Jezus Christus, Zoon van God en Zoon des mensen deel 2
JEZUS CHRISTUS:
ZOON VAN GOD EN ZOON DES MENSEN deel 2
Over Christus geopenbaard in het vlees
De ontwikkeling van Jezus
Na de overbekende tekst in Jesaja 7:14 “Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuël – dat is God met ons – geven” lezen wij in Jesaja 7:15 een vers dat wij ook op Jezus kunnen toepassen: “Boter en honing zal Hij eten, totdat (of: zodra, NGB-vert.) Hij is staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen.” Jezus moest leren bij het opgroeien de gerechtigheid lief te hebben en de ongerechtigheid te haten (Hebr. 1:9).
Hij werd gevormd op aarde in de timmermanswerkplaats en ook bij Hem kwam het natuurlijke eerst en dan het geestelijke (1 Kor 15:46). De plaats waar Hij vertoefde was Nazareth en dit betekent ‘wachtplaats.’ Al die jaren werd Hij geheiligd door Zijn vader (Joh. 10:36). Velen denken dat Jezus op aarde God was en dat Hij meteen geestelijk volwassen was, maar dat is niet het geval. Hij werd door lijden heen volmaakt (Hebr. 2:10), dat wil zeggen voleindigd. Dat was een ontwikkelingsproces.
Alleen over Jezus als twaalfjarige jongen krijgen we iets meer te horen. We lezen vlak voor dat verhaal: “Het Kind groeide op en het werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem” (Luk. 2:40). Toen ging Hij met zijn ouders mee naar het Pascha in Jeruzalem. Daar raakten Jozef en Maria Hem kwijt en bleek Hij in de tempel te zitten. We lezen: “En toen zij Hem zagen, stonden zij versteld, en Zijn moeder zei tegen Hem: Kind waarom hebt U ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. En Hij zei tegen hen: Waarom heeft u mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van mijn Vader? En zij begrepen het woord niet dat Hij tegen hen sprak. En Hij ging met hen mee en kwam in Nazareth en was hen onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart” (Luk. 2:48-51).
Dan lezen we in het laatste vers heel opmerkelijk: “En Jezus NAM TOE in wijsheid en in grootte en in genade bij God en mensen” (Luk. 2:52). Hier zien we een duidelijke ontwikkeling in geestelijke statuur op weg naar lichamelijke en geestelijke volwassenheid. Uit dat Hij toenam in wijsheid na deze gebeurtenis kunnen wij afleiden dat het helder was dat Hij bezig moest zijn in de dingen van Zijn Vader, maar dat het misschien niet met de meest mogelijke of met alle wijsheid was om je aardse ouders drie dagen te laten zoeken. Hij kon hierin – als wij vers 40 en vers 52 met elkaar vergelijken – nog groeien door in wijsheid toe te nemen. Dit gezegd hebbende moeten wij er natuurlijk aan toevoegen dat Jezus nooit gezondigd heeft noch in gedachten, noch in woorden, noch in daden. Maar er moest wel een geestelijk rijpingsproces in Hem plaatsvinden.
Pas op Zijn dertigste jaar werd Hij gezalfd en toegerust met de heilige Geest voor Zijn openbare bediening. Na zijn waterdoop om Zich met ons te vereenzelvigen, klonk de bevestiging door een stem uit de hemel: “U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen!” (Luk. 3:22).
De overeenkomsten tussen Jezus en ons
We sommen een aantal (14) dingen op zonder volledig te willen zijn. Het accent ligt hier op zijn Zoon des mensen zijn en Jezus als eerstgeborene.
- Hij was werkelijk en volledig mens.
- Hij had hetzelfde vlees als wij: aan dat der zonde gelijk (Rom. 8:3). Omdat Hij als het ware in onze huid kroop, kan Hij meevoelen met onze zwakheden (Hebr. 4:15).
- Hij had dezelfde menselijke wil als wij en moest Zichzelf net als wij verloochenen (Joh. 6:38; Luk. 22:42).
- Hij was bij Zijn verwekking ontvangen van de heilige Geest (Luk. 1:35; Matth. 1:20); wij ontvangen bij onze geestelijke verwekking en geboorte de Geest.
- Hij kon net als wij moe worden (Joh. 4:6-7), honger en dorst krijgen en slaap nodig hebben.
- Hij was sterfelijk zoals wij en Zijn Vader moest Hij redden en verlossen van de dood door Hem op te wekken.
- Hij kon als Zoon op aarde niets zonder de Vader doen evenals wij niets zonder Jezus kunnen doen (Joh. 5:19,30; Joh. 15:5b).
- Jezus is de Voorloper (Hebr. 6:20) en het Voorbeeld (1 Petr. 2:21-12) dat wij na kunnen volgen op dezelfde weg (met hetzelfde vlees en dezelfde Geest in geestelijke strijd met het in alle dingen op gelijke wijze verzocht worden). Wij zijn Zijn deelgenoten (Hebr. 1:9; Hebr. 3:1).
- Hij leerde de gehoorzaamheid en wij leren na onze wedergeboorte ook de gehoorzaamheid van het geloof (Rom. 1:5; Rom. 16:26).
- Wij hebben dezelfde kracht van de Geest gekregen als de kracht waarmee Jezus Christus uit de doden opstond (Ef. 1:19).
- Hij is de Zoon van God en wij worden de zonen van God (Hebr. 2:10; Rom. 8:19).
- Hij is de Eersteling, ook in Zijn opstanding, en wij zijn de eerstelingen (Openb. 14:4).
- Hij werd in alle dingen op gelijke wijze verzocht als wij (Hebr. 4:15).
- Hij overwon zonde, duivel en dood door de heilige Geest en nu zijn wij aan de beurt om in de kracht van Gods Geest te overwinnen, zoals Hij heeft overwonnen (Openb. 3:21).
- Hij is de Heiland en wij worden de heilanden (Obadja 21, St. Vert.).
De verschillen tussen Jezus en ons
We noemen een aantal (12) belangrijke elementen zonder per se volledig te willen zijn. Het accent ligt hier op zijn Zoon van God zijn, de eniggeboren Zoon van God.
- Jezus’ verwekking door een bijzondere scheppingsdaad van God was bijzonder en uniek. Daarom wordt Hij de eniggeboren Zoon van God genoemd. Wij worden uit natuurlijk en vergankelijk zaad verwekt en pas bij onze wedergeboorte door het Woord met onvergankelijk zaad verwekt.
- Hij was heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren (Hebr. 7:26). Wij waren zondaren (Rom. 5:8) die in tegenstelling tot Hem gezondigd hebben (1 Joh. 1:10).
- Hij was van meet af aan de Zoon van God en wij worden na onze wedergeboorte als geadopteerde zonen van God aangenomen (Ef. 1:5)
- Hij zondigde nooit en heeft dus nooit een oud leven geleefd. Jezus had geen oude mens. Wij zondigden en hebben vergeving nodig op basis van Zijn kruisdood voor ons. Wij blijven altijd afhankelijk van Hem en bouwen steeds op Hem.
- Op Golgotha kunnen wij Hem niet volgen. Dat was eenmalig, eens voor altijd heeft Hij Zijn leven, Zijn bloed voor ons gegeven. Hij heeft daar verzoening en verlossing voor onze zonden tot stand gebracht en de weg tot de Vader gebaand. Hij stierf als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen (1 Petr. 3:18).
- Hij is en blijft de eerstgeborene onder vele broeders. Hij blijft dus altijd de grootste! Hoewel wij Hem gelijkvormig kunnen worden kunnen we Hem vergelijken met een hele grote, gave cirkel waarbinnen wij ‘in Hem’ de kleine cirkels zijn.
- Hij is de beginner, de leidsman en de voleinder van het geloof (Hebr. 12:2).
- Hij heeft de nieuwe en levende weg ingewijd (Hebr. 10:19-22) en wij volgen Hem op diezelfde weg door het voorhangsel heen.
- Hij is het fundament (1 Kor. 3:11) en de hoeksteen, wij de levende stenen die daarop gebouwd worden (1 Petr. 2:4-6).
- Met zeven ‘Ik ben’-uitspraken laat Jezus zien dat Hij de Zoon van God, de Messias is:
-Ik ben het brood des levens dat aan de wereld het leven geeft (Joh. 6:33,35).
-Ik ben het licht van de wereld (Joh. 8:12) en in het verlengde daarvan zijn wij het licht van de wereld (Matth. 5:14). Wij mogen Zijn licht reflecteren in de wereld.
-Ik ben de ware wijnstok en jullie zijn de ranken (Joh. 15:1-8). Wij moeten in Hem blijven.
-Ik ben de weg, de waarheid en het leven (Joh. 14:6) en wij volgen Hem.
-Ik ben de opstanding en het leven (Joh. 11:25). Wij hebben door Hem eeuwig leven ontvangen.
-Ik ben de goede Herder en wij zijn de schapen van Zijn kudde (Joh. 10:14-16).
-Ik ben de deur, als iemand door Hem naar binnengaat, zal hij behouden worden (Joh. 10:9).
- Jezus is de eniggeboren Zoon van de Vader, de Christus, Heer, de Koning van de koningen. Naast de Vader die wij aanbidden in geest en waarheid, komt alleen Jezus aanbidding, dat wil zeggen hulde en eer toe, als Heer. Wij zullen goed moeten beseffen dat Hij boven ons staat als eniggeboren Zoon van God, de Geliefde, Lam van God (Openb. 13:8; Joh. 1:29), Christus, Heer, Middelaar, Hoofd, Hogepriester, Heiland, Herder, Koning, Beeld van de onzichtbare God. De zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden” (Hand. 4:12).
- Hij deed tekenen en wonderen in bijzondere mate om te laten zien dat Hij de Messias, de Redder is. Hij bezat de volheid des Geestes, de zevenvoudige Geest en was toegerust met alle gaven van de Geest. Wij mogen dezelfde werken doen als Jezus en zelfs grotere (Joh. 14:12) in de betekenis dat Hij geen mensen de handen oplegde voor de doop in de Geest en wij wel. Daarnaast ook in de zin dat Jezus Zich beperkte tot het land Israël met Zijn aardse lichaam op hoge uitzonderingen na en dat wij, het tweede of geestelijke lichaam van Christus wereldwijd werkzaam kunnen zijn door middel van de vele leden van dit lichaam.
Wij zijn nog in ontwikkeling wat betreft het groeien naar alle volheid van God (Ef. 3:19) en bij ons functioneren de gaven van de Geest nog niet optimaal. Bij Jezus had op een gegeven moment al de volheid van God lichamelijk woning in Hem gemaakt (Kol. 1:19; Kol. 2:9) en wij hebben in principe die volheid gekregen in Hem (Kol. 2:10), maar dat is wat aan ons is toegerekend moet wel werkelijkheid worden in ons leven in een groeiproces.
In Openbaring 11 lezen we dat de twee getuigen, die model staan voor de eerste zonen van God drie en een half jaar rondgaan op aarde evenals Jezus weldoende en genezende allen die door de duivel overweldigd waren (Hand. 10:38). Daar mogen we ons naar uitstrekken.
Was Jezus als Zoon vanzelfsprekend altijd gehoorzaam op aarde?
“Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij de gehoorzaamheid GELEERD uit wat Hij heeft geleden” (Hebr. 5:8). Dat lijden kwam over Hem in al Zijn verzoekingen, zoals we zien in Hebr. 2:18: “Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden te hulp komen.” Die hulp is de kracht om te voorkomen dat wij in verzoekingen tot zonde komen. De Heere geeft ons liever hulp vooraf als de verzoeking daar is, dan hulp achteraf als wij al gezondigd hebben en om vergeving moeten vragen.
Het probleem dat velen hebben die menen dat Jezus God was tijdens Zijn dagen in vlees is dit: hoe echt waren dan de verzoekingen? God kan immers door het kwade niet verzocht worden (Jak. 1:13). Jezus werd verzocht als mens en de verzoekingen waren reële, werkelijke aanvechtingen. Het was geen toneelspel of schijnvertoning, want de verleidingspogingen van de duivel waren echt. Het was niet vanzelfsprekend dat Jezus gehoorzaamde, het was een leerproces. Hij zondigde niet, maar dat was geen automatisme, want het kostte Hem felle strijd en het ging Hem beslist niet van een leien dakje.
Citaten en een illustratie van Edward Irving
Ik wil iets uit de kerkgeschiedenis aanhalen. Edward Irving (1792-1834) schreef twee boeken ‘Christ’s holiness in the flesh’ en ‘Our Lord’s human nature’. Omdat de inhoud niet overeenstemde met wat het grote algemene ‘mainstream’ christendom leert, werd hij afgezet als predikant van The Church of England, de Anglicaanse kerk. Hij werd de voorloper van de Katholiek-Apostolische beweging (vanaf ca. 1830) in Groot Brittannië. Had men maar meer naar hem geluisterd hieromtrent. Ik wil twee citaten van hem geven en één voorbeeld dat hij gebruikte die leerzaam zijn.
Het eerste citaat: “Onze Heer nam dezelfde natuur, lichaam en ziel aan als andere mensen en daarmee de nadelen van allerlei aard: dat Zijn vlees sterfelijk was, aan bederf onderhevig en open voor alle verleidingen, dat Zijn ziel met Zijn lichaam verbonden was volgens dezelfde wetten en onder dezelfde voorwaarden als met ons het geval is, blootgesteld aan de verzoekingen door de dingen van een gevallen wereld, via Zijn vlees, net als met ons het geval is. In één woord: dat Zijn menselijke wil precies aan dezelfde druk van duivel, wereld en vlees blootstond, als de wil van Adam nadat hij gevallen was en als de wil van ieder mens tot op vandaag de toe.”
Nu het tweede citaat over Jezus in de dagen van Zijn vlees: “Hij onderging iedere zondige suggestie waarmee het vlees de wil kan beïnvloeden. En ik geloof dat Hij met zulke suggesties en verzoekingen boven alle anderen is aangevallen, maar verder kwamen ze niet. Hij gaf hun geen verblijfplaats, maar met goddelijke macht verwierp en verdreef Hij hen allen. En zo was Zijn hele leven van Zijn ontvangenis tot Zijn opstanding een serie van actieve triomfen over zonde in het vlees.”
Edward Irving gebruikte de illustratie van een brug om te laten zien hoe het met Jezus’ gehoorzaamheid was gesteld: “Er was eens een man die gedwongen werd om een breed water over te steken, terwijl hij gebruik moest maken van een smalle vlonder. Halverwege viel hij in het water, werd eruit gehaald en vreselijk geslagen. Nu zou er een tweede komen om hem te verbeteren. Voor die tweede werd echter een brede brug over het water geslagen met aan weerskanten van de brug zulke hoge afscheidingen, dat al zou hij opzettelijk in het water hebben willen lopen, hij dat niet gekund had. Natuurlijk bereikte deze tweede veilig de overzijde en werd gehuldigd als ‘de overwinnaar’ en ten voorbeeld gesteld aan de eerste.”
Tot zover dit voorbeeld en dan vervolgt Irving: “Eenzelfde vergelijking zouden wij krijgen als wij zouden zeggen, dat de Here Jezus als God de satan had bestreden en overwonnen. Nu de Bijbel ons echter leert dat de Heer dat als mens gedaan heeft, nu is Hij in waarheid de overwinnaar door de kracht van God.” Nu begrijpen wij dat Jezus de gehoorzaamheid moest leren en dat hij geen ‘hoge afscheidingen’ om Zijn leven had, die Hem automatisch zouden vrijwaren van zonde.
Jezus is het patroon op de weg naar de openbaring van de zonen van God
Nu zijn wij aan de beurt en gaan wij ‘hoe Jezus was tijdens zijn leven op aarde’ praktisch toepassen voor ons leven. Wij kunnen het voorbeeld van Jezus Christus volgen als Hij mens was en niet aan God gelijk op aarde, anders is het onmogelijk. Wij zijn zonen en dochters van mensen, die tevens zonen van God moeten worden, om zo één leven in twee werelden (op aarde en in de hemelse gewesten) tegelijk te kunnen leven. Jezus is ons ideaalplaatje, ons prototype of ons patroon waar wij ons naar mogen richten, een model of voorbeeld en een Voorloper. Hij was de mens die opstaan is na drie dagen dodenrijk, evenals Jona, en daarmee bewees Hij Gods Zoon te zijn in kracht. Hij was het vrouwenzaad dat het slangenzaad de kop zou vermorzelen (Gen. 3:15).
Jezus is de eerste van een serie, een reeks, namelijk om vele zonen van God tot heerlijkheid te brengen (Hebr. 2:10). Jezus is de Leidsman, de eerstgeborene onder vele broeders (Rom. 8:29). Jezus heeft de weg gebaand en ingewijd als Voorloper voor ons. Hij eigende Zich het Woord, de Schriften toe. Nu mogen wij ook zeggen: “mij geschiede naar Uw Woord.” Nu kunnen wij ons het beloofde door geloofsgehoorzaamheid toeëigenen en laten ons niet door onze menselijke wil leiden en bepalen, maar leren te leven in zelfverloochening. Het draait niet meer om mij, maar om de Heere en om anderen. Het doel van God met de mens is door Jezus ook binnen ons bereik gekomen. Laten we onze hand erop leggen: het is mogelijk en haalbaar voor mij! Om te beginnen: vergeving van zonden, vervulling met de Geest, een plaats in de hemelse gewesten. Hij is door alle hemelen heengegaan (Hebr. 4:14) en schudde alle demonen van Zich af en nu volgen wij daarin om verder vernieuwd te worden naar Zijn beeld.
Hoe het mogelijk is
Het is hetzelfde vlees overwinnen door dezelfde kracht van de heilige Geest zoals Jezus ons toonde. Zo strekken wij ons uit naar alle heerlijkheid van God! Dan komt de vorst van deze wereld en heeft evenals bij Jezus geen macht (meer) over mij (Joh. 14:30). Zo groeien we in elk opzicht naar Hem toe die het hoofd is (Ef. 4:15) en bereiken we de mannelijke rijpheid (Ef. 4:13), het stadium van de volwassen en volgroeide zonen God waar de zuchtende schepping naar uitziet (Rom. 8:19). Christus is ‘komende in vlees’ (2 Joh. 7, letterlijk) en de antichrist zal het niet kunnen verhinderen dat de zonen van God tevoorschijn gaan komen!
Jildert de Boer
Geef een reactie