (vanaf vers 16 en de voorwaarden tot gehoorzamen in vers 19 en 20 worden vaak weggelaten).
  • “Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Matth. 11:28).

Het “neemt” en “leert”(vers 29-30) kan hier niet gemist worden.

  • “En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld” (Matth. 28:20). Deze tekst is niet los verkrijgbaar, maar wordt door het voegwoord “en” gekoppeld aan de vier opdrachten die hiervoor staan (vers 19).
  • “Want zonder Mij kunt gij niets doen” (Joh. 15:5b). Vers 5a wordt minder geciteerd (“Wie in Hem blijft…”).
  • “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars” (Rom. 8:37). Deze tekst hangt niet zomaar in het luchtledige. Wat “in dit alles” inhoudt staat in vers 35 en 36.
  • “Mijn genade is u genoeg” (2 Kor. 12:9a). Erachter staat: “want de kracht openbaart zichzelf eerst ten volle in zwakheid.” Deze zwakheden waren geen nederlagen. Het is geen passieve, berustende uitspraak. Het geeft aan dat de genade (kracht) in Paulus moeilijke omstandigheden toereikend, voldoende was.
  • “In Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom Zijner genade” (Efeze 1:7). De tekst gaat echter door met “welke…”.

Vers 8 en 9 horen erbij.

  • “God is het die, om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt” (Fil. 2:13). Dit vers staat ingeklemd tussen “Gelijk gij te allen tijde gehoorzaam zijt geweest…” (vers 12a) en “bewerk uw behoudenis met vreze en beven” (vers 12b) en “Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in deze wereld, het woord des levens vasthoudende…” (vers 14-16a).
  • “Indien wij ontrouw blijven, Hij blijft getrouw” (2 Tim. 2:13a). Deze tekst kan niet gebruikt worden om onze ontrouw te verdedigen. Alsof het niet uit zou maken of wij trouw of ontrouw zijn. De Bijbel zegt veel over getrouwheid van onze kant. In 2 Tim. 2:11-12 staat drie keer het woordje “indien”. In 2 Tim. 2:13b staat over God: “want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.” Als wij ontrouw zijn, dan is God trouw aan wat Hij gesproken heeft en komen wij onder het oordeel: de toorn van God (= overgegeven worden aan de machten der duisternis). Verloochenen wij Hem, dan verloochent Hij ook ons (Matth. 10:33). Schamen wij ons voor Hem, dan schaamt Hij zich ook voor ons (Marc. 8:38).
  • “De Here kent de Zijnen” (2 Tim. 2:19a). Ook dit is een geliefde tekst, waarbij de andere kant van de medaille in vers 19b onmisbaar is: “Een ieder die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.”
  • “Het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” ( 1 Joh. 1:7b). Het bloed van Jezus kan ons alleen reinigen indien wij in het licht wandelen, zoals vers 7a stelt.
  • “Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met Hen houden” (Openb. 3:20). Dit is geen evangelisatietekst. Christus staat buiten de deur vanwege de lauwheid van de gelovigen (vers 16). De voorwaarde dat Hij weer binnen kan komen lezen we in vers 19 “… wees dan ijverig en bekeer u.” Vers 21 gaat over “overwinnen gelijk Hij heeft overwonnen”: een tekst die weinig aangehaald wordt, omdat het geloof om een troonpretendent te worden met Christus vaak ontbreekt.
  • “Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard. Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de Bruiloft des Lams is gekomen…” (Openb. 19:6,7a). Dit is echter geen automatisme. Er volgt een voegwoord: “en zijn vrouw heeft zich gereed gemaakt en haar is gegeven zich met blinkend en fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen” (Openb. 19:7b,8).

 

‘Met twee woorden spreken’ in de gemeente van de levende God

 

We hebben een goddelijk evenwicht tussen al deze dingen nodig en dienen daarom ‘met twee woorden’ te spreken en deze samen te voegen. We zullen het principe hanteren van “dit moest men doen en het andere niet nalaten” (Matth. 23:24).

Genade zonder waarheid kweekt slapheid en valse vrijheid. Waarheid zonder genade leidt tot hardheid en wetticisme. Die twee dienen dus samen te gaan: “goedertierenheid (genade) en waarheid (SV) ontmoeten elkander, gerechtigheid en vrede kussen elkaar” (Ps. 85:11).

een zogenaamde ‘lieve vrede’, die de zonde laat zitten. Ook geen koud en kil wetticisme zonder barmhartigheid en liefde, maar veeleer hard en veroordelend.

We reiken nog een paar voorbeelden aan van gezonde combinaties (het is niet of-of, maar en-en):

 

– leer én leven.

– horen én doen.

– Woord én Geest.

– melk én vaste spijs.

– vrucht én gaven van de Geest.

– eigen inzet én Gods kracht.

– jezelf aanpakken én demonen

– persoonlijk leven met God én gemeenschap met elkander.

– verstand én gevoel.

– orde én vrijheid.

– kennis én beléving/toepassing.

– waarheid én wijsheid.

– barmhartigheid én gestrengheid.

– niet van de wereld zijn én in de wereld gezonden zijn.

– diensten waarin God sommigen heeft aangesteld én ‘ieder heeft iets’.

– jagen naar persoonlijke levensheiliging én hart hebben voor evangelisatie.

– volwassen zoonschap én zending.

 

Ook deze lijst is verder uit te breiden.

 

Satan wil ons graag in één van beide ‘sloten’ aan weerszijden van de weg hebben. Krijgt hij ons niet aan de ene kant, dan tracht hij ons naar de andere kant te duwen.

De boze schotelt ons óf een mensbeeld voor dat ons hoogmoedig maakt óf hij zadelt ons op met een geest van minderwaardigheid, de geest van verwerping en afwijzing.

Bijbels evenwichtig is enerzijds de nood van de mens dat hij zondaar is geworden door de verleiding van de duivel. Anderzijds dat de mens een unieke schepping van God is, oorspronkelijk van goddelijke komaf, naar Zijn gelijkenis geschapen (Jak. 3:9b), kostbaar en hooggeschat en dat Hij ons liefheeft (Jes. 43:4).

Nooit zal de duivel ons laten zien wie we na wedergeboorte mogen zijn in Gods ogen en in Christus. De levende hoop op het ontwikkelen naar het zoonschap in volheid tracht hij te ondermijnen of wazig te maken. De Here roept ons tot het verwerven van Zijn heerlijkheid (2 Thess. 2:14, Can. Vert., Will.br. Vert., Naardense Bijbel).

Laat ons persoonlijk getuigenis dat van balans worden: “ik wandel…midden op de wegen van het recht” (Spreuk. 8:20).

 

Jildert de Boer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *