Twee aspecten van hetzelfde evangelie: de genade en het Koninkrijk

TWEE ASPECTEN VAN HETZELFDE EVANGELIE

Het evangelie van het Koninkrijk en het evangelie van de genade van God

Inleiding

Wij geloven in het volle evangelie, dat wil zeggen het volledige evangelie. Dat is in overeenstemming met wat Paulus zei dat hij in Efeze niet nagelaten had de volle raad van God te verkondigen (Hand. 20:27). Hij heeft het dan in Hand. 20:24-25 achtereenvolgens over twee belangrijke begrippen die de kern van zijn verkondiging typeerden:

  • Het getuigen van het evangelie van Gods genade
  • De prediking van het Koninkrijk

Bij het horen van het evangelie van de genade denken we onmiddellijk aan verzoening met God en de vergeving van zonden. Als wij vernemen van het evangelie van het Koninkrijk denken we aan de vestiging van Gods heerschappij en de bevrijding van satan. Het zijn allebei benaderingen of invalshoeken van hetzelfde evangelie.

Niet alleen onderscheiden, maar scheiden en opsplitsen?

Er zijn beschouwingen in de christenheid die beide facetten van dezelfde zaak scheiden en splitsen in afzonderlijke evangeliën. Zij stellen dat het evangelie van het Koninkrijk door Jezus in Zijn aardse loop werd aangeboden aan Israël. Toen Israël het als volk verwierp, werd Israël terzijde gesteld en het Koninkrijk uitgesteld en wordt dat pas hun deel in het vrederijk van duizend jaar volgens deze visie.  God zou de draad met Israël weer opnemen nadat de gemeente door middel van de opname voor de grote verdrukking ten hemel is gegaan, luidt het vervolg van dit betoog.

In de tussentijd zou God het evangelie van de genade laten prediken en is de periode van de Gemeente ingelast binnen Gods programma. Dan maak je dus scheiding tussen genade en Koninkrijk. Liederen over het koningschap van Jezus en het Koninkrijk zijn dan eigenlijk niet passend omdat die dingen nog niet aan de orde zouden zijn. Liederen uit de bundel Opwekking als ‘Hij is de Koning van mijn hart’, ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God’ en ‘Vader van de Schepping’ zouden dan beter in deze bedeling niet gezongen kunnen worden volgens dit inzicht.

De verkondiging van het evangelie aan de volken tot het uiterste der aarde (Matth. 28:19; Hand. 1:8) is een zaak die in deze ‘bedeling van genade’ niet bedoeld wordt, hooguit wel evangelisatie naar enkelingen of individuen, maar zending onder de volken zal door de Joden gedaan worden in de bedeling van het toekomstige Koninkrijk. Hier wordt uit elkaar gehaald wat mijns inziens juist bij elkaar hoort.

Er wordt niet slechts onderscheid gemaakt, maar zo is er een scheiding aangebracht tussen genade en Koninkrijk. De gaven van de Geest horen in deze blik op de zaak bij het evangelie van het Koninkrijk en komen niet naar voren in het evangelie van de genade, hoewel het toch genadegaven betreft.

Heeft God twee plannen met twee volken?

Er wordt een apart plan voor de Joden geïntroduceerd en men stelt dat God twee volken heeft: Israël en de Gemeente, terwijl de tussenmuur nu juist in Christus is weggebroken (Ef. 2:14-18).  Men ziet de gemeente als het hemelse volk van God en het ongelovige Israël – zij zijn immers buiten Christus – als het aardse volk van God. Men vergeet dat Paulus tot het eind van Handelingen ook tegenover de heidenen het evangelie van het Koninkrijk bracht: “En Paulus bleef twee volle jaren in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen die naar hem toekwamen, Hij predikte het Koninkrijk van God en gaf onderwijs over de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid, ongehinderd” (Hand. 28:30-31). De gemeente bestaat uit het overblijfsel van gelovige Joden en daaraan toegevoegde in Christus gelovige heidenen en zoveel beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen (2 Kor. 1:20). De vervulling van Gods beloften gaan nooit buiten Jezus Christus om. Het volk dat in Christus is, vergelijkt Gods Woord met de ene kudde (Joh. 10:16) en de ene olijfboom (Rom. 11:17-24) en het gelovigen uit de Joden en uit de heidenen maken er deel van uit. Er bestaan dus geen twee volken van God.

Aspecten naast elkaar gezet

Onderwerpen Genade Koninkrijk
Zonde Rebellie waar men zich van bekeren moet tot vergeving van schuld Slavernij waar men van bevrijd moet worden
Mens Verantwoordelijk voor eigen daden Onderworpen aan machten der duisternis
Wereld Onder Gods heerschappij Onder satans heerschappij
Jezus Christus De plaatsvervangende mens De bevrijder van God gezonden
Inhoud evangelie Vergeving en verzoening Verlossing en bevrijding
Uitwerking evangelie Gods liefde en vrede Gods kracht en heerlijkheid
Houding christen Aanbidding tot God (relatie), levensheiliging Gezag over satan (autoriteit)
Redding Persoonlijke ervaring van vergeving van zonden en wedergeboorte (eenmalig) Bevrijding en vernieuwing die uiteindelijk ook doorwerkt in de schepping (proces)
Kruisiging Oordeel van God Confrontatie met de duivel
Opstanding Bewijs van het delgen van de schuld Bewijs van overwinning op satan
Gemeente Gemeenschap (gezin) Strijd (leger)
Doop/vervulling met de Geest bij Jezus Teken van de duif: “Deze is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik mijn welbehagen heb” Zalving tot bevrijding van gebondenen en genezing van zieken
Doop/vervulling met de Geest bij ons Persoonlijke ervaring die leidt tot diepere gemeenschap met God en vrijmoedigheid om te getuigen Met kracht toegerust worden om de werken van herstel in Jezus’ naam te doen (genezing van zieken en bevrijding van boze geesten)
Lijden Aanval, veroorzaakt door satan; moet worden weerstaan Loutering, door God toegelaten; moet worden aanvaard
Wonderen Tekenen dat Hij de Messias is Het verbreken van de werken van de duivel
Geestesgaven Gaven aan de gemeente met de nadruk op de zgn. gewone gaven Opbouw en herstel in het lichaam van Christus mede door de zgn. bijzondere gaven
Plan van God Redding (heil) Roeping (heerlijkheid en herstel)
Wederkomst Onze vereniging met Hem, Jezus Christus, om eeuwig bij Hem te zijn De openbaring van de zonen van God die de zuchtende schepping gaan bevrijden en herstellen

Dit schema is grotendeels ontleend aan wijlen Peter Bronsveld,
eindredacteur van Kracht van Omhoog (1982-1995).

Evenwicht in de boodschap

Bij bovenstaande voorbeelden van aspecten van het evangelie bogen we niet op een volledig overzicht. Als je iets probeert in een kader te zetten, heeft dat zijn beperkingen. Hier en daar kan het schema innerlijke tegenstrijdigheden lijken op te leveren. Toch gaat het om elementen op basis van bijbelse gegevens en zij vormen samen de goede en gezonde balans.

In de ene geestelijke kring ligt het accent meer op het evangelie van de genade van God, terwijl een andere geestelijke kring meer nadruk legt op de aspecten van het evangelie van het Koninkrijk van God. Essentieel is de aspecten die ze allebei bieden niet uit elkaar te trekken, maar ze bij elkaar te houden. Bij de voorbeelden in het schema gaat het niet om bijkomstigheden. Het volledige evangelie is de aspecten van beide zijden te verkondigen en te beleven, in evenwicht met elkaar. Het gaat om het ene evangelie van God, de ene Middelaar en de ene weg van Jezus. God werkt niet met los van elkaar staande fasen of bedelingen. Het zijn veel meer ontwikkelingsfasen, waarbij het één logischer wijze uit het andere volgt. Jezus Christus is daarbij het grote keerpunt in de geschiedenis.

Het spanningsveld tussen ‘reeds’ en ‘nog niet’ van het Koninkrijk

De tegenwoordige boze eeuw waarin satan de god van deze eeuw is (2 Kor. 4:4), is nog niet afgelopen, maar loopt wel op zijn eind. De toekomende eeuw, het vrederijk, is er nog niet, maar we mogen de krachten van de toekomende eeuw al smaken en proeven (Hebr. 6:5). In Hebr. 2:5 zien we dat de toekomende wereld onderworpen is aan de mens (vergelijk Ps. 8). Nu zien wij nog niet dat alles Hem onderworpen is, maar wij zien wel de eerstgeboren Zoon, Jezus met eer en heerlijkheid gekroond (Hebr. 2:8-10). In 1 Joh. 2:8 lezen we: “Toch schrijf ik u een nieuw gebod, dat waar is in Hem en in u, want de duisternis GAAT voor bij en het ware licht schijnt REEDS.” “Immers nu kijken wij door een spiegel in raadselen (door een wazige of beslagen spiegel zeggen andere vertalingen), maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht” (1 Kor. 13:12).

Het Koninkrijk Gods is er, maar het komt niet op waarneembare wijze: het is binnenin u, zei Jezus (Luk. 17:20-21), maar het is er ook nog niet, het niet nog niet ten volle geopenbaard en daarom bidden we “Uw koninkrijk kome” (Matth. 6:10) (dat wil zeggen als Jezus wederkomt en op aarde het vrederijk van duizend jaren sticht). Momenteel hebben we uitdrukkelijk te maken met de geestelijke dimensie. Jezus sprak: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh. 18:36). Jezus Zelf predikte het evangelie van het Koninkrijk der  hemelen en dat is geen toekomstmuziek, maar hij openbaarde de realiteit van de onzichtbare geestelijke wereld, waar wij mee te maken hebben, die door Paulus aangeduid wordt met het begrip ‘hemelse gewesten’.  We besluiten met enkele teksten uit de brieven van Paulus waarin de huidige geestelijke betekenis van het begrip Koninkrijk naar voren komt:

  • “Want het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest” (Rom. 14:17).
  • “Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht” (1 Kor. 4:20).
  • “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde” (Kol. 1:13).
  • “Wij riepen u ertoe op waardig te wandelen voor God, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid” (1 Thess. 2:12).

Aan ons de vraag of wij ‘beheerst van boven’ leven, of wij de Koningsheerschappij van Jezus Christus over ons leven ten volle hebben aanvaard.

Jildert de Boer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *