“Twee aan twee: een beweging met sektarische trekjes”

(artikel als gastschrijver in de evangelische maandkrant “Uitdaging” van december 2005).

Een eenvoudig briefje in de brievenbus, een kleine advertentie in het huis­aan­huisblad, een rechtstreekse uitnodiging. Het gaat over een evangelisatiedienst in een gehuurd zaaltje, waar twee personen zullen spreken. Zo te zien niet verbonden aan enige denominatie. Je besluit erheen te gaan om te horen wat deze mensen te vertellen hebben uit de Bijbel.

De entourage is eenvoudig. Er wordt gezongen uit een eigen bundel met liederen die qua melodie lijken op de stijl van Johannes de Heer­liederen. Begeleiding is er weinig. Hooguit een orgel of een piano. De mensen in de zaal zijn niet modieus gekleed. De vrouwen dragen opgestoken lang haar.
De beide werkers geven leiding aan het geheel in gebed en in het beurtelings spreken over een boodschap uit de Bijbel. Er worden dingen naar voren gebracht over het volgen van Jezus en dat zo weinigen Hem tegenwoordig gehoorzamen. Zelfverloochening en gewilligheid om de weg van Jezus te gaan en het luisteren naar de stem van Gods boden komt ook aan de orde. De ernst van een leven met God wordt benadrukt en dat dit betekent dat je dan geheel anders wordt dan de wereld, ook anders dan de massa van de godsdienstige wereld. Zo niet, dan kun je voor eeuwig verloren gaan.
Dat lijkt bij een oppervlakkige beschouwing lang niet slecht. Er is, bijbels gezien, weinig op aan te merken en er komen soms zaken aan de orde die je in veel andere kerken en kringen weinig hoort. De stilheid, ernst en eerbied van de mensen maakt indruk.
Na afloop een gesprek aanknopen is niet gemakkelijk. De groep gaat vrij snel uiteen. Er wordt op vragen afhoudend gereageerd. Intussen merk je wel dat de werkers bepaald niet gecharmeerd zijn van de gangbare vorm van christendom, met kerkgebouwen en dominees. De evangelische groepen beschouwt men als oppervlakkig en wereldgelijkvormig. De aanhangers van de beweging leven eenvoudig. Lectuur kennen ze niet. Een vraag om wat meer informatie op schrift te krijgen, leidt nergens toe. “We hebben alleen de Bijbel.” Goed, ze hebben een eigen liedbundel, Een lied voor elke dag, maar die is niet vrij verkrijgbaar.

Er is over deze beweging vrijwel niets geschreven in het Nederlandse taalgebied, vandaar dat we enige info en handreiking willen geven.
In Putten hebben ze aan de Voorthuizerstraat 166 achter het huis met het bordje ‘De Haven’ een eigen conferentieterrein. Er wordt daar een grote tent opgezet en in twee conferentieperioden van vier dagen elk komen de ‘vrienden van de weg’ (zoals ze zichzelf wel aanduiden) uit heel Nederland bijeen. De tent kan zo’n 400 mensen herbergen. Naar schatting zijn er tegen de duizend mensen betrokken bij deze beweging in ons land. De beweging is behoorlijk aan het vergrijzen en je ziet er niet zo heel veel kinderen en jeugd.
In huisgemeenten komen ze bijeen in groepen van rond de 8 tot 12 personen. Doorgaans geven de werkers op deze huissamenkomsten leiding en spreken er. De vrienden nemen deel in de samenkomsten door hardop te bidden, liederen te noemen en een kort getuigenis te geven. Als er incidenteel geen werkers zijn in een gemeente aan huis, dan leidt een ouderling de bijeenkomst.
Men viert elke zondag het avondmaal. Het avondmaal is alleen toegankelijk voor gedoopte leden. De doop door onderdompeling wordt tijdens de conferentietijd bediend door de werkers. Deze aanvaarden geen kinderdoop, maar ook geen doop door onderdompeling die is voltrokken in een andere groep of gemeenschap. Voor mensen met interesse in het woord dat de 2 aan 2 gemeenschap via de werkers als waarheid verkondigt, is het punt van noodzakelijke herdoop vaak een breekpunt. De Here Jezus belijden is in deze gemeenschap tevens de weg van Jezus door middel van de werkers volgen, omdat alleen zij Hem op de juiste wijze (kunnen) verkondigen. Binnen de groep zijn er sommigen die het iets ruimer zien en het oordeel aan God overlaten.

Er hangt een geheimzinnige waas rondom deze gemeenschap. Men is doorgaans niet geneigd met open vizier vragen te beantwoorden. De vrienden zijn veelal schuw en verwijzen naar hun voorgangers als de van God gezonden boden. De tekst ‘Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen’ (Rom. 10:14,15) wordt vaak aangehaald.
In de praktijk komt het erop neer dat je alleen een goede door God gezonden arbeider bent, als je volgens de twee aan twee- methode zonder geld bent uitgezonden. Zij zijn de uitverkoren werkers van God om zielen tot geloof te brengen, die het Woord horen door middel van deze levende getuigen.
Nu komt de sektarische aap uit de mouw: ben je tot geloof in Christus gekomen via een predikant of evangelist uit welke kerk of gemeenschap dan ook, dan accepteren de twee aan twee werkers dit niet als echt. Zij zien het als vals of namaak, omdat het buiten hen, als Gods ware twee aan twee boden, omging. Ook als je beweert tijdens het lezen van je Bijbel aangeraakt te zijn door Gods Geest om je te buigen en je hart en leven aan Christus te geven en zo de wedergeboorte uit God hebt ervaren, dan is dat getuigenis voor de twee aan twee werkers onaanvaardbaar, omdat de levende getuigen – door God gezonden – ontbraken.
Het gaat erom dat je het Woord via hun werkers niet alleen hoort, maar ook openlijk belijdt als de waarheid! Men is wel geneigd je als een zoekende ziel te zien, als een Cornelius voor hij Petrus ontmoette (Hand.10), maar als je oprecht bent, dan kom je toch bij de werkers terecht.
De twee aan twee broeders willen niet erkennen, dat ieder die de rechtvaardigheid doet uit God geboren is (1 Joh.2:29). Als je hen aanspreekt op de roeping tot eenheid, dan reageren ze met: ‘Eerst is er de ene ware bediening, daarna is er het ene ware lichaam’. Met deze sektarische opstelling isoleren zij zich helaas van alle andere oprechte christenen.

In de Engelstalige wereld is er veel onderzoek gedaan naar de afkomst van de beweging. De groep heeft talrijke bijnamen zoals ‘gemeente zonder naam’, ‘Two by Two’s’, ‘De waarheid’, ‘Go-Preachers’, ‘Cooneyites’ (naar een van hun eerste leiders), of ‘Christian Convention Church’. Onder die laatste naam liet in 1942 een van de leiders, George Walker, de gemeenschap bij de overheid registreren.
Historisch is het een feit dat de beweging in Noord-Ierland begon met William Irvine in 1897. Irvine was tot wedergeboorte gekomen onder de prediking van John McNeil in de Presbyteriaanse kerk van Schotland. Hij kreeg naar eigen zeggen een ‘speciale openbaring uit Mattheüs 10’ over de wijze waarop Jezus Zijn discipelen uitzond. Irvine startte rond 1900 een onafhankelijke beweging. In 1903 verkondigde één van Irvine’s metgezellen als eerste de ‘levende getuigen-leer’. Dit noemde men de ‘Alpha­boodschap’. In datzelfde jaar waaide de beweging over naar de Verenigde Staten en later naar andere delen van de wereld. In 1923 kwamen de eerste werkers in Nederland. Dat waren F. van der Merwe en W. Smeenk. In 1930 werd de eerste conferentie te Apeldoorn gehouden. Het is nu een wereldwijde beweging die naar schatting tussen de 600.000 en 1 miljoen aanhangers telt.
In het begin kon je alleen werker zijn, iemand die alles opgaf voor het Evangelie. Maar vanaf 1908 stond William Irvine toe dat er ook ‘vrienden’ (met huisgemeenten) konden zijn die in de maatschappij bleven werken, maar met hun huizen en gelden de werkers ten dienste konden staan. Dat laatste gebeurt heden ten dage nog. De werkers leven jaarlijks wisselend in de huizen van de vrienden, lenen hun auto, maken gebruik van hun computer, eten bij diverse vrienden, enz.
De televisie wordt als werelds beschouwd en is niet of nauwelijks toegestaan onder hun vrienden. De werkers worden in de praktijk onderhouden door de vrienden, die hen regelmatig voorzien van een enveloppe met inhoud. In de beginjaren was het mogelijk dat gehuwden werkers werden, maar tegenwoordig zijn de werkers verplicht celibatair te leven. Het gebeurt overigens regelmatig dat werkers uit de bediening stappen, om te trouwen en als vriend in de gemeenschap mee blijven doen.
In 1914 begon William Irvine zijn speciale ‘Omega­boodschap’ te verkondigen, die inhield dat hij een van de twee getuigen uit Openbaring 11 was. Het merendeel van de beweging nam deze openbaring niet aan, terwijl zij wel in de ‘Alpha­boodschap’ van Mattheüs 10 hadden geloofd. Ook in zijn persoonlijke leven kwam Irvine in opspraak door zijn dominante houding en enkele affaires met vrouwen. Hij werd uit de beweging gezet, waarbij een groep mensen – bekend als de ‘Message People’ – hem volgden. Deze ‘substroming’ werd echter nooit massaal. Er ontstond zelfs nog een tweede ‘substroming’ rond een geëxcommuniceerd lid, die de ‘levende getuigen­leer’ niet langer accepteerde. Dat was Edward Cooney in 1928.
De twee aan twee­hoofdgroep was en is verreweg de grootste van de drie. Het is alleen deze groep die in Nederland werkzaam is. Hoofdwerkers in Nederland zijn geweest Piet Douma en Piet Blokker. Eén van de vier hoofdwerkers in Europa is Graham Snow, die medeverantwoordelijk is voor ons land.
Nederland is bij de twee aan twee­beweging in arbeidsvelden ingedeeld. In elk veld is een werkersduo actief. In Nederland ongeveer twintig in totaal. Dat zuster-werkers prediken in deze beweging heeft uiteraard wel vragen gewekt, ook gelet op de ‘zwijgteksten’ van Paulus en het orthodox ogende uiterlijk van de groep. Zij beroepen zich hiervoor echter op Hand.2:18, waar staat dat dienstmaagden zullen profeteren.
Men kan de werkers in hun toespraken vele goede en mooie bijbelse dingen horen zeggen en de Naam van Jezus horen noemen, maar het grote gevaar is dat het achterliggende systeem niet klopt. Daarvan kunnen religieuze geesten misbruik maken. Er heerst in de beweging soms ook een wettische, bedrukte sfeer, waarin je proeft: als dit een opwekkingsbeweging geweest is, dan is er nu sprake van een ‘gestolde opwekking’. De werkers en de vrienden fungeren als geestelijken en leken. De vrienden moeten zich onderwerpen aan het gezag van de werkers.

In een subtiele vorm draagt de beweging sporen van het Rooms-Katholicisme in zich, dat ook scheiding aanbrengt tussen de geestelijken en de leken. Deze wereldkerk heeft Maria opgeworpen als mede-middelares van Jezus. Wat doen de werkers van de twee aan twee­beweging nu? Zij plaatsen zich als ‘middelaar’ tussen de mens en Jezus Christus als ‘enige boden’ door wiens woorden men tot Christus zou kunnen komen. Dit is absoluut onbijbels.
De werkers houden zich overigens ook niet echt aan de principes van Matthüs 10, Markus 6 en Lukas 9 en 10. Zij genezen geen zieken en drijven geen boze geesten uit, want men beschouwt de charismatische gaven als ‘voor vroeger’. De basis van waaruit de boden werken ligt nu in de huizen van de vrienden waar men voor een periode gehuisvest of te gast is.

Valt er ook iets te leren van deze beweging? Jazeker! Mensen uit de grote traditionele kerken kunnen zeker iets leren van de kleine huissamenkomsten die gehouden worden volgens het principe ‘telkens als gij samenkomt heeft een ieder iets’ (1 Kor.14:26). Evangelische christenen zou het te denken mogen geven dat er een eenvoudig christendom mogelijk is, waar ernst gemaakt wordt met het Woord van God, al legt deze beweging dit wel naar eigen inzicht uit.
De beweging laat een manier van christen-zijn zien dat mogelijk is zonder allerlei evangelische ‘toeters en bellen’ en allerlei uiterlijk vertoon in overschreeuwende, in plaats van ondersteunende muziek. Het simpele, ongecompliceerde samenkomen van deze groep kan, vergeleken met menige evangelische dienst, iets bekoorlijks hebben.
Het volgen van Jezus in gehoorzaamheid is een accent dat in deze beweging sterk wordt gelegd en dat is terecht, omdat ‘goedkope genade’ breed verspreid is in het christendom.
Ondanks deze goede deelaspecten moeten we toch deze twee aan twee-gemeenschap beoordelen als een groep met meerdere sektarische trekken, waarvan de meest erge is dat men de zaligheid in Jezus Christus ‘an sich’ heeft getrokken door de monopoliepositie van hun boden van God, die als enige ‘makelaars’ mensen toegang zouden kunnen verschaffen tot Gods huis.
Er gloort een sprankje hoop dat sommige twee aan twee-vrienden en zelfs werkers de kring van wedergeborenen iets breder lijken te willen trekken dan alleen de eigen twee aan twee­groep, maar de meeste werkers bewaken doorgaans nog steeds de ‘levende getuigen-leer’.
Voor deze gemeenschap geldt dat deze zeker ‘niet de meeste aangewezen weg’ is voor een christen om te gaan en dat men niet klakkeloos moet afgaan op mooie, bijbels klinkende taal. Als men deze groep ontmoet, dan is een nauwkeurige toetsing aan de hand van de Bijbel nodig, evenals het in alle bewogenheid stellen van vragen tot opheldering aan werkers en vrienden naar de oorsprong en achtergronden van de beweging.

(De auteur is oudste van de evangeliegemeente Harderwijk. Hij schreef een boek over de twee aan twee-­beweging.)
jadeboer@hetnet.nl

http://home.earthlink.net/~truth/
www.workersect.org

Laat een antwoord achter aan Aaltje visser Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *