Jezus komt, maak je gereed!
JEZUS KOMT, MAAK JE GEREED!
- Ter inleiding
We gaan het hebben over een onderwerp waar het nieuwe testament ontzettend veel over zegt en waarover in veel kringen toch te weinig wordt gesproken. Dat is de wederkomst van Christus en hoe wij ons daarop voorbereiden. Het gaat me nu niet om theoretische visies hoe het een en ander precies zal gebeuren in de eindtijd en/of je de eindtijdgebeurtenissen op een rijtje kunt zetten, maar om het praktische aspect van ons leven. Kortom: niet over het hoe precies en wat er allemaal aan de orde is in de eindtijd, maar veel meer dat wij in de eindtijd leven en dat Jezus Christus fysiek zal terugkomen en hoe dan onze instelling daarvoor is.
- De hoofdzaak van ons onderwerp
Het is belangrijk ons te bepalen bij de hoofdzaak. Dat is concreet: ben ik klaar voor Jezus’ komst? Het gaat om de praktische gezindheid: hoe kunnen wij voorbereid zijn op Zijn komst? Ik wil het dus toespitsen op het thema: Jezus komt, maak je gereed! Of: Jezus komt, ben je bereid? Het doel van mijn boodschap is in drie punten te vatten:
- Dat we ons ernstig afvragen of wij ons werkelijk toebereiden en voor Jezus’ komst.
- Dat we een vurig verlangen krijgen naar Jezus’ wederkomst.
- Dat we op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken en dat zoveel te meer als we de grote dag zien naderen (Hebr. 10:24-25).
Ik wil enkele bijbelgedeelten lezen die belangrijk zijn om erbij op te slaan:
- Rom. 13:10-14
- Matth. 25:6-10
- Openb. 19:6-9
- Gered of gereed
Jezus’ wederkomst is vandaag een dag dichterbij dan gisteren. De zaligheid is ons nu meer nabij dan toen we tot geloof kwamen (Rom. 13:11b). Het gaat er niet slechts om gered te zijn, maar om ons gereed te maken. Daarvan lezen we in minstens twee Schriftplaatsen die ons een enorme aansporing geven. In de gelijkenis van de tien maagden lezen we: “En te middernacht klonk er een geroep: Zie de bruidegom kom, ga naar buiten, hem tegemoet” (Matth. 25:6). De wijze maagden maakten zich gereed (Matth. 25:10). In Openbaring zien we dat nog een keer: de vrouw van het Lam maakte zich gereed voor de komst van haar Bruidegom (Openb. 19:7-8). Het scheelt maar één letter die woordjes ‘gered’ en ‘gereed’. Maar er is een groot verschil tussen gered zijn uit genade, zonder werken door het verzoenend werk van Jezus Christus en je gereed maken. Bij dat laatste hebben we teksten gelezen over heiliging en godsvrucht. Anders omschreven zijn in Matth. 25 de olievoorraad van de volheid van de heilige Geest en in Openb. 19 de werken van smetteloos en blinkend fijn linnen van groot belang. Dat zijn de gerechtigheden van de heiligen, oftewel in de NBG-vertaling: de rechtvaardige daden van de heiligen. Er staat: het is haar gegeven, dat is Gods werk. Maar ook: zich te kleden, dat is onze verantwoordelijkheid. De bruid weeft aan haar bruidskleed om haar Heer te ontmoeten.
- Hij zoekt Zijn bruid, dat is Zijn gelijke
Jezus, de bruidegom, zoekt een bruid die Zijn gelijke wil worden, die bij Hem wil gaan passen. Hij zoekt natuurlijk geen hoer of een vrouw vol vlekken en rimpels, maar Hij wil Zijn bruid stralend voor Zich kunnen plaatsen (Ef. 5:27). Anders gezegd: Hij beoogt een bruid die uit wil groeien naar gelijkvormigheid aan het beeld van Gods Zoon (Rom. 8:29). Hij wil immers vele zonen (niet: kinderen) tot heerlijkheid brengen (Hebr. 2:10, NBG-vert.). Wij mogen van kinderen van God groeien naar zonen van God. Dat is niet hoogmoedig of grootspraak. Het is geloofstaal, terwijl wij ondertussen door en door afhankelijk blijven van Gods werkingen door Zijn Geest in ons. Jezus zoekt een bruid die bij Hem gaat passen. Dat gebeurt langzamerhand. Het is een ontwikkelingsproces. Op die weg van Jezus kun je niet stiekem nog een zonde vasthouden. Heb je echt alles wat je bewust weet, wat de Geest je duidelijk heeft gemaakt, afgelegd? Dan ben je bezig om heilig te worden in al je wandel (1 Petr. 1:15).
- Ontwaak uit je slaap, je roes en je ‘bewusteloze’ leven
Het is nu de tijd om te ontwaken uit onze slaap en op te staan tussen de geestelijke doden uit om Christus over je leven te laten lichten. Let er dan op om nauwgezet als wijzen te wandelen, schrijft Paulus in Ef. 5:14-15.
Wij moeten niet leven in een geestelijke roes die je comfortzone wordt. Charismatische christenen zitten soms in die bubbel, maar wij moeten evengoed daarvoor waken dat we leven in een soort geestelijke euforie die geen stand houdt als wij beproefd worden. Ook zullen we niet overdag ‘bewusteloos’, of onbewust leven, maar biddend en wakend de dag doorgaan. Wat is het verschil als je een bewusteloos iemand naast een slapend iemand legt? Uiterlijk zie je bijna geen verschil. Laten we daarom bewust en waakzaam gaan leven, meer dan ooit tevoren.
We moeten niet zijn zoals een gewone bus die elke zondag weer bijtankt en wiens brandstof door de weeks steeds verder op raakt tot hij weer op zondag kan bijtanken. Veel mooier is het – ik weet niet of je het unieke van de stad Arnhem al ontdekt hebt – dat we een ‘trolleybus-leven’ leiden, dat wil zeggen: altijd in verbinding met de Bovenleiding, voortdurend in contact met de ‘Geestes-stroom’ van God in ons leven. Een trolleybus doet het eenvoudig niet als hij niet meer verbonden is met de bovenleiding. Zo’n leven in voortdurend contact met de stroom van Gods leiding van boven boeit mij en fascineert mij en ik weet dat ik er nog heel veel in moet groeien. Merk jij ontwikkeling in jouw leven hierin? Word klaarwakker, ontwaak, laat je zo nodig door het Woord door elkaar schudden om 100% de weg met Jezus te gaan, koste wat het kost. Er ligt zo’n ongelofelijke heerlijkheid van God voor ons in het verschiet en het is machtig dat we daar nu al stukje bij beetje deel aan mogen krijgen en dat we door Gods genade er iets van mogen zien en proeven en smaken bij elkaar als we met elkaar als gemeente leven. Dat is het werk van de Geest in ons. God doet een machtig werk in de gemeente, waar die ook samenkomt.
- De dood en het leven van Jezus in ons werkzaam
Wij mogen ons uitstrekken naar een rein en onberispelijk leven door dagelijks ons kruis op te nemen en Jezus te volgen (Luk. 9:23-24). Wij zullen altijd en voortdurend (let op de sterke woorden!) de doding van de Heere Jezus in ons lichaam omdragen en onszelf aan de dood overgeven of overleveren om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus Zich in ons lichaam openbaar wordt (2 Kor. 4:10-11). Dat betekent: dagelijks sterven aan jezelf, de minste willen zijn, bereid zijn tot zelfverloochening, geen gelijk te willen hebben door jouw eindje vast te houden, niet op je strepen blijven staan, niet het laatste woord hoeven te hebben in een gesprek. In plaats daarvan je buigen onder Gods machtige hand om Hem gehoorzaam te zijn in alles en de ander tegemoet te komen waar je maar kunt.
Dat kan ook heel subtiel zijn: die ander moet mij toch onderdanig zijn, want ik ben… Ja, wie ben jij? Vul maar in wie je dan wel bent: bijvoorbeeld hoofd van het gezin, of oudste in de gemeente. Dan kan allemaal zo zijn, maar er is één probleem: de teksten over onderdanigheid zijn aan je vrouw gericht en niet aan jou als hoofd, of de verzen over onderwerping zijn aan gemeenteleden geschreven en niet aan jou als oudste. Die teksten zijn hún verantwoordelijkheid. Hier kan ik iets vinden om te sterven aan mezelf door mezelf te verloochenen. Ik ben dus de man die veranderen kan en de verandering van de ander die ik zo graag zou zien, kan ik niet eisen of afdwingen. Dat is zijn of haar zaak en uiteindelijk Gods zaak om te beoordelen, want Hij heeft alle overzicht.
Laten wij ons niet focussen op de anderen, maar op onszelf : ónze innerlijke mens mag van dag tot dag vernieuwd worden (2 Kor. 4:16). Dat houdt in dat we, terwijl we elke dag ons uitstrekken naar meer van Hem, zo ook dagelijks een ‘ietsje pietsje’ minder onvolkomen mogen worden. Dat is de goede richting naar het doel van God, dat is: doorgaan naar de volmaaktheid (Hebr. 6:1). Wat een weg om te gaan, wat een heerlijke groeimogelijkheden dat door de Geest meer en meer van het leven van Jezus tevoorschijn gaat komen in jouw en mijn nog sterfelijke vlees.
- Zijn komst in ons in meerdere fasen
Hoe komt Jezus terug? Hij is geestelijk al teruggekomen in de heilige Geest, de andere Trooster die in ons is, zodat wij niet als wezen achterblijven (Joh. 14:18,23,28). En hoe komt Hij nog meer? Hij is nu al ‘komende in vlees’, zegt 2 Johannes 7, als je het letterlijk vertaald, en Zijn werking in ons mag nu als toenemen en zich intensiveren. Maar Hij zal natuurlijk ook een keer zichtbaar terugkomen op aarde. Hij komt eerst in de Zijnen, zoals we lezen: om op die dag verheerlijkt te worden IN Zijn heiligen en bewonderd te worden IN allen die geloven (2 Thess. 1:10). Vervolgens komt Hij ook met de Zijnen, met Zijn heiligen of met de wolk van getuigen om Zich heen (Hebr. 12:1; 1 Thess. 3:13; Openb. 17:14; Openb. 19:14).
- Toebereiding en opleiding
Het is de bedoeling van God dat we met grote verwachting uitzien naar de wederkomst van Jezus en steeds ons leven spiegelen aan het Woord en in Gods licht weg laten reinigen alles wat in Gods ogen niet kan bestaan. Zonde is zonde en wij kunnen daar nooit een loopje mee nemen of daar luchtig over doen en het wegwuiven. Je moet je eenvoudigweg van zonde bekeren oftewel klip en klaar breken met alle zonde waar je je bewust van bent. Natuurlijk is het genade dat wij vergeving kunnen krijgen als wij eerlijk onze zonden belijden (1 Joh. 1:9). Maar het is Gods wil dat we niet tot zonde komen (1 Joh. 2;1), dat wij een geheel ander mens worden, een christen die verandert van heerlijkheid tot heerlijkheid door de Heere die Geest is (2 Kor. 3:18). Zijn we daarmee bezig? Zo ja, dan kan de Heere voor Zijn komst en nog veel meer na Zijn komst ons ook inzetten om tot zegen en hulp te worden voor anderen. We kunnen nu opgeleid worden om een overwinnaar te worden en straks na de wederkomst met Jezus meeregeren, door te dienen en te bevrijden in Zijn Naam (dat is een onderwerp apart, dat begrijp je). Is het niet fantastisch mooi en een heerlijke zaak dat wij ons leven meer en meer mogen toebereiden voor de komst van Jezus, om straks samen met Hem als koningen te heersen? (Openb. 5:10; Openb. 22:5). En opleiding tot koningschap is niet gering.
- Liefde en verwachting
Het kost tijd als wij Hem werkelijk liefhebben, zoals Hij ons eerst heeft liefgehad. Zulke geïnvesteerde tijd in gebed met Hem is welbestede tijd. Als je in je eerste brandende liefde bent voor Hem, dan is het heerlijk om naar de bidstond te gaan en samen God aan te lopen. Maar er kan ook een tijd komen dat je gebed strijd en worsteling vraagt, omdat de duivel je aanvalt. Een verloofd stel heeft er geen probleem mee een tijd lang te bellen, te appen of te mailen met elkaar, dat gaat vanzelf. Zo is het ook in de liefde tussen Jezus en de bruid. De bruid in Hooglied zegt twee keer dat ze ziek is van liefde voor de bruidegom of bezwijmt van liefde in de NBG-vertaling (Hoogl. 2:5; Hoogl. 5:8). Het verlangen naar elkaar van bruid en bruidegom is wederzijds.
Een ander voorbeeld: stel een vrouw heeft een man die marinier is en hij is regelmatig een half jaar weg op zijn missie. Ze hebben contact met elkaar via social media, of 30 a 40 jaar geleden nog per brief. Er werd toen uitgezien naar post van haar geliefde. En ze las zijn brieven meer dan eens. Zo heeft Jezus Zelf in Openbaring en door middel van de apostelen ook brieven gestuurd. Het zou jammer zijn als je die brieven slechts af en toe een beetje scant of ze op zondag even inziet, in plaats van het Woord in rijke mate in je te laten wonen (Kol. 3:16). De vrouw in het voorbeeld ziet uit naar de thuiskomst van haar zeeman. Als de tijd verstrijkt en de datum nadert en het laatste teken is er, dan maakt ze alles klaar: het huis op orde, schoongemaakt, gereinigd en doet alle dingen weg die haar man niet leuk vindt of waar hij zelfs een hekel aan heeft. Ze maakt het gezellig en feestelijk en zorgt dat ze er zelf ook netjes en aantrekkelijk uitziet.
- Jezus komt, maak je gereed!
Vergelijk dat eens met Jezus die gaat komen. De tijd is kort. Hij komt spoedig, zeggen Zijn brieven die we in de Bijbel hebben. Duurt het lang? Gods molens malen langzaam, Gods molens malen fijn.
Heb je Hem echt lief? Dan doe je Zijn geboden. Is je leven in heiliging? Dan ben je ijverig in de werken die God tevoren heeft bereid om daarin te wandelen (Ef. 2:10). Of worden geen van je werken vol bevonden en heb je de naam dat je leeft, maar je bent dood? (Openb. 3:1-2). Dat is ernstig. Wandelen wij met Hem in witte kleren en zijn wij het waard om samen Zijn bruid te vormen? In de gemeente Sardis waren het maar enkel personen die zo leefden. Is je leven eerlijk, open en transparant voor God? Er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen. Dat is een bloedserieuze zaak. Er staat bijvoorbeeld in Matth. 12:36-37: “Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij spreken rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden, en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.” Dat is geen populaire tekst die vaak aangehaald wordt, maar wel een ernstige vermaning, alleen al over de zonden van de tong.
Misschien zeg je: als Jezus komt, zal Hij me wel accepteren zoals ik ben. “Hij heeft toch alles volbracht en ik hoef niets meer te doen.” Dat is een valse voorstelling van zaken, want het is een halve waarheid. Het gaat niet vanzelf, want vanzelf gaat het verkeerd. Het is waar dat onze redding om niet, gratis en enkel uit genade is. Maar het is niet waar dat je automatisch tot de zonen van God behoort, anders gezegd tot de bruid van Christus, die zal bestaan uit overwinnaars door de kracht van de heilige Geest. Als wij daarvoor niets hoefden te doen en het onze inzet niet zou vergen, dan zou de vrouw in het voorbeeld ook wel kunnen zeggen: “och, mijn man die thuis zal komen, weet toch hoe ik ben. Hij moet het maar nemen zoals het is, hoor, al heb ik niet gestofzuigd en gedweild, en hij zal mijn fouten wel met de mantel der liefde bedekken…” Wij begrijpen dat zij zich zal voorbereiden op de thuiskomst van haar man, hoeveel te meer wij op de wederkomst van Jezus!
- Wees niet lui!
Jezus komt, ben je bereid? Laat je je toebereiden door Woord en Geest? Als wij lui en gemakzuchtig blijven en de gemakkelijkste weg kiezen door de genade goedkoop te maken, dan staan wij in een groot gevaar. Denk maar aan de luie slaaf die zijn talent in de grond stopte met wie het slecht afliep: hij werd uitgeworpen in de buitenste duisternis, waar het geween is en het tandengeknars (Matth. 25:24-30). Hier geldt: “Wees dan ijverig en bekeer u!” (Openb. 3:19). Laat niemand van ons daarom slap en passief blijven of een ‘lauwloene’ houding hebben!
- Geen minimum-, maar maximum-christendom
Wij moeten ook nooit blijven teren op een geestelijk bestaansminimum om op het nippertje, kantje boord, met de hakken over de sloot, behouden worden. Er worden mensen als door vuur heen behouden, omdat Jezus hun fundament was, dat klopt, maar zij lijden schade omdat al hun werken verbranden (1 Kor. 3:11-15). De Bijbel wekt nergens op om te jagen naar een minimum-christendom, ook niet naar de middelmatigheid van een gezapig voortkabbelend christenleventje, maar de oproep is altijd tot het maximale voor Hem, ons hele of volledige leven voor 100% aan Hem te geven. Met zulke christenen kan God ook een werk aan anderen doen, om hen tot Hem te leiden of om andere broeders en zusters te leren in discipelschap te groeien. Dat is bijvoorbeeld niet alleen het ABC van het evangelie, maar ook toekomen aan de D van de doop en doorgaan tot de Z.
- Lauwheid is gevaarlijk
Als wij lauw zijn, kunnen wij denken dat we toch een zekere warmte hebben van bijv. 25 of 30 graden. Zij hadden het goed met zichzelf getroffen. Zo menselijk en zelfvoldaan redeneert God niet. God heeft nog liever dat je koud bent, dan lauw. Ik zal je uit Mijn mond spuwen, zegt het Woord (Openb. 3:15-16). Wat is Gods mond? In Gods mond is Zijn Woord. Als je dus niet doet naar het Woord, maar er lauw mee omgaat, dan spuugt God je uit, want Hij walgt en kotst van lauwheid. Dan ben je nalatig geworden en in nalatigheid heeft God geen welbehagen. Maar wij hebben niets te doen met nalatigheid, maar met geloof dat de ziel behoudt (Hebr. 10: 38-39, NBG-vert.). God wil dat je kokend heet, dus 100 graden voor Hem bent en je hart van liefde en gehoorzaamheid brandt voor Hem! Ben jij zo vurig van geest? (Rom. 12:11).
- Want ik schaam mij het evangelie niet (Rom. 1:16)
Laten wij ons niet schamen voor het evangelie (Luk. 9:26), maar voor Jezus pal staan, thuis en overal. God wil ons kracht en vrijmoedigheid geven om te getuigen. Dan hoeft Jezus, de Zoon des mensen, Zich ook niet voor ons te schamen, wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid. Ook op dit punt wil de Heer ons helpen voor ons geloof uit te komen in deze wereld. Ik heb op dit terrein nog heel wat te leren. Lessen om zo vol te zijn van Gods Geest dat je durft en je mond opent om het evangelie te delen met je naasten. Paulus zei: “Want ik schaam mij het evangelie niet, want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft” (Rom. 1:16).
- Volhardend geloof
Zal de Zoon des mensen als Hij komt op aarde bij jou, mij en ons wel HET geloof vinden? (Luk. 18:8). Dat in Hem volhardende geloof. Hij komt en Zijn komst is dichtbij. Morgen nog dichterbij, dan vandaag. Vandaag dichterbij dan gisteren. De grote dag nadert, laten we elkaar aanvuren tot liefde en goede werken (Hebr. 10:24-25). Heb je Hem lief? Houd je van Jezus’ verschijning? (2 Tim. 4:8). Zoals Hij was op aarde, zoals Hij Zich nu openbaart in jouw leven en zoals Hij straks verschijnt bij Zijn komst en we Hem mogen zien?
We zullen Hem ontmoeten. O, wat geweldig heerlijk zal dat zijn! Laat Hem daarom nu al komen en toenemen in je leven, en laat je licht schijnen voor de mensen (Matth. 5:16). Hoe? In het voorgaan in het doen van goede werken die schoon en nuttig voor de mensen zijn (Tit. 3:8,14). Maranatha, Jezus komt! Kom, Heere Jezus! Amen!
Jildert de Boer
© Verdieping en Aansporing, 2020.
Geef een reactie